Vier takken links
1. Schrijver
2. Beoordelingswoorden (minimaal 3 argumenten)
3. Genre
4. Vertelperspectief
Midden:
Titel
Afbeelding (over inhoud van je boek)
Vandaag oefenen met drie takken rechts:
5. Personages (hoofdpersonen en bijfiguren (helper/tegenstander, karaktereigenschappen, onderlinge relaties)
6. Tijd (in welk tijd speelt het verhaal? Hoe weet je dat? Chronologie, terugverwijzing, vooruitwijzing, flashbacks, verteltijd, vertelde tijd)
7. Spanning (op welke manier bouwt de schrijver spanning op?)