Paragraaf 6.4 - Duurzaam leven

6.4 Duurzaam leven
Leerdoel(en) van deze les:

  • Je kunt voorbeelden van duurzame keuzes geven
  • Je kunt maatregelen noemen om minder afval te produceren
1 / 11
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 11 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

6.4 Duurzaam leven
Leerdoel(en) van deze les:

  • Je kunt voorbeelden van duurzame keuzes geven
  • Je kunt maatregelen noemen om minder afval te produceren

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

6.4 Duurzaam leven
Hoe kun jij duurzamer leven?

  • Milieubewust / duurzaam > als je kiest voor dingen
    die zuinig met grondstoffen en energie zijn en die
    het minst schadelijk zijn voor het milieu
    - zuinig met energie
    - afval scheiden
    - duurzame producten gebruiken (te herkennen aan een keurmerk)
  • Keurmerk > een label waaraan je (duurzame) producten
    kunt herkennen

Slide 3 - Slide

6.4 Duurzaam leven
Hoe zorg je dat er minder afval komt?

  • Spullen recyclen of hergebruiken
    - afval goed scheiden om te recyclen
    - tweedehands spullen kopen of verkopen (bijv. marktplaats)
  • Verbod op gratis plastic tasjes in winkels
  • Volledig recyclebaar of biologisch afbreekbaar bekertjes
  • Plastic vervangen voor karton (rietjes, bordjes, bestek)

Slide 4 - Slide

6.4 Duurzaam leven
  • Wat? Maken 6.4 – Opdracht 1 t/m 8
  • Hoe? Blz. 150 t/m 154
  • Hulp? Eerst overleggen met buur, daarna docent vragen.
  • Tijd? 20 minuten
  • Uitkomst? Opdracht 1 t/m 8 is af. Niet af? Rest is huiswerk.
  • Klaar? Samenvatting dikgedrukte woorden maken (lijst)

Slide 5 - Slide

6.4 Duurzaam leven
Leerdoel(en) van deze les:

  • Je kunt maatregelen noemen om de voedselproductie duurzamer te maken
  • Je kunt maatregelen noemen om de uitstoot van afvalgassen te verminderen

Slide 6 - Slide

6.4 Duurzaam leven
Wanneer is je voedsel duurzaam?

  • Biologische landbouw > waar boeren zoveel mogelijk volgens natuurlijke kringlopen en milieu- en diervriendelijk werken
    1. dierlijke mest gebruiken i.p.v. kunstmest
    2. geen chemische gewasbeschermingsmiddelen gebruiken
    - onkruid weghalen met de hand of schoffelmachine
    - biologische plaagbestrijding gebruiken (plaagdieren bestrijden met natuurlijke vijand)
  • Biologische veeteelt > waar boeren zoveel mogelijk rekening houden met het welzijn van dieren
    - meer ruimte om los te lopen en ze kunnen ook naar buiten

Slide 7 - Slide

6.4 Duurzaam leven
Hoe verminder je de uitstoot van afvalgassen?

  1. Minder elektriciteit gebruiken
    - licht uit doen als je weggaat
    - niet onnodig apparaten stand-by
    - naar energielabels kijken bij aanschaf apparaten
  2. Duurzame energie gebruiken
    - duurzame energie > zonne- en windenergie

Slide 8 - Slide

6.4 Duurzaam leven

3. Biobrandstoffen gebruiken > brandstof gemaakt uit planten
- biodiesel uit algen > algen maken in zonlicht energierijke vetdruppeltjes > brandstof
- biogas uit afval > water met afvalstoffen waarin bacteriën het afval omzetten in gas
4. Rook en uitlaatgassen zuiveren
- fabrieken moeten rook zuiveren en koolstofdioxide opslaan
- auto's moeten een katalysator in de uitlaat hebben > schadelijke uitlaatgassen veranderen in minder schadelijke uitlaatgassen
- dieselauto's moeten een roetfilter hebben > houdt roetdeeltjes tegen > minder fijnstof

Slide 9 - Slide

6.4 Duurzaam leven

Slide 10 - Slide

6.4 Duurzaam leven
  • Wat? Maken 6.4 – Opdracht 9 t/m 20
  • Hoe? Blz. 154 t/m 159
  • Hulp? Eerst overleggen met buur, daarna docent vragen.
  • Tijd? 20 minuten
  • Uitkomst? Opdracht 9 t/m 20 is af. Niet af? Rest is huiswerk.
  • Klaar? Samenvatting dikgedrukte woorden maken (lijst)

Slide 11 - Slide