Les 4 - Rijm en metrum

Poëzie les 4
- Herhalen huiswerktheorie 
- Bespreken gedicht Tjitske Jansen
- Zelfstandig werken: opdrachten bij gedicht maken of lezen voor boekverslag of theorie voor volgende les leren


  • Toets op 7 april a.s.!
  • De eerste les na de toets lever je alle opdrachten van PF-4 in.
1 / 38
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Poëzie les 4
- Herhalen huiswerktheorie 
- Bespreken gedicht Tjitske Jansen
- Zelfstandig werken: opdrachten bij gedicht maken of lezen voor boekverslag of theorie voor volgende les leren


  • Toets op 7 april a.s.!
  • De eerste les na de toets lever je alle opdrachten van PF-4 in.

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Startopdracht (twee minuten):
Vertel in één zin hoe je weekend/week was. Stop een alliteratie of assonantie (of voor de echte helden: allebei!) in je zin.

Slide 2 - Open question

This item has no instructions

Mijn weekend was wel wat regenachtig

De regen zorgde voor verregende wegen. 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

VRAGEN OVER HET HUISWERK?

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Wat is de term voor het afbreken van een zin op een plaats waar in de zin juist géén pauze valt?

Slide 5 - Open question

This item has no instructions

Fout van de juf - Erik van Os
Ik had juf Mieke van groep zeven
een liefdesbrief geschreven.

Lacht ze: 'Kind, dat kan wel zijn
maar je bent nog veel te klein.'

Ze begaat een grote fout.

Denk maar niet dat ik op haar wacht.
Voor ze het weet ben ik getrouwd

met juf Anna van groep acht.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Het rijmschema abab - cdcd noemen we ook wel:
A
gepaard rijm
B
gekruist rijm
C
omarmend rijm
D
slagrijm

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Rekenles - Bette Westera
Strofe 2 uit het gedicht Rekenles:

De moeder van Michiel zou dat wel weten.
Ik niet. Ik vind het echt een nare som.
Nog even, zegt de juf, dan gaan we eten.
Ze staat er nog. De tijd is bijna om.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

De beklemtoonde lettergreep wordt gevolgd door één onbeklemtoonde lettergreep.
A
Mannelijk / staand rijm
B
Vrouwelijk / slepend rijm
C
Glijdend rijm

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Rijm
Mannelijk (staand) rijm is rijm waarbij na de beklemtoonde rijmende lettergreep geen lettergrepen volgen.

Vb: spaar - haar 

Vrouwelijk rijm: lopen - hopen. Na de beklemtoonde lettergreep volgt nog een onbeklemtoonde lettergreep. 

Glijdend rijm: kinderen-hinderen. Glijdend rijm, ook onzijdig rijm genoemd, is rijm waarbij na de beklemtoonde rijmende lettergreep nog twee onbeklemtoonde lettergrepen volgen.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Medeklinkerrijm noemen we ook wel
A
Alliteratie
B
Assonantie
C
Rime riche

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

De regelmatige afwisseling van sterkere en zwakkere syllaben noemen we ook wel
A
Elisie
B
Enjambement
C
Epenthesis
D
Metrum

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

'Noot - nood'
Dit is een voorbeeld van:
A
Alliteratie
B
Assonantie
C
Rime Riche
D
Synesthesie

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

'onherberrugzame verrukkingen'
Dit is een voorbeeld van:
A
Elisie
B
Enjambement
C
Epenthesis
D
Metrum

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Het einde van de zin valt niet samen met de versregel. Dit heet:
A
Elisie
B
Enjambement
C
Epenthesis
D
Metrum

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Hoe noem je deze soort eindrijm?

"Weet je wat ik heb gekregen?
Rode laarsjes voor de regen!
't Is toch niet waar, zei de giraf
Dikkertje, Dikkertje, Dikkertje, Dikkertje ik sta paf."
A
gepaard rijm
B
gekruist rijm
C
omarmend rijm
D
gebroken rijm

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Als je de rijm in letters zou moeten weergeven, hoe zou je de rijm dan weergeven? Noteer de vier letters achter elkaar. (XXXX)

"Weet je wat ik heb gekregen?
Rode laarsjes voor de regen!
't Is toch niet waar, zei de giraf
Dikkertje, Dikkertje, Dikkertje, Dikkertje ik sta paf."

Slide 17 - Open question

This item has no instructions

Hoe noem je deze soort eindrijm?

"Ik ben een God in 't diepst van mijn gedachten,
En zit in 't binnenst van mijn ziel ten troon
Over mij zelf en 't al, naar rijksgeboôn
Van eigen strijd en zege, uit eigen krachten."
A
gepaard rijm
B
gekruist rijm
C
omarmend rijm
D
gebroken rijm

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Hoe noem je deze soort eindrijm?

"Met opgetrokken schouders, toegeknepen ogen,
haast dravend en vaak hakend in de mat,
lelijk en onbeholpen aan zusters arm gebogen,
gaat elke week de idioot naar 't bad."
A
gepaard rijm
B
gekruist rijm
C
omarmend rijm
D
gebroken rijm

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Welke term past bij deze strofe van Herman Gorter?
"O ja, ik hou van je,
ik hou zo vrees’lijk van je,
ik wou het helemaal zeggen –
Maar ik kan het toch niet zeggen."
A
epenthesis
B
elisie
C
enjambement
D
aanstelleritis

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de functie van de middelen elisie en epenthesis?

Slide 21 - Open question

This item has no instructions

Antwoord
Om het metrum kloppend te krijgen

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Gedicht van de les:
Tjitske Jansen - 'De idioot op het dak' 

Open je boekje op blz. 19-20

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Slide 24 - Video

This item has no instructions

Uit hoeveel strofes bestaat het gedicht ' De idioot op het dak' ?
Noteer het cijfer.

Slide 25 - Open question

This item has no instructions

Welke versvorm komt het meeste voor in het gedicht 'De idioot op het dak'?

Slide 26 - Open question

This item has no instructions

Geef een voorbeeld van alliteratie uit de eerste strofe.

Slide 27 - Open question

This item has no instructions


deed de (r. 3)
koude kant (r. 3)
werk wat (r. 3)
werk ... we wat (r. 4)

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Wat voor gevoelens roept dit gedicht op?

Slide 29 - Mind map

Suggesties:
- plaatsvervangende schaamte
- medelijden
Hoe grappig vind je dit gedicht?
0100

Slide 30 - Poll

Waarom is het wel of niet grappig?
Hoeveel spanning zit er in dit gedicht?
0100

Slide 31 - Poll

Wat maakt dat er spanning in zit?
Wat valt je op aan de vorm van het gedicht?
(Ik zoek geen 'juist' antwoord, ben gewoon benieuwd naar wat je opvalt.)

Slide 32 - Open question

Mogelijke zaken om te bespreken:
- geen rijm
- meer een verhaaltje dan een gedicht?
- veel herhalingen
- veel enjambementen maar in de voordracht leest ze daaroverheen
- veel zinnen die beginnen met 'ik' 
STIJLFIGUREN
REPETITIO herhalen van woorden of woordgroepen 
  • Steeds als ik denk: nu laat ik de bel los, laat ik de bel niet los.  
  • Ik zoek waar ik beginnen kan met op het dak te klimmen. Een paar daken van zijn dak vandaan is een begin. Ik begin met op het dak te klimmen. Als ik drie daken heb gehad, ik ben er bijna.

PARALLELLISMEde structuur  van een zin wordt herhaald
  • Er was een jongen die de Domtoren op zijn arm had laten tatoeëren, 
  • een jongen die Chris heette, 
  • een jongen die later weer in Groningen ging wonen,
  • er was een jongen die het woord wist voor de geur die hertenwijfjes afscheiden.

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Welke voorbeelden van repetitio en parallellisme zie je nog meer?

Slide 34 - Open question

This item has no instructions

STIJLFIGUREN
REPETITIO herhalen van woorden of woordgroepen 
  • Zitten blijven! Zitten blijven! (strofe 6)

PARALLELLISMEde structuur  van een zin wordt herhaald
  • Ik zeg: ik ben geen inbreker (strofe 5)
  • Ik zeg dat ik me schaam (strofe 5)
  • Ik zeg: sorry, sorry. (strofe 7)
  • Ik zeg: ik ben geen inbreker (strofe 7)

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Leuk en aardig, die herhalingen, maar ... wat is het effect ervan?

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

BONUSVRAAG Een beroemd gedicht van
M. Vasalis heet "De idioot in het bad" (1940) en
Ingmar Heytze, de dichter uit de vorige les, heeft een gedicht met de titel "De idioot in het wak" geschreven.
Het gedicht van Tjitske Jansen heet "De idioot op het dak".
Welke term kun je hierop loslaten?
A
plagiaat
B
woordgrap
C
intertekstualiteit
D
satire

Slide 37 - Quiz

This item has no instructions

Aan de slag!
  • Werk de vragen en opdrachten bij dit gedicht uit (reader blz. 21-25). Voor je portfolio werk je de opdrachten bij één van de vier gedichten op blz. 20-29 uit; als de opdrachten bij dit gedicht je aanspreken, kun je kiezen voor dit gedicht. Je kunt ook wachten op een ander gedicht in de lessenreeks.

  • Werk aan je readymade (PF-4)
  • Werk de vragen van les 2 verder uit (PF-4)
  • Zoek mooie regels uit dichtbundels (PF-4)
  • Lees in je boek of werk aan je boekverslag (deadline boekverslag: 18 april)
  • Doe je leerwerk voor de volgende les: leer de termen V Beeldspraak

Slide 38 - Slide

This item has no instructions