Rood Vervolg B - H9 Procenten Les 1

De leerling kent de standaardmaten voor gewicht. (g en kg)

De leerling kan gewicht in grammen en kilogram op een analoge en digitale weegschaal aflezen, omrekenen en als kommagetal opschrijven.
1 / 22
next
Slide 1: Slide
RekenenPraktijkonderwijsLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

De leerling kent de standaardmaten voor gewicht. (g en kg)

De leerling kan gewicht in grammen en kilogram op een analoge en digitale weegschaal aflezen, omrekenen en als kommagetal opschrijven.

Slide 1 - Slide

De leerling kent de standaardmaten voor gewicht. (g en kg)

De leerling kan gewicht in grammen en kilogram op een analoge en digitale weegschaal aflezen, omrekenen en als kommagetal opschrijven.
Doel van de les:
Je kent de betekenis en schrijfwijze van procenten.

Je ziet het verband tussen eenvoudige percentages en de bijbehorende breuk.

Je kunt eenvoudige percentages (10%, 20%, 25% en 50%) als een breuk schrijven.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

De leerling kent de standaardmaten voor gewicht. (g en kg)

De leerling kan gewicht in grammen en kilogram op een analoge en digitale weegschaal aflezen, omrekenen en als kommagetal opschrijven.
9.1 - Wat zijn procenten? - les 1
Procenten kom je overal tegen.
Je herkent procenten aan het procentteken: %




les 1
Een getal met een procentteken erachter noem je een percentage.

60% is bijvoorbeeld een percentage.
Je spreekt 60% uit als 60 procent.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

De leerling kent de standaardmaten voor gewicht. (g en kg)

De leerling kan gewicht in grammen en kilogram op een analoge en digitale weegschaal aflezen, omrekenen en als kommagetal opschrijven.
9.1 - Wat zijn procenten? - les 1
les 1
100% is het totaal of het geheel.
Andere woorden voor 100% zijn: alles, iedereen en helemaal

Slide 6 - Slide

De leerling kent de standaardmaten voor gewicht. (g en kg)

De leerling kan gewicht in grammen en kilogram op een analoge en digitale weegschaal aflezen, omrekenen en als kommagetal opschrijven.
9.1 - Wat zijn procenten? - les 1
les 1
0% is niets.
Andere woorden voor 0% zijn: niks, geen en niemand.


Slide 7 - Slide

De leerling kent de standaardmaten voor gewicht. (g en kg)

De leerling kan gewicht in grammen en kilogram op een analoge en digitale weegschaal aflezen, omrekenen en als kommagetal opschrijven.
9.1 - Wat zijn procenten? - les 1
les 1
50% is de helft.
Een ander woord voor 50% is een halve.


Slide 8 - Slide

De leerling kent de standaardmaten voor gewicht. (g en kg)

De leerling kan gewicht in grammen en kilogram op een analoge en digitale weegschaal aflezen, omrekenen en als kommagetal opschrijven.
9.1 - Wat zijn procenten? - les 1
les 1
25% is een kwart.


Een kwart van de
kaarten is verkocht.
75% is driekwart.


Een driekwart van de
kaarten is verkocht.

Slide 9 - Slide

De leerling kent de standaardmaten voor gewicht. (g en kg)

De leerling kan gewicht in grammen en kilogram op een analoge en digitale weegschaal aflezen, omrekenen en als kommagetal opschrijven.
9.1 - Wat zijn procenten? - les 1
les 1
Deze mayonaise bestaat voor
driekwart uit olie.

Slide 10 - Slide

De leerling kent de standaardmaten voor gewicht. (g en kg)

De leerling kan gewicht in grammen en kilogram op een analoge en digitale weegschaal aflezen, omrekenen en als kommagetal opschrijven.
9.1 - Wat zijn procenten? - les 1
les 1
Een percentage is een deel van een totaal.
Het totaal is 100%.

Als je weet hoeveel procent een deel van een totaal is, kun je uitrekenen hoeveel procent het andere deel is.

Slide 11 - Slide

De leerling kent de standaardmaten voor gewicht. (g en kg)

De leerling kan gewicht in grammen en kilogram op een analoge en digitale weegschaal aflezen, omrekenen en als kommagetal opschrijven.
9.1 - Wat zijn procenten? - les 1
les 1
Hoeveel procent van de baby’s is een meisje?

60% van de baby’s is een jongen.
Het andere deel is dus een meisje.

Slide 12 - Slide

De leerling kent de standaardmaten voor gewicht. (g en kg)

De leerling kan gewicht in grammen en kilogram op een analoge en digitale weegschaal aflezen, omrekenen en als kommagetal opschrijven.
9.1 - Wat zijn procenten? - les 1
les 1
60% van de baby’s is een jongen.
Het andere deel is dus een meisje.

Je vult 60% aan tot 100%. (alle baby’s)

60% + 40% = 100%. (alle baby’s)
40% van de baby’s is een meisje.

Slide 13 - Slide

Hoeveel procent zie je hier
A
10 %
B
100%
C
de helft%
D
50%

Slide 14 - Quiz

Hoeveel procent zie je hier
A
de helft
B
100%
C
25%
D
50%

Slide 15 - Quiz

Hoeveel procent zie je hier
A
75 %
B
drie kwart
C
één kwart
D
50%

Slide 16 - Quiz

75 % = driekwart

Slide 17 - Slide

Vergelijken van procenten

Slide 18 - Slide

Vergelijken van procenten

Slide 19 - Slide


In welke fles Cola zit meer suiker?
A
In de grote fles.
B
In de kleine fles.
C
Evenveel in beide flessen.

Slide 20 - Quiz

In dit zwembad kan 2300 l. water. Ali heeft hem voor 55% gevuld. Jan voor 80%.
Wie heeft er het meeste water in?
A
Ali
B
Jan

Slide 21 - Quiz

De leerling kent de standaardmaten voor gewicht. (g en kg)

De leerling kan gewicht in grammen en kilogram op een analoge en digitale weegschaal aflezen, omrekenen en als kommagetal opschrijven.
maken: H9 Procenten
les 1
opdracht 2 tot en met 
opdracht 11 


WAT?
KLAAR?

Slide 22 - Slide