Paragraaf 5.5 Nederland en migratie

5.5 Nederland en migratie
1 / 19
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

5.5 Nederland en migratie

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Vandaag
- Korte herhaling 5.4
- Theorie: Nederland en migratie
- Werken aan opgaven
- video: Integratie

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen:
- Je weet welke groepen migranten naar Nederland zijn gekomen

- Je begrijpt waarom migratie positieve en negatieve gevolgen voor de samenleving heeft

- Je kunt uitleggen waarom en op welke manier de houding van de Nederlandse overheid tegenover arbeidsmigratie is veranderd.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Naar welk Europees land zou iemand uit Algerije het snelst migreren?
A
Spanje
B
Nederland
C
Italië
D
Frankrijk

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Welke vorm van migratie is dat dan?
A
Koloniale migratie
B
Arbeidsmigratie
C
Vluchteling
D
Kennismigraite

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

In welke volgorde kwamen deze groepen landen naar Noord-West Europe gemigreerd?
Eerste groep
Tweede groep
Derde groep
Spanje, Portugal, Italië & Griekenland
Marokko, Algerije, Tunesië
Polen, Roemenië, Hongarije

Slide 6 - Drag question

This item has no instructions

Wat is geen doel van de EU t.a.v. migratie?
A
Opvang vluchtelingen dicht bij huis
B
Via internet informatie geven aan arme landen
C
Met boten vluchteling ophalen om verdrinking te voorkomen
D
Mensensmokkel aanpakken

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Migratie naar Nederland
  1.  Migranten uit voormalige koloniën
  2.  Gastarbeiders uit Middelandsezeegebied (wie eerst?)
  3.  Vluchtelingen
  4.  Arbeidsmigranten uit Oost-Europa (2004 en 2007)
  5. Kenniswerkers 

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Gevolgen van migratie
  • Multiculturele samenleving
  • Clustering van arbeidsmigranten en vluchtelingen in (westelijke) steden

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Gevolgen van migratie
  • Houding overheid t.o.v. arbeidsmigranten verandert: Van aanmoedigen naar afremmen
  • Strengere regels gezinshereniging met strenger integratiebeleid 

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Gevolgen migratie
  • Discussies over hoeveel migranten Nederland moet toelaten. 

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Multiculturele samenleving

  • Meerdere talen op straat 
  • Veel migranten zijn moslim, hindoe of van andere niet-christelijke religies
  • Toenemende diversiteit van restaurants, muziek en andere uitgaansgelegenheden

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Wonen waar werk is
In welke wijken wonen de arbeidsmigranten?
  • 19e eeuwse wijken
  • naoorlogse flatwijken
Waarom wonen arbeidsmigranten in deze wijken?
  • goedkope huizen
  • eigen voorzieningen
Hier wonen ook niet-migranten met een laag inkomen en opleiding. Juist in deze wijken kunnen spanningen ontstaan.


Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Integreren
Begin 21e eeuw kwam er een scherper integratiebeleid. 
Waar was dit beleid op gericht?
  • bevordering van integratie van mensen met een migratie-achtergrond
Hoe wilde men dit bereiken?
  • inburgeringsplicht  (taalonderwijs en kennis van de Nederlandse samenleving)

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Aan het werk:
Maak opgaven 1 t/m 5 van paragraaf 5.5

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Video

https://cdn.schooltv.nl/fileadmin/PROGRAMMA/Indeklas/Metropolis/Lesbrief_IDK_metropolis_integratie.pdf
Antwoorden
1a Je aanpassen aan de nieuwe cultuur,
zonder je eigen culturele gewoontes te
verliezen.
b Een samenleving waar mensen uit
verschillende culturen met hun eigen
gewoontes kunnen samenleven, de cultuur
waar je naar toe verhuisd bent en het
behouden van je eigen cultuur. 

2a Vlees van dieren die volgens 
Islamitische regels zijn geslacht. 
b Het is een typisch Nederlands
product, maar met een Islamitisch kenmerk.


3a Ze spreekt goed Engels. 
b Naar Poolse winkels en eet Poolse gerechten. 

4a Ze laten invloeden van buitenaf niet toe. 
b Ze vinden het samenleven van mensen van
verschillende status ook integratie. 

6a Bijvoorbeeld; moskee, toko, pizzeria. 
b Meer variatie in producten in de winkel

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen:
- Je weet welke groepen migranten naar Nederland zijn gekomen

- Je begrijpt waarom migratie positieve en negatieve gevolgen voor de samenleving heeft

- Je kunt uitleggen waarom en op welke manier de houding van de Nederlandse overheid tegenover arbeidsmigratie is veranderd.

Slide 19 - Slide

This item has no instructions