§8.2 de balans

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 4

Hoofdstuk 8: vergelijkingen

Welkom 

Zoek rustig een plek en pak alvast je spulletjes voor!

Regels

• Jassen liggen in het kluisje
• Eten en drinken in de tas
• We behandelen elkaar met respect

Wat gaan we vandaag doen?

Planning:

• Voorkennis
• Uitleg
• Oefenen
• Aan het werk 
• Vragen en afsluiting

Lesdoel

Je leert: 

•  hoe je een vergelijking oplost met een balans.

Uitleg 

Een balans blijft in evenwicht als je aan beide kanten hetzelfde erbij doet of eraf haalt.

Uitleg

Een balans blijft in evenwicht als je aan beide kanten hetzelfde erbij doet of eraf haalt.

Hoeveel knikkers zitten er in één zakje?

                                                

Uitleg

Een balans blijft in evenwicht als je aan beide kanten hetzelfde erbij doet of eraf haalt.

Hoeveel knikkers zitten er in één zakje?

Je kunt links en rechts 6 knikkers weghalen.

                                                

Uitleg

Een balans blijft in evenwicht als je aan beide kanten hetzelfde erbij doet of eraf haalt.

Hoeveel knikkers zitten er in één zakje?

Je houdt dan links 4 zakjes over

en rechts 8 knikkers                   

Uitleg

Een balans blijft in evenwicht als je aan beide kanten hetzelfde erbij doet of eraf haalt.

Hoeveel knikkers zitten er in één zakje?

In één zakje zitten dus twee knikkers.                                                

Uitleg

Hoeveel knikkers zitten er in één zakje?

Even op een rijtje...          

                               

Uitleg

Hoeveel knikkers zitten er in één zakje?

Even op een rijtje...          

Links en rechts 6 knikkers weghalen, dan delen door 4, geeft 2 knikkers per zakje (dus a = 2)                                    

Even oefenen...

Hoeveel wegen drie stukken
kaas samen?

1. 10 kg
2. 15 kg
3. 36 kg
4. 96 kg

Hoeveel weegt één hele kaas?

1. 10 kg
2. 15 kg
3. 12 kg
4. 9 kg

Uitwerking

Je ziet links drie kazen en rechts

drie gewichten van 10 kilo met 

drie gewichten van 2 kilo.

Uitwerking

Je ziet links drie kazen en rechts

drie gewichten van 10 kilo met 

drie gewichten van 2 kilo. 

In totaal is dat 3x10 + 3x2 = 30 + 6 = 36 kilo.

Uitwerking

Je ziet links drie kazen en rechts

drie gewichten van 10 kilo met drie

gewichten van 2 kilo. 

In totaal is dat 3x10 + 3x2 = 30 + 6 = 36 kilo.

Deze balans is in formulevorm gelijk aan 3k = 36

Uitwerking

Je ziet links drie kazen en rechts

drie gewichten van 10 kilo met drie

gewichten van 2 kilo. 

In totaal is dat 3x10 + 3x2 = 30 + 6 = 36 kilo.

Deze balans is in formulevorm gelijk aan 3k = 36

Delen door 3 geeft dan k = 36 :3 = 12 kilo

Maakwerk voor in de les

Doen:

• Maken H8 opdracht 8 t/m 14 
• Hoe: alleen of in duo's 
• Tijd: 
•  Klaar: aan de slag met de O- of U-opgaves 

Opmerkingen: 

Werk netjes onder elkaar. 

En...?

Wat hebben we vandaag geleerd?