Les 1 Kopen en Werken

• Economie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Begroten

Hoofdstuk 1 Kopen en Werken

lesdoelen

- Budgetlijn tekenen, aflezen en aanpassen aan veranderingen;

- Bedragen naar verschillende periodes omrekenen;

- Een begroting voor een huishouden lezen en opstellen. 

Vragen naar aanleiding van de opdrachten?

Wat is het verschil tussen zakgeld en geld dat je verdient met een bijbaantje?

Thijs krijgt 9 euro zakgeld per week, hoeveel is dit per maand?

1. 36
2. 39
3. 40
4. 45

Omrekenen!

Van maand naar week of week naar maand: eerst jaarbedrag berekenen!

Maandbedrag nodig: deel het jaarbedrag door 12;

Weekbedrag nodig: deel het jaarbedrag door 52.

Sterre krijgt 54 euro per maand aan kleedgeld, hoeveel is dit per week?

Giraal of chartaal? 

Giraal of chartaal? 

Budgetlijn

- Een budgetlijn laat zien hoe je je geld kan besteden;

- Verschillende combinaties van twee bestedingsmogelijkheden;

- Bereken hoeveel je kunt kopen van een product wanneer je je hele budget hieraan uitgeeft. 

Het zakgeld van Nick

Bladzijde 10 in de lesbrief Kopen en Werken!

a) Hoeveel kaasbroodjes en hoeveel rollen koek kan Nick maximaal kopen per week?
b) Hoeveel kaasbroodjes kan Nick kopen als hij zes rollen koekjes heeft gekocht?

c) Teken de budgetlijn in bron 1.2. Waar staan de punten op de x-as en y-as?

d) Hoeveel rollen koek kan Nick per week kopen als hij 8 kaasbroodjes koopt?

1. 6
2. 8
3. 9
4. 10

e) Nieuwe budgetlijn: kaasbroodjes zijn nu € 1 per stuk. Waar staan de punten op de x-as en y-as?

f) Hoeveel rollen koek kan Nick per week kopen als hij 8 kaasbroodjes koopt (kaasbroodjes: € 1)?

1. 7
2. 5
3. 6
4. 4

g) Nieuwe budgetlijn: Nick krijgt nu € 16 euro zakgeld. Waar staan de punten op de x-as en y-as?

h) Hoeveel rollen koek kan Nick per week kopen als hij 8 kaasbroodjes koopt (budget: € 16; kaasbroodjes: € 1)?

1. 10
2. 12
3. 5
4. 7

Samenvattend!

• Begroting = Een overzicht van alle inkomsten en uitgaven die je verwacht te hebben voor de komende periode;
  
• Drie soorten uitgaven: huishoudelijke uitgaven, vaste lasten en reserveringen. 
  

Exit ticket: noem een ding dat je tijdens de les hebt geleerd!

Afsluiting

Huiswerk of zelfstandig in de klas: 

Opdrachten 1.13 t/m 1.17 uit hoofdstuk 1 

(lesbrief Kopen en Werken)

Succes!