Kosten van bedrijfsmiddelen (3), 21-09-2021

Planning voor de introductie
4 minuten: binnenkomst, welkom en spullen voor.
10 minuten: voorkennis testen
1 minuut: leerdoelen en huiswerk
20 minuten: uitleg en leerdoelen
5 minuten: pauze
45 minuten: Opdrachten maken
5 minuten: leerdoelen testen
1 / 23
next
Slide 1: Slide
basis calculatiesMBOStudiejaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Planning voor de introductie
4 minuten: binnenkomst, welkom en spullen voor.
10 minuten: voorkennis testen
1 minuut: leerdoelen en huiswerk
20 minuten: uitleg en leerdoelen
5 minuten: pauze
45 minuten: Opdrachten maken
5 minuten: leerdoelen testen

Slide 1 - Slide

Opgave 1

Slide 2 - Slide

a. Hoeveel bedragen de jaarlijkse afschrijvingskosten

Slide 3 - Open question

b. Hoeveel bedragen de jaarlijkse rentekosten

Slide 4 - Open question

Uitwerking opgave 1

Slide 5 - Slide

De prijs is 83,49 euro inclusief 21% btw.
Bereken de prijs in euro's exclusief btw.

Slide 6 - Open question

Uitwerking
Exclusief = altijd 100%
Inclusief is in deze opgave 121%
Dus € 83,49 = 121 %
83,49/121 x 100 = € 69

Slide 7 - Slide

Wat is btw?
A
belasting toenemende waarde
B
belasting toegevoegde waarde
C
belasting toegevoegde winkel
D
belasting tegen waarde

Slide 8 - Quiz

Leerdoelen:
1. Je kan van boekwaarde terugrekenen naar de aanschafwaarde

HUISWERK: Opdracht 17 en 19

Slide 9 - Slide

Terug naar de aanschafwaarde
  • Wanneer een bedrijf wordt overgenomen kan het nuttig zijn om met de gegeven boekwaarde de aanschafwaarde uit te rekenen.
  • Hoe werkt dit? 

Slide 10 - Slide

Voorbeeld
Animo kan een opslagloods op een bedrijventerrein in Assen overnemen van een glasgroothandel.
Volgens de administratie heeft de opslagloods na 4 jaar afschrijven een boekwaarde van € 72.000,-.
Jaarlijks wordt de loods met 5% van de aanschafwaarde afgeschreven.

Slide 11 - Slide

Hoeveel bedroeg de oorspronkelijke aanschafwaarde van deze loods?
  • De loods is na 4 jaar afschrijven nog € 72.000,- waard.
  • Jaarlijks wordt steeds 5% van de aanschafwaarde afgeschreven.
  • In totaal is dus 4 x 5% = 20% afgeschreven van de oorspronkelijke aanschafwaarde.
  • De oorspronkelijke aanschafwaarde bedroeg destijds 100%.

Slide 12 - Slide

Nu kan je het volgende schema invullen

Slide 13 - Slide

Je ziet dat de boekwaarde van € 72.000,- nog 80% van de oorspronkelijke aanschafwaarde is.
We willen weten hoeveel 100% was. Dit kan met een verhoudingstabel.

Slide 14 - Slide

De oorspronkelijke afschrijvingstabel zag er dus als volgt uit:

Slide 15 - Slide

De snellere rekenmethode:

Slide 16 - Slide

Nu jullie

Slide 17 - Slide

Hoeveel bedroeg de oorspronkelijke aanschafwaarde van deze loods?
  • De loods is na 4 jaar afschrijven nog € 80.000,- waard.
  • Jaarlijks wordt steeds 7% van de aanschafwaarde afgeschreven.
  • In totaal is dus 4 x 7% = 28% afgeschreven van de oorspronkelijke aanschafwaarde.
  • De oorspronkelijke aanschafwaarde bedroeg destijds 100%.

Slide 18 - Slide

Hoeveel bedroeg de oorspronkelijke aanschafwaarde van deze loods?

Slide 19 - Open question

Uitwerking
Boekwaarde
Terug naar 1%
Aanschafwaarde
€80.000
€1.111,11
€111.111,11
72%
1%
100%

Slide 20 - Slide

5 minuten pauze
timer
5:00

Slide 21 - Slide

Aan de slag!
Wat? Maak opdracht 17 en 19 van kosten
Hoe? In de online leeromgeving
Hulp? De docent (tijdens de les), je laptop en je medestudent.
Tijd? Tot de timer op 0 staat of de opdrachten af zijn
Uitkomst? Je hebt geoefend met de leerstof.
Klaar? Ga verder met een ander vak of met Basis calculaties
timer
45:00

Slide 22 - Slide

HUISWERK
opdrachten 17 en 19
Hoofdstuk 'kosten soorten'
Paragraaf 'kosten bedrijfsmiddelen'

Slide 23 - Slide