Woordenschat H3

Pak je leesboek en ga lekker lezen!
timer
15:00
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Pak je leesboek en ga lekker lezen!
timer
15:00

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we deze les doen?
  • Wat weet je nog?
  • Uitleg Woordenschat H3
  • Zelf aan de slag!



Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Voor we starten....
Noteer eerst het huiswerk in jouw Plenda.
Donderdag 27 januari:
  • Woordenschat H3: opdr. 1 t/m 9

Vrijdag 4 februari:
  • Woordenschat H4: opdr. 1 t/m 6
  • Woordenschat H5: opdr. 1 t/m 6



Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Opdracht: In de rode blokken is telkens één moeilijk woord onderstreept. Zoek de juiste woordenreeks bij de vier onderstreepte woorden. 
Voor de invulling van de taart gebruik je verschillende ingrediënten
In sommige talen bestaat het schrift alleen uit consonanten,
Rituelen ... horen nu eenmaal bij een huwelijksplechtigheid. 
In de zomer kun je in Nederland volop inheems fruit krijgen,
aardbeien, aalbessen, frambozen en vanaf augustus ook bramen
appels, gewelde rozijnen, kaneel, basterdsuiker, hazelnoten
b, d, f, g, l, m, enz.
elkaar het jawoord geven en de ringen aan elkaars ringvinger schuiven

Slide 4 - Drag question

Woordenschat H3 > startopdracht. Vraag 2 en 3 hierna stellen.
Doelen van de les:
  • Ik kan de betekenis van een onbekend woord raden met behulp van een voorbeeld.
  • Ik kan de betekenis van alle woorden en uitdrukkingen uit de paragraaf.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Woordenschat H3 - zoek een voorbeeld
In teksten staan soms voorbeelden om moeilijke woorden uit te leggen. Deze voorbeelden helpen je om de begrijpen wat de schrijver bedoelt. Een voorbeeld wordt vaak gebruikt:
  • na een signaalwoord: (bij)voorbeeld, zoals, denk maar aan ..., neem, namelijk, te weten, zo, ......
  • na een dubbele punt
  • voorafgaand aan een moeilijk woord of begrip

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 1 - blz. 84
We maken samen opdracht 1. Deze opdracht mag je straks dus overslaan.

OPDRACHT 1
Schrijf voor jezelf bij elk woord een(of meer) voorbeeld(en) dat de betekenis verduidelijkt.
  1. auteur
  2. epos
  3. interesses
  4. klassieker
  5. sociale media
timer
3:00

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

auteur

Slide 8 - Mind map

This item has no instructions

epos

Slide 9 - Mind map

This item has no instructions

interesses

Slide 10 - Mind map

This item has no instructions

klassieker

Slide 11 - Mind map

This item has no instructions

sociale media

Slide 12 - Mind map

This item has no instructions

Ik kan de betekenis van een onbekend woord raden met behulp van een voorbeeld.
😒🙁😐🙂😃

Slide 13 - Poll

This item has no instructions

Aan de slag!
Maak H3 Woordenschat (blz. 84 t/m 87): opdr. 2 t/m 9.
Je mag dit samen doen, maar overleg zachtjes.

Klaar? 
Leer de woorden van de woordenlijst of ga lezen uit je leesboek.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Einde van de les
Leerdoelen:
  • Ik kan de betekenis van een onbekend woord raden met behulp van een voorbeeld.
  • Ik kan de betekenis van alle woorden en uitdrukkingen uit de paragraaf.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk
Donderdag 27 januari:
Woordenschat H3: opdr. 1 t/m 9

Vrijdag 4 februari:
Woordenschat H4: opdr. 1 t/m 6
Woordenschat H5: opdr. 1 t/m 6


Slide 16 - Slide

This item has no instructions