4 introductieles Leesvaardigheid K

3BB introductieles
4 introductieles Leesvaardigheid
Welkom
ga rustig zitten 
1 / 34
next
Slide 1: Slide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3Leerroute 4

This lesson contains 34 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

3BB introductieles
4 introductieles Leesvaardigheid
Welkom
ga rustig zitten 

Slide 1 - Slide

3BB introductieles
4 introductieles - Leesvaardigheid - vandaag
- Kort uitleg over leesvaardigheid 
- Wat nodig - werkboek/laptop/pen
- Even herhalen en oefenen

Slide 2 - Slide

3BB introductieles
4 introductieles - Leesvaardigheid - vandaag
Leesvaardigheid wordt getoetst op het Centraal Examen (CE). Je moet een aantal teksten lezen en daarover krijg je vragen.

Dit jaar is er geen SE Leesvaardigheid, maar we oefenen het wel het hele jaar door. Hiervoor gebruiken we teksten uit eerdere examens, maar ook teksten uit je werkboek.

Slide 3 - Slide

3BB introductieles
4 introductieles - Leesvaardigheid - blz. 72
Veel vragen in het CE zijn meerkeuzevragen. Je moet dan kiezen uit een aantal antwoorden, meestal vier.
Zo pak je dat aan.
  1. Lees de vraag.
  2. Lees het gedeelte van de tekst waar de vraag over gaat.
  3. Bedenk zelf het antwoord. Kijk daarna of jouw antwoord bij de antwoorden staat.
  4. Staat jouw antwoord er niet bij? Kies dan het antwoord dat er het meest op lijkt.
  5. Twijfel je over een antwoord? Streep dan de antwoorden weg die zeker fout zijn. Kies het beste van de andere antwoorden.
  6. Twijfel je nog steeds? Kies het antwoord dat het eerst bij je opkwam.
  7. Weet je het antwoord echt niet? Ga dan verder met de volgende vragen. Beantwoord aan het eind de vragen die je hebt overgeslagen.
  8. Vul altijd een antwoord in. Als je niets invult, is je antwoord zeker fout.

Slide 4 - Slide

3BB introductieles
4 introductieles - Leesvaardigheid - blz. 
In het CE maak je soms ook andere soorten vragen:

  • Bij sommige vragen moet je een tabel invullen. Zorg dat je bij elk onderdeel een vakje invult. Je krijgt het punt alleen als je alle vakjes juist hebt ingevuld.
  • Bij sommige vragen moet je een zin uit de leestekst aanklikken. De zinnen waaruit je kunt kiezen, zijn gekleurd in de tekst. 
  • Sommige vragen zijn open vragen. Dan moet je een antwoord geven in je eigen woorden of je moet een zin uit de tekst letterlijk overnemen.

Slide 5 - Slide

3BB introductieles
Weet je het nog? Tekstdoelen - blz. 75
Tekstdoelen
tekstsoort
doel van de schrijver
Informeren
informatieve tekst
- de lezer informatie geven
- de lezer instructie geven
Overtuigen
overtuigende tekst
de lezer overtuigen van zijn mening
Activeren
activerende tekst
de lezer overhalen om iets te doen
Amuseren
amuserende tekst
de lezer vermaken

Slide 6 - Slide

3BB introductieles
Weet je het nog? Tekstverbanden en signaalwoorden - blz. 75
Tekstverband
Signaalwoorden
opsomming
en, ook, daarnaast, bovendien, als eerste, vervolgens, tot slot
tegenstelling
maar, toch, echter, daarentegen, integendeel, hoewel
voorbeeld
bijvoorbeeld, een voorbeeld (hier)van (is), zo, zoals, ter illustratie
reden of argument
omdat, want, daarom, vanwege, immers, namelijk
oorzaak-gevolg
doordat, hierdoor, met als gevolg
conclusie
dus, kortom, dan ook
volgorde
eerst, dan, daarna, vervolgens, ten slotte
tijd
terwijl, voordat, nadat, tijdens

Slide 7 - Slide

3BB introductieles
Weet je het nog? Tekstverbanden en signaalwoorden blz. 48
Tekstdoelen
tekstsoort
doel van de schrijver
Informeren
informatieve tekst
- de lezer informatie geven
- de lezer instructie geven
Overtuigen
overtuigende tekst
de lezer overtuigen van zijn mening
Activeren
activerende tekst
de lezer overhalen om iets te doen
Amuseren
amuserende tekst
de lezer vermaken

Slide 8 - Slide

3BB introductieles
Even oefenen met één tekst
  • Je krijgt één tekst en 8 vragen uit een examen.

  • Maak de vragen in alle rust volgens het stappenplan.....

  • De antwoorden bespreken we daarna.

Slide 9 - Slide

3BB introductieles
4 introductieles - Leesvaardigheid - blz. 72
Veel vragen in het CE zijn meerkeuzevragen. Je moet dan kiezen uit een aantal antwoorden, meestal vier.
Zo pak je dat aan.
  1. Lees de vraag.
  2. Lees het gedeelte van de tekst waar de vraag over gaat.
  3. Bedenk zelf het antwoord. Kijk daarna of jouw antwoord bij de antwoorden staat.
  4. Staat jouw antwoord er niet bij? Kies dan het antwoord dat er het meest op lijkt.
  5. Twijfel je over een antwoord? Streep dan de antwoorden weg die zeker fout zijn. Kies het beste van de andere antwoorden.
  6. Twijfel je nog steeds? Kies het antwoord dat het eerst bij je opkwam.
  7. Weet je het antwoord echt niet? Ga dan verder met de volgende vragen. Beantwoord aan het eind de vragen die je hebt overgeslagen.
  8. Vul altijd een antwoord in. Als je niets invult, is je antwoord zeker fout.

Slide 10 - Slide

3BB introductieles
4 introductieles - Nederlands waarom?
Sterker communiceren

praten en schrijven = zelfverzekerd overkomen
Kans op toekomst

Goede taal = meer kans op werk, opleiding of stage
Snap wat er gebeurt

Nieuws, brieven, regels: snap wat er echt staat. bekijk dingen kritisch
Omgaan met anderen

iemand écht begrijpen. Ruzies voorkomen. jezelf goed uiten.


Slide 11 - Slide

3BB introductieles
4 introductieles - PTA LJR4 Nederlands

Slide 12 - Slide

3BB introductieles
4 introductieles - Nederlands waarom?
Sterker communiceren

praten en schrijven = zelfverzekerd overkomen
Kans op toekomst

Goede taal = meer kans op werk, opleiding of stage
Snap wat er gebeurt

Nieuws, brieven, regels: snap wat er echt staat. bekijk dingen kritisch
Omgaan met anderen

iemand écht begrijpen. Ruzies voorkomen. jezelf goed uiten.


Slide 13 - Slide

3BB introductieles
4 introductieles - PTA LJR4 Nederlands

Slide 14 - Slide

3BB introductieles
4 introductieles - planning
SE Week 1  : 13-17 oktober          Mondelinge spreekvaardigheid (VLOG) 

SE Week 2  : 1 - 5 december      Kijk- en Luistervaardigheid

SE Week 3  : 2 - 6 februari '26    Schrijfvaardigheid

SE Week 4  : 23 -27 maart'26      Gespreksvaardigheid (Podcast) 

Het hele jaar door oefenen we met Leesvaardigheid en schrijfvaardigheid (Spelling en Grammatica.

Slide 15 - Slide

3BB introductieles
4 introductieles - volgende les
  • Uitleg over Vlog
  • Denk thuis vast na over een leesboek (fictie) voor je vlog.


Het hele jaar door oefenen we met Leesvaardigheid en schrijfvaardigheid (Spelling en Grammatica.

Slide 16 - Slide

3BB introductieles
4 introductieles -
Wat weten we eigenlijk van elkaar!
  • 2 personen voor het bord (zij mogen niet naar het bord kijken)
  • Op het bord staat een opdracht voor de klas. 
  • Ben je het eens met de opdracht dan ga je staan.
  • Weten de 2 personen waarom die personen staan?
  • Is een antwoord goed, dan gaat 1 persoon zitten, en komt er een nieuw persoon voor in de plaats. 

Slide 17 - Slide

3BB introductieles
Ga staan als .....
.... je thuis een kat hebt. 

Slide 18 - Slide

3BB introductieles
Ga staan als .....
... je het weekend naar het strand bent geweest.

Slide 19 - Slide

3BB introductieles
Ga staan als .....
... je vorig jaar nooit in het 'straflokaal' hebt gezeten.

Slide 20 - Slide

3BB introductieles
Ga staan als .....
... je wiskunde lastig vindt

Slide 21 - Slide

3BB introductieles
Ga staan als .....
... je vandaag met een fatbike naar school bent gekomen.

Slide 22 - Slide

3BB introductieles
Ga staan als .....
... minimaal 1 keer per week bij de Mac komt.

Slide 23 - Slide

3BB introductieles
Ga staan als .....
... je vegetariër bent.

Slide 24 - Slide

3BB introductieles
Ga staan als .....
... je een familielid hier op school hebt.

Slide 25 - Slide

3BB introductieles
Ga staan als .....
... je weet welke vervolgopleiding je wilt doen.

Slide 26 - Slide

3BB introductieles
Ga staan als .....
... je wil stoppen met vapen/roken.

Slide 27 - Slide

3BB introductieles
Ga staan als .....
... je in het Westland woont.

Slide 28 - Slide

3BB introductieles
Ga staan als .....
... je je telefoon in je kluisje hebt.

Slide 29 - Slide

3BB introductieles
Ga staan als .....
... je op hockey zit.

Slide 30 - Slide

3BB introductieles
Ga staan als .....
... je meer dan 20 uur in de week aan het gamen bent.

Slide 31 - Slide

3BB introductieles
Ga staan als .....
... je in de zomervakantie had afgesproken met iemand uit je klas.

Slide 32 - Slide

3BB introductieles
Ga staan als .....
... je in de vakantie een boek hebt gelezen.

Slide 33 - Slide

3BB introductieles
Ga staan als .....
... je in de vakantie een boek hebt gelezen.

Slide 34 - Slide