H8 - §8.4 Toonhoogte

• Science
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Welkom in de les

Vandaag:

• terugblik
• lesdoelen §8.4
• instructie §8.4
• Maken opdrachten
• Afsluiten les 

 

§8.4 - Toonhoogte

Vragen §8.3

Terugblik

Opgave 41

Opgave 41

Opgave 41

Opgave 44

Opgave 44

In welke afbeelding staat de trilling met de hoogste frequentie getekend?

1. Afbeelding A
2. Afbeelding B
3. Afbeelding C
4. Afbeelding D

In welke afbeelding staat de trilling met de grootste geluidssterkte getekend?

1. Afbeelding A
2. Afbeelding B
3. Afbeelding C
4. Afbeelding D

De benen van een stemvork bewegen in 10 seconden 660 keer heen en weer.

Hoe groot is de frequentie?

1. 66 Hz
2. 660 Hz
3. 6600 Hz
4. 66 kHz

Je leert ...

• uitleggen wat frequentie en toonhoogte met elkaar te maken hebben;
• uitleggen hoe je de toonhoogte van een instrument kunt veranderen;
• uitleggen wat de klankleur van een instrument is.

Discussievraag

Waarom klinkt de brul van de 

brulaapbaby zachter en hoger

dan de brul van een volwassen

aap?

Toonhoogte en frequentie

- Geluid bestaat uit trillingen die van een geluidsbron alle kanten opgaat.

- Bij een trilling horen een trillingstijd en een amplitude.

- De trillingstijd is de tijdsduur van één trilling.

- De amplitude is maximale uitwijking ten opzichte van de ruststand.

Toonhoogte en frequentie

- De frequentie van een toon is het aantal trillingen per seconde. (grootheid)

- De eenheid van frequentie is hertz (Hz)

- Hoe groter de frequentie hoe hoger de toon.

Toonhoogte en frequentie

- Een menselijk oor kan geluiden horen met frequenties tussen de 20 en 20.000 Hz.

- Als standaard toonhoogte in de muziek gebruik je de a-noot.

- De frequentie van deze toon is 440 Hz.

Toonhoogte en frequentie

frequentie is hetzelfde als

1. amplitude
2. trilling
3. toonhoogte
4. trillingstijd

Als de frequentie omlaag gaat, gaat de toonhoogte...

1. Omhoog
2. Omlaag
3. Verandert niet

Muziekinstrumenten

Soorten muziekinstrumenten

-snaarinstrumenten

-blaasinstrumenten

Snaarinstrumenten

Bij een snaarinstrument krijg je hogere tonen bij een : 

Dunnere snaar

Kortere snaar

Strakker gespannen snaar

Welk instrument geeft de laagste tonen?

1. alt-viool
2. viool
3. cello
4. bas

Blaasinstrumenten

Bij een blaasinstrument trilt de lucht 

in het instrument.

De lengte van de trillende lucht (luchtkolom)

bepaalt de toon.

Blaasinstrumenten

Hoe korter de luchtkolom in een blaasinstrument, hoe hoger de toon klinkt.

lage toon

hoge toon

Wanneer je gitaar speelt kun je je gitaar stemmen. Dit doe je door de snaren aan te draaien. Je gitaar is vals en je moet twee snaren strakker draaien om een goede toon te krijgen.
Wat gebeurt er met de toonhoogte wanneer ik de snaren strakker draai?

1. wordt lager
2. wordt hoger
3. blijft hetzelfde
4. hangt van de dikte van de snaar af

Je ziet in de plaatjes een schuiftrompet

Wat is waar.

1. De toon bij A is hoger
2. De toon bij B is hoger
3. De toon bij A en B zijn even hoog
4. Kun je zo niet zeggen

Klankkleur

Verschillende instrumenten hebben verschillende klanken.

Ook al spelen ze dezelfde toon. Dit noem je klankkleur.

Klankkleur

Dezelfde frequentie, maar een andere specifieke klank.

Klankkleur

Dezelfde frequentie, maar een andere specifieke klank.

Aan de slag!

Lezen §8.4 uit je boek

Maak:

- route groen

- route blauw

of

- route paars

Zs

Aan de slag!

Lezen §8.4 uit je boek

Maak:

- route groen

- route blauw

of

- route paars

Zf

Wat weet je al???

Je kunt...

• uitleggen wat frequentie en toonhoogte met elkaar te maken hebben;
• uitleggen hoe je de toonhoogte van een instrument kunt veranderen;
• uitleggen wat de klankleur van een instrument is.

De toonhoogte van een geluid kan verschillen.
Welke bewering is waar?

1. De toonhoogte van een geluid hangt af van de frequentie van de trilling.
2. De toonhoogte van een geluid hangt af van de grootte van de trilling
3. De sterkte van een geluid hangt af van de frequentie van de trilling.
4. De sterkte van een geluid hangt af van de trillingstijd van de trilling.

A

B

Welke bewering is waar

1. Bij A is de toon hoger en de geluidssterkte groter
2. Bij B is de toon hoger en de geluidssterkte kleiner
3. Bij A is de toon hoger en de geluidssterkte kleiner
4. Bij B is de toon hoger en de geluidssterkte groter

Bepaal de trillingstijd van de linker trillingsgrafiek. (10 vakjes is 0,01 s)

1. 0,025s
2. 0,0025s
3. 4s
4. 0,04s

Bepaal de frequentie van de linker trillingsgrafiek. (10 vakjes is 0,01 s)

1. 4Hz
2. 0,0025Hz
3. 400Hz
4. 0.04Hz

Links zie je de trillingsgrafiek van een gezongen "a" toon.

bereken hoe groot de frequentie

ongeveer is.

1. 50Hz
2. 12Hz
3. 250 HZ
4. 600Hz

Ja, dat kan ik!

😒🙁😐🙂😃