Presenteren 1.1, 1,2 en 2.1

1.1, 1.2 en 2.1 Presenteren.... kun je leren!
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1,3

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

1.1, 1.2 en 2.1 Presenteren.... kun je leren!

Slide 1 - Slide

Doel van de les:
Aan het einde van de les weet ik:
  • hoe ik een presentatie kan opbouwen.
  • wat ik aan mijn houding kan doen tijdens het presenteren.



Slide 2 - Slide

Ik vind presenteren spannend
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quiz

Zoek de verschillen....
Je krijgt nu twee filmpjes te zien van personen die presenteren. Wat zijn verschillen tussen deze twee presentaties? 

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Video

Welke verschillen kun je noemen?

Slide 7 - Mind map

Wat zijn valkuilen bij presenteren?

Slide 8 - Open question

Een goede presentatie heeft een goede voorbereiding nodig. Hoe bereid jij je voor?

Slide 9 - Open question

Voorbereiding 
Met een goede voorbereiding zorg je voor een doeltreffende en duidelijke presentatie:
  • Bedenk welk hoofddoel je wilt bereiken (bijvoorbeeld informatie geven, overtuigen, uitleggen hoe iets werkt).
  • Bedenk wat je publiek (bijvoorbeeld collega’s, medestudenten of klanten) wel of niet weet van het onderwerp. Hierdoor kun je inschatten wat ze interessant zullen vinden om te horen en hoe diep je op een onderwerp in moet gaan.
  • Verzamel informatie en denk na over de opbouw van je presentatie (zie bijlage Informatie verzamelen en verwerken ).
  • Bepaal de manier waarop je je informatie wilt presenteren. Laat je wel of niet dingen zien? Gebruik je wel of niet een presentatieprogramma? Enzovoort.

Slide 10 - Slide

Opening

Wacht totdat het stil is en begin je presentatie met een duidelijke opening. 



Slide 11 - Slide

Kun je een creatieve opening bedenken?

Slide 12 - Mind map

Creatieve opening

Citaat

Quiz

Raadsel

Humor

Anekdote

Bedankje

Een vraag aan je publiek

Enzovoorts...

Slide 13 - Slide

Tekststructuren
Afhankelijk van je onderwerp kies je 1 van onderstaande tekststructuren:

Slide 14 - Slide

Tekststructuren 2

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Wat is belangrijk aan je houding?

Slide 17 - Mind map

Houding
- Sta met twee benen op de grond. 
- Je knieën een beetje gebogen en niet op slot. 
- Je armen langs je lichaam. 
- Rug recht, schouders naar achteren. 
- Ogen het publiek in. 

Slide 18 - Slide

In een presentatie kun je verbale en non-verbale communicatie gebruiken.... 

Slide 19 - Slide

Wat is verbale communicatie?
A
Spreken
B
Spreken en luisteren
C
Met handen en voeten praten
D
Afbeeldingen gebruiken

Slide 20 - Quiz

Wat is een voorbeeld van non-verbale communicatie? (meerdere antwoorden mogelijk)
A
Tekens & Symbolen
B
Praten met handen en voeten
C
Lichaamshouding
D
Van je gezicht aflezen

Slide 21 - Quiz

Er mogen geen stiltes vallen tijdens mijn presentatie
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quiz

Tips voor gebruik van Powerpoint:
- Gebruik zo min mogelijk slides en zo min mogelijk tekst. 
- Gebruik hoofdletters en punten. 
- Gebruik de hele tijd hetzelfde lettertype.
- Maak opsommingen zichtbaar met nummers, liggende streepjes  of  bolletjes. 
- Oefen de presentatie met de slides.
- Kijk niet steeds om of het beeld wel in orde is. Dit gaat ten koste van het oogcontact. 
- Gebruik kleur voor duidelijkheid en nadruk en niet als versiering. 

Slide 23 - Slide

Tips:
- Spreek rustig en duidelijk. 
- Kijk je publiek aan en kijk niet te vaak op je spiekbriefje. 
- Bedenk voor jezelf van tevoren vragen. Welke vragen zouden de toehoorders kunnen stellen? Weet je daar een antwoord op? 
Zorg voor een logische indeling (kop - romp - staart) 
Duidelijke zinnen 
- Humor?!
- Wees creatief!
- Bedank je publiek

Slide 24 - Slide