unité 1: grammaire lidwoord + herhaling être

BONJOUR ET BIENVENUE
Bonjour
et 
bienvenue!!
1 / 22
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

BONJOUR ET BIENVENUE
Bonjour
et 
bienvenue!!

Slide 1 - Slide

la tâche de début
Vocabulaire
Overleg in tweetallen. 









Traduis - Vertaal onderstaande woorden
  • Het jongetje
  • Het meisje
  • de klas
  • de school
  • Het boek
timer
2:00

Slide 2 - Slide

Aujourd'hui
  • La tâche de début
  • grammaire: lidwoord
  • au travail! fait les exercices

Slide 3 - Slide

Prenez ton chromebook
Log in sur lessonup.app.

Gebruik je eigen naam.



Slide 4 - Slide

L'article / Het lidwoord

Wat is een lidwoord?

Slide 5 - Slide

L'article / Het lidwoord
In het Nederlands heb je 3 lidwoorden: DE, HET & EEN 
(bijvoorbeeld: HET boek, DE appel, EEN auto.)

In het Frans heb je er 5:
  • Le
  • la
  • les
  • un
  • une

Slide 6 - Slide

(het) ...... livre
A
le
B
la

Slide 7 - Quiz

LE
LA
pays
fille
madame
classe
fille
France
rue
collège
garçon
quartier
monsieur
garçon

Slide 8 - Drag question

L'article / Het lidwoord
In het Frans zijn zelfstandig naamwoorden mannelijk of vrouwelijk.

Le = mannelijk enkelvoud                   (le frère, le garçon)
La = vrouwelijk enkelvoud                   (la fille, la sœur)
l' = klinkerbotsing                                   (l'ami, l'hôtel)
les = meervoud                                        (les frères, les filles, les amis)

In de woordenlijst (vocabulaire) staat er altijd le/la of (m)/(v)

Slide 9 - Slide

De school
......école
A
le
B
la
C
l'
D
les

Slide 10 - Quiz

De klas
.......classe
A
le
B
la
C
l'
D
les

Slide 11 - Quiz

de meisjes
.........filles
A
le
B
la
C
l'
D
les

Slide 12 - Quiz

Maak meervoudig:
le garçon (de jongen)
.........................(de jongens)
A
Les garçon
B
le garçons
C
les garçons
D
l'garçons

Slide 13 - Quiz

Maak meervoudig:
la passion (de hobby)
.........................(de hobby's)
A
La passions
B
les passions
C
l'passions
D
les passion

Slide 14 - Quiz

Maak meervoudig
De stad = la ville
de steden = ....................

Slide 15 - Open question

DE/HET
Le = mannelijk enkelvoud                   
La = vrouwelijk enkelvoud                  
l' = klinkerbotsing                                  
les = meervoud

EEN
UN = mannelijk enkelvoud
UNE = vrouwelijk enkelvoud                                  

Le frère = un frère (de/een broer)
La fille = une fille (de/een meisje)

LE --> UN
LA --> UNE



Slide 16 - Slide

UN
UNE
pays
fille
madame
classe
fille
France
rue
collège
garçon
quartier
monsieur
garçon

Slide 17 - Drag question

Tot slot
Het lidwoord 'een' vertaal je met un of une
un collège, une fille, un hôtel, etcetera....

Bij meervouw gebruik je in het Nederlands geen lidwoord. In het Frans gebruik je DES
un collège --> des collèges
un ami --> des amis
une fille --> des filles

Slide 18 - Slide

Samenvatting
le, la, les & l' = de & het
un & une       = een

Wanneer je iets in meervoud wil zetten:

le garçon - les garçons
un garçon - des garçons

Slide 19 - Slide

Fini


Ruim je chromebook op en pak je lesboek op pagina 25

Slide 20 - Slide

Prenez ton livre
Maak exercices 16A, B, C &  D 

Je mag hardop overleggen in tweetallen

Klaar? 
  1. de vocabulaire van apprendre 1 t/m 5 leren. (blz 39)
timer
10:00

Slide 21 - Slide

Lesafsluiting
Hoe zeg je in het Frans:
  • Het boek
  • De laptop
  • Mevrouw, mag ik naar de wc?
  • Kunt u dat herhalen?

Slide 22 - Slide