Macht: lichaamstaal en spreektaal

Macht: lichaamstaal en spreektaal
1 / 15
next
Slide 1: Slide
FilosofieMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Macht: lichaamstaal en spreektaal

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Hoe laat Trump zien dat hij macht heeft?

Slide 3 - Mind map

Slide 4 - Video

Hoe laat Trump zien dat hij macht heeft?

Slide 5 - Mind map

Lichaamstaal
Bij lichaamstaal gebruik je niet je stem maar een deel van je lichaam om iets te zeggen. Een ander woord voor lichaamstaal in non-verbale communicatie. Bij lichaamstaal gebruik je een bepaalde houding, gebaar, gezichtsuitdrukking en oogbewegingen. Lichaamstaal speelt een belangrijke rol bij communicatie. Het is niet alleen belangrijk wat je zegt met woorden maar ook met je lichaam. Je kunt met je lichaamstaal laten zien hoe je je voelt.

Slide 6 - Slide

Spreektaal 
Spreektaal is de taal die je gebruikt als je met elkaar praat. Je gebruikt je stem om iets te zeggen. Spreektaal noemen we verbale communicatie

Slide 7 - Slide

Hoe laat Trump zien dat hij de baas is?
Geef voorbeelden van lichaamstaal en spreektaal.

Slide 8 - Open question

In de grote opdracht heb ik vooral gebruik gemaakt van...
A
Lichaamstaal
B
Spreektaal

Slide 9 - Quiz

Iemand zegt: “Ik ben echt niet boos”, maar zijn armen zijn over elkaar gevouwen en zijn kaak is gespannen. Wat klopt hier niet?
A
Hij gebruikt lichaamstaal om sterk over te komen.
B
Zijn spreektaal klopt niet met zijn lichaamstaal.

Slide 10 - Quiz

Wat betekent het als iemand steeds oogcontact vermijdt tijdens een gesprek?
A
Ze zijn geïnteresseerd.
B
Ze liegen of voelen zich ongemakkelijk.
C
Ze luisteren goed.
D
Ze zijn boos.

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Video

Wie heeft de handdruk 'gewonnen'? Leg je antwoord uit met een beschrijving van lichaamstaal.

Slide 13 - Open question

Slide 14 - Video

Huiswerkopdracht: 
Mavo/havo: Zoek zelf op het internet een filmpje van Trump. En schrijf op met minimaal 3 voorbeelden hoe deze persoon lichaamstaal en spreektaal gebruikt om machtig over te komen. Minimaal 50 woorden.

Vwo: Zoek zelf op het internet een filmpje van een 'machtig persoon'. En schrijf op met minimaal 3 voorbeelden hoe deze persoon lichaamstaal en spreektaal gebruikt om machtig over te komen. Minimaal 50 woorden. 

Slide 15 - Slide