Vrijdag 6 juni 2025

1 / 26
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Vrijdag 6 juni 2025

Slide 2 - Slide

Programma
- Lezen
10 min
- Terugblik vorige les
15 min
- "Persoonsvorm t.t. en v.t."
15 min
-Oefenen
30 min
-Afsluiting
10 min

Slide 3 - Slide

Lezen
Werken aan je fictiedossier!

                                          OF

Voorbereiden toets vrijdag 13 juni
Toetsweek 4





Slide 4 - Slide

Terugblik vorige les...
Terugblik vorige les...

Slide 5 - Slide

In een naamwoordelijk gezegde...
A
doet iemand iets
B
wil iemand iets
C
is iemand iets
D
staan alleen maar werkwoorden

Slide 6 - Quiz

Wat is een naamwoordelijk gezegde?
A
Hij heeft gegeten.
B
Hij heeft een zusje gekregen.
C
Hij heeft corona.
D
Hij is een vrolijke Frans.

Slide 7 - Quiz

Naamwoordelijk gezegde
Werkwoordelijk gezegde
Het onderwerp doet iets 
Het onderwerp is iets.

Slide 8 - Drag question

Werkwoordelijk gezegde
Naamwoordelijk gezegde
Peter heeft gisteren zijn huiswerk niet gemaakt.

Slide 9 - Drag question

Werkwoordelijk gezegde
Naamwoordelijk gezegde
De nieuwe dokter lijkt me een enge man.

Slide 10 - Drag question

Slide 11 - Video

Huiswerk
Paragraaf 18 > Naamwoordelijk gezegde
Bladzijde 186 >
opdracht 3 t/m 5 + 13 en 15

Slide 12 - Slide

PERSOONSVORM T.T. & V.T.

Slide 13 - Slide

Leerdoelen
Wat behandelen we vandaag?

  • Je weet wat de regels zijn voor het spellen van de persoonsvorm in de tegenwoordige en verleden tijd
  • Je kan in een zin een passende vorm van de persoonsvorm in de tegenwoordige en verleden tijd invullen en fouten verbeteren 
  • Je kan bijzonderheden in de spelling van de persoonsvorm in de tegenwoordige en verleden tijd uitleggen

Slide 14 - Slide

Wat kan je vertellen over de persoonsvorm

Slide 15 - Mind map

Hoe vind je ook alweer de persoonsvorm?

Slide 16 - Mind map

Slide 17 - Link

Slide 18 - Link

Persoonsvorm t.t.
Sam (bieden) 100 euro.

Slide 19 - Open question

Persoonsvorm t.t.
Tom (doen) een beetje vreemd.

Slide 20 - Open question

Vul de persoonsvorm (VT) in: 'ik (vertellen) dat verhaal'

Slide 21 - Open question

Schrijf de persoonsvorm (vt)op:
Ik (geven) hem een cadeau.

Slide 22 - Open question

Sleep het werkwoord naar de bijbehorende werkwoordsvorm.
persoonsvorm tt hij-vorm
persoonsvorm tt wij-vorm
persoonsvorm vt enkelvoud
persoonsvorm vt meervoud
voltooid deelwoord
vertelt
pestten
veranderd
zou
pesten

Slide 23 - Drag question

Oefeningen
Wie?
Zelfstandig 
Wat?
Hoe?
Antwoorden in jouw schriftje schrijven
Hulp?
Docent
Tijd?
Tot 10 minuten voor eindtijd.
Uitkomst?
Je beheerst de gestelde leerdoelen.
Klaar?
Fictiedossier
Voorbereiden toets vrijdag 13 juni
Voorbereiden toetsweek 4
Paragraaf 13 > bladzijde 164 -167 > opdracht 7 + 9 t/m 11

Paragraaf 14 > bladzijde 168 - 171 > opdracht 5 , 9 , 11 en 14

Slide 24 - Slide

Huiswerk 
Donderdag 12 juni >

Paragraaf 13 > bladzijde 164 -167 > opdracht 7 + 9 t/m 11
Paragraaf 14 > bladzijde 168 - 171 > opdracht 5 , 9 , 11 en 14
+
Denk aan fictiedossier!!!!

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Link