eindexamentips

1 / 27
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 27 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Voorbeeld:
vraag 4 examen 2016-1
Het vertellen van de waarheid is ongewenst|, omdat het vertellen van de waarheid het leven moeilijker maakt. Ook zou het functioneren van welke complexe gemeenschap dan ook onmogelijk zijn. 

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Hoe zorg je ervoor dat je binnen het aantal woorden blijft?
  1. Formuleer eerst een goed antwoord zonder op het woordenaantal te letten. 
  2. Tel: heb je te veel woorden,  dan ga je kijken of je wel echt alleen het antwoord geeft dat gevraagd wordt. Nog steeds: de woorden die je herhaalt uit de vraag tellen niet mee.
  3. Haal overbodige woorden weg: GEEN lidwoorden, want dan krijg je telegramstijl.  
       
        Hij werd gestraft door de rechter. (6) De rechter strafte hem. (4)
       Als je te veel woorden hebt, dan ga je kijken of je wel echt alleen het antwoord  geeft dat gevraagd wordt.    
     Heb je te veel woorden, kijk dan of je alleen het gevraagde antwoord geeft

Geruststelling: Een goed antwoord is altijd mogelijk binnen 2/3 van het gegeven aantal.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Vergelijkingsvragen tussen tekst en fragment
Denk eerst na over de vorm van je antwoord
- een verschil heeft twee kanten:  Aan de ene kant het fragment.......... aan de andere kant de tekst....
- Overeenkomst: in de tekst en het tekstfragment staat allebei dat....

Lees goed wat je moet vergelijken. Zoek het antwoord eerst in het fragment (dat is korter, dus sneller te vinden).
Zoek daarna in de tekst naar het verschil of de overeenkomst.

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Wees positief, mijd iedere negatieve gedachte
De tekst is altijd heeeel interessant
En als ie dat niet is, dan fake je dat ie interessant is. Uit onderzoek blijkt dat mensen die een tekst interessant vinden hem beter maken. Deze onderzoeken bewijzen ook dat je dit kunt faken: als je doet of het onderwerp jou enorm interesseert, scoor je ook hoger.







Slide 24 - Slide

Wees positief, mijd iedere negatieve gedachte
De vraag is je beste vriend
Je kunt alleen maar tot een goed antwoord komen,  als je de vraag helemaal snapt, als je alle elementen belangrijk vindt en als je al die informatie gebruikt om een goed antwoord te geven. 
De samenstellers van het examen hebben alle informatie die jij nodig hebt in de vraag gestopt. 
Vind je een vraag stom, dan maak je hem slecht. Heb dus waardering voor de vraag: "Goede vraag," denk je dan "misschien heb ik hem nog niet goed genoeg gelezen".

Slide 25 - Slide

Wees positief, mijd iedere negatieve gedachte
Leesvaardigheid is puzzelen
Alle antwoorden staan in het examen, in de teksten of in de vragen, maar echt alle antwoorden heb je op je tafel liggen. 
Ze zijn goed verstopt, maar jij kunt ze vinden als je er je best voor doet. Echt waar. Je zit niet voor niks in die examenklas. Alle antwoorden staan immers in het examen. Besteed al je tijd, daar heb je plezier van.

Slide 26 - Slide

Wees positief, mijd iedere negatieve gedachte
Heb zin in het examen
Iets wat je leuk vindt, doe je namelijk altijd beter. Gebruik dit ook tijdens het studeren: beloon jezelf als je het verdient, maak het leuk.

Slide 27 - Slide