Van een land is het volgende bekend met betrekking tot de inkomensverdeling van huishoudens in een bepaald jaar. Het betreft de verdeling van de primaire inkomens en secundaire inkomens. De overheid van dit land past het draagkrachtbeginsel toe.
a. Welke curve in de figuur heeft betrekking op de primaire inkomens, curve 1 of curve 2? Verklaar het antwoord.
b. Bepaal aan de hand van de figuur hoeveel procent van het totale primair inkomen verdiend wordt door de rijkste 30%-huishoudens.
c. Als voor elk huishouden het secundair inkomen stijgt met € 100, wordt de verdeling van de secundaire inkomens dan gelijker, ongelijker of blijft deze gelijk? Is er dan sprake van nivellering, denivellering of geen van beide? Verklaar het antwoord.
e. Stel dat voor elk huishouden het secundair inkomen stijgt met 5%, wordt de verdeling dan gelijker, ongelijker of blijft deze gelijk? Verklaar het antwoord.