NL blok 5 - week 17 - les 1 en 2 - zelfstandig en hulpww

Nederlands - blok 5
Week 17
- Ik kan het zelfstandig werkwoord in de zin benoemen.
- Ik kan het hulpwerkwoord in de zin benoemen. 
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Nederlands - blok 5
Week 17
- Ik kan het zelfstandig werkwoord in de zin benoemen.
- Ik kan het hulpwerkwoord in de zin benoemen. 

Slide 1 - Slide

Programma
Op school: spel
Online: alleen samen opstarten, daarna geen les.
(morgen doen we 't andersom)

Slide 2 - Slide

Toets bespreken
Groep B: vanmiddag half 2 tot 2? 
Groep A: morgen 1e uur?
En: AK

Slide 3 - Slide

Huiswerk
Maken: 6, 8, 10, 11, 14, 20.

Uitdaging: 21
Pagina: 227-234
KIJK OOK NA

Slide 4 - Slide

Planning
Week 17: hulpwerkwoord, zelfstandig werkwoord, meew. vw. 
Week 18+19: vakantie
Week 20: spelling bezitsvorm en getallen
Week 21: SO 
Daarna nog drie weken oefenen met leesteksten en dan krijg je in de toetsweek een leestoets over hoofdstuk 1 t/m 5. 

Slide 5 - Slide

Zelfstandig werkwoord of hulpwerkwoord?

Een zin kan één of meer werkwoorden bevatten. 

Het zelfstandige werkwoord geeft de handeling/actie aan.
Het hulp werkwoord is nodig om een zin met een voltooid deelwoord of heel werkwoord compleet te maken. 

Slide 6 - Slide

Zelfstandig ww of hulpww?

Ik fiets. 
Ik ga fietsen.
Ik heb gefietst.

Slide 7 - Slide

Oefen in tweetallen
Je krijgt een blad met de opdracht.
In tweetallen. 
Stof: pv, inf, volt.dw., zelfst. ww en hulpww. 
Volg de instructies. Je hebt de 11 qr-codes nodig die in het  op het lesplein hangen (sommige dubbel). 
Je hebt 15 minuten de tijd. 
Klaar? Kom in het lokaal de antwoorden nakijken.
timer
15:00

Slide 8 - Slide

''Morgen ga ik met mijn zusje wandelen.''
A
ga = hulp ww en wandelen = zelfst. ww
B
Ga = zelfst. ww Wandelen = hulp ww.

Slide 9 - Quiz

''Hij is voor de opleiding geslaagd.''
A
is = hulp ww Geslaagd = zelst. ww
B
is = zelst. ww geslaagd = hulp ww

Slide 10 - Quiz

''Wij zouden een auto hebben gekocht.''
A
zouden + gekocht = hulp ww en hebben = zelfst. ww.
B
zouden + hebben = hulp ww en geslaagd = zelst. ww

Slide 11 - Quiz

''Zij hebben hun huiswerk gemaakt.''
A
hebben = zelfst. ww. gemaakt = hulp ww
B
hebben = hulp ww gemaakt = zelfs. ww

Slide 12 - Quiz

Weet je nu het zelfstandige werkwoord en het hulpwerkwoord in de zin te benoemen?
Ja
Nee

Slide 13 - Poll