De pubertijd

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Thema 4 voortplanting 

en seksualiteit

Basisstof 1:

De pubertijd

Lesplanning 

Aanwezigheid en boekencontrole

Mededelingen: 

Uitleg van basisstof 1 'De pubertijd'

Maak van basisstof 1 'De pubertijd' vraag 1 t/m 8

Lesdoelencheck

Vooruitblik op de volgende les

Lesdoel van deze les

1. Weet je wat primaire en secundaire geslachtskenmerken zijn. 
2. Weet je wat er in de puberteit gebeurt. 
3. Kun je een schema van ontwikkeling van jongens en meisjes lezen. 

Wat weet je al over de puberteit?

De pubertijd

Veranderingen:

• Lichamelijk
• Geestelijk
• Sociaal

Hormonen

Geslachtskenmerken

Kenmerken waaraan je kan zien of iemand een 

jongen of een meisje is. 

Er zijn 2 soorten geslachtskenmerken:

1. PRIMAIRE geslachtskenmerken
2. SECUNDAIRE geslachtskenmerken

PRIMAIRE geslachtskenmerken

•  Zie je meteen bij de geboorte.
• Meisjes hebben schaamlippen en een vagina.
• Jongens hebben een penis en een balzak

SECUNDAIRE geslachtskenmerken

• Jongens krijgen een baard en borsthaar. 
• Ze krijgen meer spieren en 
• 'de baard in de keel'.

SECUNDAIRE geslachtskenmerken

• Meisjes krijgen rondere lichaamsvormen. 
• Ze krijgen borsten en bredere heupen. 
• Eerder dan jongens in de pubertijd

Schaamhaar 

Zowel jongens als meisjes krijgen schaamhaar onder hun oksels en op hun geslachtsorganen.

Schaamhaar is géén secundair geslachtskenmerk. 

Het is niet typisch voor een jongen of meisje. Iedereen krijgt het. 

Schaamhaar

1. is een primair geslachtskenmerk
2. is een secundair geslachtskenmerk
3. is geen geslachtskenmerk

Penis en balzak

1. zijn primaire geslachtskenmerken
2. zijn secundaire geslachtskenmerken

Rondere lichaamsvorm en borsten

1. zijn primaire geslachtskenmerken
2. zijn secundaire geslachtskenmerken

0

Aan het werk

Wat: Lees van basisstof 1 'De pubertijd' de theorie (blz 8, 9, 10, 11, 12, 13 en 14)

maak van basisstof 1 'De pubertijd' vraag 1 t/m 8 (blz 9, 11, 13 en 14)

Wanneer: deze les, en wanneer je het niet af krijgt, thuis afmaken!

Hulp:   tekst, lees goed!

              buurman/buurvrouw naast je

              de docent

              

Klaar: Laten controleren!

Tijd: 5 min voor de bel