22.09-3 vm wohnen vlog

Wohnen
1 / 16
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Wohnen

Slide 1 - Slide

Die Planung 

1. Luisteroefening meine Wohnung
2. Zelfstandige naamwoorden - meervoud
3. Opdracht - (filmpje maken)



Slide 2 - Slide

Leerdoel
  • Ik leer en  herken woorden die te maken hebben met het onderwerp wohnen
  • ik leer regels voor vormen van het zelfstandig naamwoord in het meervoud
  • Opgedane kennis kan ik toepassen in bijbehorende opdracht

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video


Lisa woont in de buurt van........

Slide 5 - Open question

Noem in het Duits 5 voorwerpen die je vindt in de woonkamer en zet de Nederlandse vertaling erachter.

Slide 6 - Open question

Noem in het Duits 4 voorwerpen die je vindt in de keuken en zet de Nederlandse vertaling erachter.

Slide 7 - Open question

Noem in het Duits 4 voorwerpen die je vindt in de slaapkamer en zet de Nederlandse vertaling erachter.

Slide 8 - Open question

Noem in het Duits 4 voorwerpen die je vindt in de badkamer en zet de Nederlandse vertaling erachter.

Slide 9 - Open question

Zelfstandige naamwoorden -mv
Mannelijke woorden krijgen de uitgang -e en een umlaut (bij a, o, u)

der Tisch - die Tische
der Kühlschrank - die Kühlschränke

Slide 10 - Slide

Zelfstandige naamwoorden -mv
Onzijdige woorden krijgen de uitgang -e
maar geen umlaut bij a, o of u
Das Jahr - die Jahre

Slide 11 - Slide

Zelfstandige naamwoorden -mv
Als mannelijke en onzijdige woorden eindigen op -el, -en, -er verandert er niets
der Fernseher - die Fernseher
das Waschbecken - die Waschbecken
das Badezimmer - die Badezimmer

Slide 12 - Slide

Zelfstandige naamwoorden -mv
Vrouwelijke woorden krijgen de uitgang -n of-en
die Toilette  - die Toiletten
die Dusche - die Duschen

Slide 13 - Slide

Video Aufgabe
Thema wohnen
3vm
filmpje opnemen 

Slide 14 - Slide

Opdracht: filmpje maken
Presenteer je kamer zoals in de volgende film. Gebruik de Duitse woorden en korte zinnetjes. 
Gebruik de de meubelen van het bladje en de woordenlijst (Textbuch, Seite 91). Denk ook aan de lidwoorden. Zet je presentaite in classroom.


Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video