4.1 De pruikentijd

Van VOC naar pruiken
1 / 31
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Van VOC naar pruiken

Slide 1 - Slide

De tijd van Pruiken en Revoluties
1700-1800

Slide 2 - Slide

Wat gaan we doen?
Terugblik naar het vorige hoofdstuk. Welke dingen spelen mee bij het komende hoofdstuk?

Opdracht

Overgang van de wetenschappelijke revolutie naar de Verlichting

Slide 3 - Slide

Tekst
Oligarchie
Parlementaire monarchie
Absolutisme
De koning bepaald alles
De koning moet overleggen
Regering van een kleine groep
Frankrijk
Engeland
De Nederlanden

Slide 4 - Drag question

De winst van de VOC

Slide 5 - Drag question

Welke vorm van bestuur had de Republiek der Nederlanden?
A
Parlementaire monarchie
B
Absolutisme
C
Oligarchie
D
Democratie

Slide 6 - Quiz

Welke vorm van bestuur had Engeland?
A
Parlementaire monarchie
B
Absolutisme
C
Oligarchie
D
Democratie

Slide 7 - Quiz

Welke vorm van bestuur Frankrijk?
A
Parlementaire monarchie
B
Absolutisme
C
Oligarchie
D
Democratie

Slide 8 - Quiz

In welk jaar werd de VOC opgericht? Hiermee begint men vaak ook de Gouden Eeuw
A
1600
B
1601
C
1602
D
1603

Slide 9 - Quiz

Waardoor nam de welvaart en macht van de VOC af?
A
Het eigen succes zorgde voor concurrentie
B
Kosten gaan voor de opbrengsten
C
Oorlogen met Engeland
D
Geen idee

Slide 10 - Quiz

Tijd van Pruiken en Revoluties
1700 - 1800
Kenmerkende aspecten:



- de Verlichting
- slavernij en abolitionisme
- de Amerikaanse revolutie
- de Franse revolutie




De 18e eeuw



Slide 11 - Slide

17e Eeuw
De Republiek in een Gouden eeuw
Koppositie in de handel. 
Grote sterke zeemacht
Rampjaar 1672
Wetenschappelijke Revolutie
18e Eeuw
De Republiek aan het vervallen. 
Bloei Frankrijk en Groot-Brittannie
Burgers steeds meer macht. 
Verlichting


Slide 12 - Slide

Opdracht
Beelden om te onthouden.

Vorm een drietal

Slide 13 - Slide

Leg de bron uit
- Wat zie je? 
- Waarom is het getekend? 
- Wat bedoeld de tekenaar hiermee? 

Wat gebeurt er op deze afbeelding?

Waar gaat deze afbeelding over?

Slide 14 - Slide

Zet bovenstaande titels met de juiste gezichten bij de juiste stand.
De eerste stand
De tweede stand
De derde stand
Boeren
Adel
Geestelijken

Slide 15 - Drag question

§4.1: Standensamenleving

1e stand

Geestelijkheid
geen belasting betalen

2e stand

Adel
geen belasting betalen

3e stand

Boeren en burgers
* moesten belasting betalen
* hadden geen voorrechten

Slide 16 - Slide

Hoe ontstond een veranderings-idee?
  • De wetenschappelijke revolutie 1650-1800 (H3!)
  • Als gevolg van de wetenschappelijke revolutie (§3.5)
  • Zelf nadenken, niet alles zomaar geloven (ratio gebruiken)
De Verlichting
De ideeën van de Verlichting
  1. Mensen horen vrij te zijn en mensenrechten te hebben.
  2. Meer macht voor het volk (meer democratie en een grondwet)
  3. Scheiding van kerk, staat en rechtspraak
  4. Het verstand is belangrijk en moet goed gebruikt worden door iedereen.

Slide 17 - Slide

Verlicht denker of niet?
Bekijk onderstaande zinnen en bedenk of ze wel of niet van een Verlichte denker zouden zijn. (klik op het nummer voor het antwoord)

Waarom wel / niet?
'Emotie is het allerbelangrijkste in het menselijk bestaan'

'De koning zou zijn macht moeten delen met een parlement'

'Je moet wel nadenken over jouw geloof, maar de Kerk heeft altijd gelijk.'

'Niet iedereen is gelijk.'
1
2
3
4

Slide 18 - Slide

De tijd van Pruiken en Revoluties

§4.1 B| De pruikentijd 

Slide 19 - Slide

Lees verder vanaf 'De verlichting'. Welke verlichter had welk idee?


-> Vul in: het idee bij politiek OF geloof OF gelijkheid
timer
20:00
Verlichter
Politiek
Geloof
Gelijkheid
Voltaire
John Locke
Charles Montesquieu
Diderot / d'Alembert
Jean-Jeaques Rousseau
Waar vind je alle informatie? -> §4.1
HAVO: Blz. 82-83
ATHENEUM: Blz. 93-94-95

Slide 20 - Drag question

De Verlichters en politiek I
Verlichters
  • Een koning is er voor het volk
  • Het volk mag een slechte koning afzetten
  • De echte macht ligt bij het volk

Gevolg
  • Tegen absolutisme
  • Vóór democratie

Slide 21 - Slide

De Verlichters en politiek II
John Locke (Eng. 1632-1704)
Het volk geeft de koning macht en zij mogen een slechte koning afzetten.

Charles de Montesquieu (Fr. 1689-1755)
Trias Politica, de scheiding der machten

Jean Jacques Rousseau (Fr. 1712-1778)
Volksvertegenwoordiging doet wat het volk wilt.

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

De Verlichters en het geloof
Verlichters
  • God heeft de aarde gemaakt, maar grijpt niet in.
  • Er is niet 1 waar geloof

Gevolg
  • Vóór godsdienstvrijheid
  • Tegen een grote invloed van de kerk
Voltaire. (Fr.1694-1778)

Slide 24 - Slide

De Verlichters en gelijkheid
Verlichters
  • Mensen zijn gelijk en vrij

Gevolg
  • Tegen standenmaatschappij
  • Tegen slavernij/slavenhandel (Abolitionisme)

Slide 25 - Slide

Reactie koningen
Ideeën van de Verlichting verbieden

Of

Sommige ideeën overnemen, zolang de vorst alle macht houdt.
= Verlicht absolutisme

Slide 26 - Slide

Wat is volgens jou de beste omschrijving van de Verlichting?
A
Er ging bij mensen een lichtje branden
B
Mensen begonnen weer zelf na te denken
C
De TL- verlichting werd uitgevonden
D
Huh? Wat is de verlichting?

Slide 27 - Quiz

Het volgende begrip past het best bij de Verlichting...
A
verstand
B
Renaissance
C
ontdekkingsreizen
D
Grieken

Slide 28 - Quiz

Verlichting is een gevolg van
...
A
wetenschappelijke revolutie
B
feodalisme
C
de Reformatie
D
plantagekoloniën

Slide 29 - Quiz

Bij Verlichting past het volgende begrip...
A
oorlog
B
gelijkheid
C
absolutisme
D
socialisme

Slide 30 - Quiz

Wat wordt er bedoeld met 'rationeel' in 'rationeel denken'?
A
Gebaseerd op emoties
B
Gebaseerd op rantsoenen
C
Gebaseerd op logica
D
Gebaseerd op het verstand

Slide 31 - Quiz