RT les 1 Spelling algemeen

We beginnen met lezen
SSSSSSSST>>>>>>l
timer
10:00
1 / 14
next
Slide 1: Slide
RTMiddelbare schoolvmbo, mavo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

We beginnen met lezen
SSSSSSSST>>>>>>l
timer
10:00

Slide 1 - Slide

Remedial Teaching les 1
Spelling algemeen

Slide 2 - Slide

Schrijf ABN: in principe schrijf je woorden zoals ze worden uitgesproken.
VB: boom, hoek, kaars enz.

Gelijke vorm: woord met een gelijke vorm schrijven we zoveel mogelijk hetzelfde.
VB: paarden - paard (let op de d)


Klinkers en medeklinkers?

Slide 3 - Slide

Wat zijn klinkers?

Slide 4 - Open question

Wat zijn medeklinkers?

Slide 5 - Open question

Klinkers onderverdelen
  • Korte klinkers: a, e, u, i, o
  • Medeklinkers: Alle overige letters in het alfabet: q, w, r, t, y, p, s, d, f, g, h, j, k, l, z, x, c, v, b, n, m,

  • Lange klinkers: aa, ee, uu, ie, oo

  • Tweeklanken: ei/ij, ou/au, ui, oe, eu


Slide 6 - Slide

Lettergrepen
  • Open lettergrepen: eindigt op een klinker
VB: ra-men, ko-pen
  • Gesloten lettergrepen: eindigt op een medeklinker
VB: ram-pen, kas-ten, dun-ne
  • Beklemtoonde lettergreep: lettergreep waar de klemtoon op ligt 
VB: ge-luk-kig, huis-deur, no-vem-ber

Slide 7 - Slide

Welk woord heeft een open lettergreep
A
Fietsen
B
Kopen
C
Bestellen
D
Feestje

Slide 8 - Quiz

Welk woord heeft een open lettergreep?
A
Goedkoop
B
Boekje
C
Boeken
D
Hallo

Slide 9 - Quiz

Welk woord heeft een gesloten lettergreep?
A
Werken
B
Varen
C
Klieren
D
Geven

Slide 10 - Quiz

Welk woord heeft een gesloten lettergreep?
A
Vieren
B
Haren
C
Boten
D
Bedanken

Slide 11 - Quiz

Woorden met lange klinkers
Bij woorden met een open lettergreep schrijf je lange klinkers met 1 letter
VB: maken, lezen

Bij woorden met een gesloten lettergreep schrijf je lange klinkers met 2 lettertekens.
VB: maak, lees

Slide 12 - Slide

Uitzonderingen op de vorige regel
1. Woorden met een open lettergreep en o, schrijf je oo als er daarna ch staat.
VB: goochelaar, goochelen
2. Woorden met een gesloten lettergreep en u, schrijf je u als er daarna een w staat.
VB: schaduw, zwaluw
3. Eindigt een woord op -isch, dan schrijf je de ie als een i.
VB: typisch, fantastisch
4. Aan het einde van een woord schrijf je die ie-klank meestal als ie.
VB: notitie, formatie, urgentie
LET OP! DE MAANDEN EN WOORDEN OVERGENOMEN UIT EEN ANDERE TAAL EINDIGEN WEL OP I.

Slide 13 - Slide

opdrachten
Maak 1 t/m 4 af (classroom)

Klaar? --> verder met opdrachtenblad 2 


Slide 14 - Slide