Jager en bakker woorden

Spelling

Jager en bakker
Spelling
Jager en bakker
1 / 26
next
Slide 1: Slide
SpellingBasisschoolGroep 4,5

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Spelling

Jager en bakker
Spelling
Jager en bakker

Slide 1 - Slide

Leerdoelen van vandaag!
Vandaag leren we wat jager en bakker woorden zijn.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Vul in:
De boer was bezig met zijn....
A
schaappen
B
schaapen
C
schapen
D
schappen

Slide 4 - Quiz

Stappen naar succes
Stap 1: ik lees of luister de zin
Stap 2: ik zeg het woord in mijn hoofd of hardop
Stap 3: ik denk aan de regel:
Ik verdeel het woord in klankgroepen.
Ik hoor aan het einde van de klankgroep een lange klank, dus ik schrijf één teken
Stap 4: ik schrijf het woord op
Stap 5: ik controleer het woord

Slide 5 - Slide

Vul in:
Jurre weet veel over....
A
schepen
B
scheeppen
C
scheppen
D
scheepen

Slide 6 - Quiz

Vul in:
er vallen veel.......uit de boom
A
blaaderen
B
bladen
C
bladeren
D
bladderen

Slide 7 - Quiz

En nu jij!
nu hebben we even geoefend met jager woorden. In de volgende dia ga jij zoveel mogelijk jager woorden opschrijven.

Slide 8 - Slide

Jager woorden

Slide 9 - Mind map

Slide 10 - Video

Vul in:
De mevrouw bij de.....is niet zo snel.
A
kassaa
B
kasa
C
kacca
D
kassa

Slide 11 - Quiz

Stappen naar succes
Stap 1: ik lees of luister de zin
Stap 2: ik zeg het woord in mijn hoofd of hardop
Stap 3: ik denk aan de regel:
Ik verdeel het woord in klankgroepen.
Ik hoor aan het einde van de klankgroep een korte klank, dus ik schrijf twee tekens.
Stap 4: ik schrijf het woord op
Stap 5: ik controleer het woord


Slide 12 - Slide

Vul in:
De meester vindt pindakaas heel......
A
leker
B
lecker
C
lekker
D
lecer

Slide 13 - Quiz

Vul in:
Ik hou van kaas en.......op mijn brood.
A
komkomer
B
kommkommer
C
komkommer
D
kommkomer

Slide 14 - Quiz

En nu jij!
Nu hebben we geoefend met bakker woorden. In de volgende dia ga jij zoveel mogelijk bakker woorden opschrijven.

Slide 15 - Slide

Bakker woorden

Slide 16 - Mind map

Waar hoor je een korte klank?
A
B
C
D

Slide 17 - Quiz

Heeft peren een korte of lange klank
A
korte klank
B
lange klank

Slide 18 - Quiz

Bij welke woorden hoor je een korte klank aan het eind van de klankgroep?
A
bestemming
B
voorlezen
C
koffer
D
maatregel

Slide 19 - Quiz

Bij welk van deze woorden hoor je een korte klank aan het eind van een klankgroep?
A
kassa
B
krokodil
C
tomaten
D
dansspel

Slide 20 - Quiz

Heeft spelen een korte of lange klank
A
korte klank
B
lange klank

Slide 21 - Quiz

Bij welk van deze woorden hoor je een korte klank aan het eind van een klankgroep?
A
tafellaken
B
afstandsbediening
C
kikker
D
vazen

Slide 22 - Quiz

Wat doe je als er een korte klank staat aan het einde van een klankgroep?
A
Ik neem een stukje weg.
B
Ik schrijf de letter erna dubbel
C
Ik schrijf het zoals ik het hoor.

Slide 23 - Quiz

Wat moet ik doen bij de lange klank?
A
ik haal er eentje weg
B
ik schrijf het zoals ik het hoor
C
ik schrijf de medeklinker dubbel

Slide 24 - Quiz

Herken de lange klank
A
slapen
B
bakken
C
zorgen
D
gezond

Slide 25 - Quiz

Wat is een lange klank ?
A
paard
B
gezicht
C
rommel
D
zomer

Slide 26 - Quiz