Franse les (Klas 1 )

1 / 24
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Expliquer:
grammaire H
Dit grammatica-onderdeel gaat over de ontkenning.


Vraag:
Wie weet wat een ontkenning in het Nederlands is?

Hoe maak je de volgende zin in het Nederlands ontkennend?
Ik ga naar school.

Slide 2 - Slide

Grammaire H:
de ontkenning
Antwoord op de vorige vraag:
In het Nederlands maken we een zin vaak ontkennend door het woord 'niet' er achter te plakken.

Hoe doen we dat dan in het Frans?
In het Frans zijn er 2 woorden heel belangrijk:
ne en pas



Slide 3 - Slide

Grammaire H:
de toepassing
De regel is altijd de volgende:

Je zet 'ne' altijd voor de persoonsvorm,
'pas' zet je er altijd achter!

Bijvoorbeeld.
Je vais à l'école
Je ne vais pas à l'école.

Slide 4 - Slide

Grammaire H:
let even op!
Wanneer het werkwoord begint met een klinker (a/e/i/o/u) of een h, dan verandert ne in n’.

Voorbeelden:
J’habite à Ommen. -->
Je nhabite pas à Ommen.

J’aime le français. -->
Je naime pas le français.

Slide 5 - Slide

Grammaire H:
twee praktische tips
Tip 1: het vinden van de persoonsvorm.
Om de persoonsvorm te vinden: zoek naar:
- namen
- woorden als: je/tu/il/elle/on/nous/vous/ils/elles
De persoonsvorm staat hier altijd direct achter!

Tip 2: overzicht tijdens het so/proefwerk.
Als je op het so/proefwerk de persoonsvorm onderstreept, maak je het voor jezelf overzichtelijk waar de ontkenning moet komen te staan.

Slide 6 - Slide

Ne .........staat ...
A
achter de persoonsvorm
B
voor de persoonsvorm

Slide 7 - Quiz

pas ......staat
A
voor de persoonsvorm
B
na de persoonsvorm

Slide 8 - Quiz

Wat is de persoonsvorm?
''Je parle français.''

Slide 9 - Open question

Maak de zin ontkennend:
Je parle français.
met: ne.....pas

Slide 10 - Open question

Wat is de persoonsvorm in deze zin
Je parle français.
A
je
B
parle
C
français

Slide 11 - Quiz

Wat is de persoonsvorm van deze zin?
Ils oublient les livres.

Slide 12 - Open question

Maak deze zin ontkennend.
Ils oublient les livres.

Slide 13 - Open question

Maak deze zin ontkennend
Il regarde un film.

Slide 14 - Open question

Maak deze zin ontkennend.
Je parle anglais.

Slide 15 - Open question

De werkwoorden op   ''er''
Stap 1 : Je hebt het werkwoord ‘’parler’’ je haalt de –er eraf

Stap 2 : Dan houd je de stam over parl

Stap 3: de uitgang Je parle
                                        Tu parles

Slide 16 - Slide

deze zin is fout waarom?
Je aime.

Slide 17 - Open question

De uitgang van ''tu'' is ?
A
es
B
e
C
ez
D
ent

Slide 18 - Quiz

Tu .......... (chanter )
A
chante
B
chantes
C
chantons
D
chantent

Slide 19 - Quiz

Nous ..... (habiter)
A
habites
B
habite
C
habitez
D
habitons

Slide 20 - Quiz

Nous ......(chanter)

Slide 21 - Open question

Vous ........ (aimer)

Slide 22 - Open question

Je ....... (commencer)

Slide 23 - Open question

Ik begrijp de grammatica nu beter?
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Poll