voltooid, onvoltooid en bn

Lesdoelen
- je praat alleen als je aan de beurt bent
- je weet weer hoe je de pvtt, pvvt en vd spelt
- je leert hoe je het onvoltooid deelwoord spelt
- je leert hoe je voldooide en onvoltooide deelwoorden als bijvoeglijk naamwoord moet spellen
- je weet hoe de planning tot aan de volgende toets eruitziet
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with text slides.

Items in this lesson

Lesdoelen
- je praat alleen als je aan de beurt bent
- je weet weer hoe je de pvtt, pvvt en vd spelt
- je leert hoe je het onvoltooid deelwoord spelt
- je leert hoe je voldooide en onvoltooide deelwoorden als bijvoeglijk naamwoord moet spellen
- je weet hoe de planning tot aan de volgende toets eruitziet

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Lesprogramma
- Welkom en introductie (5 min) (verhalen en trailers)
- Terugblik en huiswerk (10 min)
- Uitleg ww-spelling (10 min)
- Zelfstandig werken / lezen (35 min)
- Afsluiting (5 min)

Slide 3 - Slide

Terugblik
hww en zww

Slide 4 - Slide

Huiswerk 
Opdracht 1, 2, 3 en 4 (blz. 91)

Slide 5 - Slide

Opdracht 4
1 Jeffrey (zn) en Wesley (zn) zullen (hww) wel verlof (zn) krijgen (zww) voor de (lw) bruiloft. 
2 Heb (hww) je al nagedacht (zww) over een (lw) verrassende (bn) bijdrage (zn) voor het (lw) familiefeest (zn)? 
3 De strenge (bn) docent (zn) keurde (zww) het opstel (zn) opnieuw (x) af (zww). 
Afkeuren = zww  
4 Tijdens de (lw) finale (zn) toonden (zww) de tegenstanders (zn) veel moed (zn). 
5 Je zult (hww) het (x) niet geloven (zww)! 
6 Een (x) van de (lw) sollicitanten (zn) verloor (zww) zijn geduld (zn) in de stille (bn) wachtkamer (zn). 

Slide 6 - Slide

WW-spelling
Persoonsvorm tegenwoordige tijd (PVTT): stam+t
Persoonsvorm verleden tijd (PVVT): sterk=klankverandering
zwak: verlengproef of 't (e)x-fokschaap 

Slide 7 - Slide

WW-spelling
Voltooid deelwoord (VD): handeling is afgerond (voltooid), - - staat een vorm van hebben, zijn of worden bij: 
Voor de laatste letter (d/t) kijk je naar sexy fokschaap/kofschip

Onvoltooid deelwoord (OD): handeling is aan de gang (onvoltooid)
spelling: hele werkwoord (infinitief) + d

Slide 8 - Slide


Wij zijn naar school gefietst (VD)
Wij gaan fietsend naar school (OD)

Slide 9 - Slide

Deelwoorden als bijvoeglijk naamwoord
Van voltooid deelwoorden en onvoltooide deelwoorden, kun je een bijvoeglijk naamwoord maken. 
Soms zet je er een e achter
REGEL: spel het bijvoeglijk naamwoord zo kort mogelijk

Slide 10 - Slide

Branden
VD: verbrand : de verbrande hand (niet verbrandde)

OD: brandend : een brandend vuur

Slide 11 - Slide

Vergroten
VD: vergroot: de vergrote foto (en dus niet vergrootte)

OD: vergrotend : een vergrotend effect

Slide 12 - Slide

Maar soms moet je voor de uitspraak wel tt of dd schrijven
bezette stoel (en niet bezete)
bekladde muur (beklade)

Slide 13 - Slide

Aan de slag
Wat:  Maak opdracht 2 blz. 127 en Lees  blz. 156 en maak opdracht 1, 2, 3, 4 en 5 en maak de herhalingsopdracht ww-spelling
Hoe: in stilte (je mag fluisterend een vraag stellen)
Klaar? ga lezen in je leesboek

Slide 14 - Slide

Afsluiting
Zijn de lesdoelen bereikt:
- je praat alleen als je aan de beurt bent 
- je weet weer hoe je de pvtt, pvvt en vd spelt 
- je leert hoe je het onvoltooid deelwoord spelt 
- je leert hoe je voldooide en onvoltooide deelwoorden als bijvoeglijk naamwoord moet spellen 
- je weet hoe de planning tot aan de volgende toets eruitziet

HUISWERK:  opdracht 2 blz. 127, opdracht 1, 2, 3, 4 en 5 (blz. 157) en de herhalingsopdracht

LEVER VANDAAG JE TRAILER IN

Slide 15 - Slide