A klimaat - Tropisch, veel regen, daardoor veel bomen
A klimaat - Savanne, heeft droge droge periode, gras met verspreid bomen
B klimaat - Woestijn, droog weinig water, groeit niks
B klimaat - Steppe, geen bomen wel grassen
C klimaat - Loofbomen en naaldbomen - eiken, berken, beuken in de herfst verliezen ze hun blad
D klimaat - Loof en naaldbomen, korte zomer, veel naaldbos
E klimaat - Altijd onder het vriespunt, er groeit dan niks. Wel boven vriespunt, mossen.