7 oktober 2020

Les devoirs




Vrijdag 9 oktober: SO Chapitre 1: vocabulaire AB - grammaire CG
Huiswerk voor vandaag:
Ex. 27, 29, 30
Vocabulaire AB - grammaire CG
Huiswerk voor de volgende les:
Ex. 31de, 32, (33* is geen huiswerk)
Je mag ook verder werken
Vocabulaire AB - grammaire C - grammaire G
1 / 19
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Les devoirs




Vrijdag 9 oktober: SO Chapitre 1: vocabulaire AB - grammaire CG
Huiswerk voor vandaag:
Ex. 27, 29, 30
Vocabulaire AB - grammaire CG
Huiswerk voor de volgende les:
Ex. 31de, 32, (33* is geen huiswerk)
Je mag ook verder werken
Vocabulaire AB - grammaire C - grammaire G

Slide 1 - Slide

2H2

Slide 2 - Slide

Vocabulaire F
Daarna laat ik het huiswerk zien & antwoorden om je huiswerk na te kijken

Slide 3 - Slide

Corriger ex. 24 & 25
24a
1. Tu connais
2. anniversaire
3. a invité
4. venir
5. à partir de
6. acheter
7. tu as envie de
8. essayer
24b
2. Il est cinq heures et demie
3. Il est cinq heures et quart
4. Il est minuit
5. Il est deux heures et quart
6. Il est dix heures
25
1. Tu as un rendez-vous?
2. Il est comment?
3. Il a les cheveux noirs et les yeux bleus.
4. On va à la fête de son copain demain soir.
Klaar met nakijken?
Werk dan aan 26, 27, (28*), 29, 30 // leren: voca AB - grammaire CG

Slide 4 - Slide

Grammaire G
  • Herhaling présent/passé composé
  • vouloir als hulpwerkwoord
  • Ex. 26cde nakijken

Slide 5 - Slide

r
rr

  • Samen kijken naar ex. 27



  • Begin zelf aan ex. 27, (28*), 29, 30



Klaar? Je mag verder werken aan de opdrachten uit chapitre 1

Daarna kun je gaan leren: vocabulaire ABEF - grammaire C - grammaire G - être, avoir, faire, regelmatige ww op -er



timer
10:00

Slide 6 - Slide

Les devoirs




Vrijdag 9 oktober: SO Chapitre 1: vocabulaire AB - grammaire CG
Huiswerk voor vandaag:
Ex. 24, 25, 26
Vocabulaire AB - grammaire C
Huiswerk voor de volgende les:
Ex. 27, (28*), 29, 30
Vocabulaire AB - grammaire C - grammaire G

Slide 7 - Slide

2H3

Slide 8 - Slide

Les devoirs




Vrijdag 9 oktober: SO Chapitre 1: vocabulaire AB - grammaire CG
Huiswerk voor vandaag:
Ex. 24, 25, 26
Vocabulaire E helemaal & F (l'anniversaire t/m connaître) - grammaire C
Huiswerk voor de volgende les:
Ex. 27, (28*), 29, 30
Vocabulaire AB - grammaire C - grammaire G

Slide 9 - Slide

Corriger ex. 24 & 25
24a
1. Tu connais
2. anniversaire
3. a invité
4. venir
5. à partir de
6. acheter
7. tu as envie de
8. essayer
24b
2. Il est cinq heures et demie
3. Il est cinq heures et quart
4. Il est minuit
5. Il est deux heures et quart
6. Il est dix heures
25
1. Tu as un rendez-vous?
2. Il est comment?
3. Il a les cheveux noirs et les yeux bleus.
4. On va à la fête de son copain demain soir.
Klaar met nakijken?
Werk dan aan 26, 27, (28*), 29, 30 // leren: voca AB - grammaire CG

Slide 10 - Slide

Grammaire G
  • Herhaling présent/passé composé
  • vouloir als hulpwerkwoord
  • Ex. 26cde nakijken

Slide 11 - Slide

r
rr

  • Samen kijken naar ex. 27



  • Begin zelf aan ex. 27, (28*), 29, 30



Klaar? Je mag verder werken aan de opdrachten uit chapitre 1

Daarna kun je gaan leren: vocabulaire ABEF - grammaire C - grammaire G - être, avoir, faire, regelmatige ww op -er



timer
10:00

Slide 12 - Slide

Les devoirs




Vrijdag 9 oktober: SO Chapitre 1: vocabulaire AB - grammaire CG
Huiswerk voor vandaag:
Ex. 24, 25, 26
Vocabulaire E helemaal & F (l'anniversaire t/m connaître) - grammaire C
Huiswerk voor de volgende les:
Ex. 27, (28*), 29, 30
Vocabulaire AB - grammaire C - grammaire G

Slide 13 - Slide

2H1

Slide 14 - Slide

Les devoirs




Vrijdag 9 oktober: SO Chapitre 1: vocabulaire AB - grammaire CG
Huiswerk voor vandaag:
Ex. 24, 25, 26
Vocabulaire E helemaal & F (l'anniversaire t/m connaître) - grammaire C
Huiswerk voor de volgende les:
Ex. 27, (28*), 29, 30
Vocabulaire AB - grammaire C - grammaire G

Slide 15 - Slide

Corriger ex. 24 & 25
24a
1. Tu connais
2. anniversaire
3. a invité
4. venir
5. à partir de
6. acheter
7. tu as envie de
8. essayer
24b
2. Il est cinq heures et demie
3. Il est cinq heures et quart
4. Il est minuit
5. Il est deux heures et quart
6. Il est dix heures
25
1. Tu as un rendez-vous?
2. Il est comment?
3. Il a les cheveux noirs et les yeux bleus.
4. On va à la fête de son copain demain soir.
Klaar met nakijken?
Werk dan aan 26, 27, (28*), 29, 30 // leren: voca AB - grammaire CG

Slide 16 - Slide

Grammaire G
  • Herhaling présent/passé composé
  • vouloir als hulpwerkwoord
  • Ex. 26cde nakijken

Slide 17 - Slide

r
rr

  • Samen kijken naar ex. 27



  • Begin zelf aan ex. 27, (28*), 29, 30



Klaar? Je mag verder werken aan de opdrachten uit chapitre 1

Daarna kun je gaan leren: vocabulaire ABEF - grammaire C - grammaire G - être, avoir, faire, regelmatige ww op -er



timer
10:00

Slide 18 - Slide

Les devoirs




Vrijdag 9 oktober: SO Chapitre 1: vocabulaire AB - grammaire CG
Huiswerk voor vandaag:
Ex. 24, 25, 26
Vocabulaire E helemaal & F (l'anniversaire t/m connaître) - grammaire C
Huiswerk voor de volgende les:
Ex. 27, (28*), 29, 30
Vocabulaire AB - grammaire C - grammaire G

Slide 19 - Slide