Methodisch werken deelopdracht D

1 / 28
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

6 stappen in methodisch werken
Gegevens verzamelen
Behoefte aan zorg vastleggen
Doelen bepalen
Plannen activiteiten
Uitvoeren activiteiten
Evalueren zorg
De zorgvrager krijgt iedere ochtend uitleg over het gebruik van hulpmiddelen bij het aankleden
De zorgvrager kan zich in een maand zelfstandig aankleden door gebruik te maken van hulpmiddelen
Na een maand wordt samen met de zorgvrager beken of zij zich zelfstandig kan aankleden met behulp van hulpmiddelen
De zorgvrager kan niet zelfstandig aankleden en heeft hier hulp bij nodig. 
Anamnesegesprek voeren met de zorgvrager
Hulpmiddelen zijn aangeschaft voor dinsdag. Vanaf woensdag iedere ochtend zorgvrager begeleiden bij het gebruiken van een hulpmiddel.

Slide 5 - Drag question

This item has no instructions

Wat is een classificatiesysteem?
A
Een fase van het verpleegkundig proces
B
Een elektronisch patiënten dossier
C
Een hulpmiddel bij het verzamelen en vastleggen van gegevens.
D
Een hulpmiddel om op een juiste verpeegdoelen op te stellen

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Verpleegkundige Kian observeert hoe jonge ouders een band met hun pasgeboren baby ontwikkelen.

Waarom doet Kian dat?
A
Om de evaluatie voor te bereiden
B
Onderdeel van de anamnese
C
Om te beoordelen of ze voorlichting/advies moet geven

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Welke informatie verzamel je tijdens het anamnesegesprek en welke informatie tijdens observaties?
Anamnesegesprek
Anamnesegesprek
Observatie
Observatie
Psychische, lichamelijke en sociale zaken
Temperatuur, bloeddruk en pols
Specifieke wensen en behoeften
Informatie over de gemoedstoestand

Slide 8 - Drag question

This item has no instructions

Na het verzamelen van gegevens ga je de zorgproblemen in kaart brengen. Wat zijn volgens jou zorgproblemen?

Slide 9 - Open question

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Iemand heeft diabetes mellitus. Zijn medicijnen gebruikt hij op de goede manier. Hij houdt zich aan de adviezen voor voeding en leefstijl.

Is er sprake van een zorgprobleem?
A
Ja
B
Nee

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Britt woont in een aangepaste woning, omdat zij in een rolstoel zit.

Is er sprake van een zorgprobleem?
A
Ja
B
Nee

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Mark heeft diabetes mellitus type 1 en kan hier goed mee omgaan.

Is er sprake van een zorgprobleem?
A
Ja
B
Nee

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Bart heeft zijn been gebroken.

Is er sprake van een zorgprobleem?
A
Ja
B
Nee

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Iemand is bijziend. Door beginnende dementie is hij steeds zijn bril kwijt. Daardoor gebeuren er vaak ongelukjes.

Is er sprake van een zorgprobleem?
A
Ja
B
Nee

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Na het formuleren van een zorgprobleem formuleer je:
A
Een PES
B
Een Zorgvraag
C
Een anamnese
D
Een SMART zorgdoel

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Hoe formuleer je een zorgprobleem? Zet de stappen in de juiste volgorde
1.
2.
3.
4.
Gegevens verzamelen
Gegevens interpreteren
Gegevens ordenen
Zorgprobleem beschrijven

Slide 18 - Drag question

This item has no instructions

Voor het formuleren van zorgproblemen gebruik je het hulpmiddel .......
A
SOAP
B
PES
C
SMART
D
RUMBA

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Leidt elk gezondheidsprobleem tot een zorgprobleem?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 20 - Quiz

als een zorgvrager met een gezondheidsprobleem daar volledig zelfstandig goed mee kan omgaan, is er geen zorgprobleem.
Voorbeeld: een zorgvrager met multipele sclerose (MS) die de leefstijladviezen goed opvolgt en met de juiste hulpmiddelen geheel zelfstandig functioneert, heeft (op dit moment) geen zorgprobleem.
Een verpleegprobleem moet inhoudelijk aan de PES-structuur voldoen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Een zorgdoel is een concrete omschrijving van een gewenste situatie of gewenst gedrag van de zorgvrager. Daarbij geef je duidelijk de tijd aan waarbinnen de zorgvrager het zorgdoel wil bereiken.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Zorgdoelen geven richting aan de zorg. Dit kan op het gebied van stimuleren van de zorgvrager, verwerven van kennis en aanleren van vaardigheden.

Waarvan is sprake?:
Het zorgdoel 'een zorgvrager met diabetes weet wat insuline is'
A
Aanleren van vaardigheden
B
Verwerven van kennis
C
Stimuleren van de zorgvrager

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Het zorgdoel 'een zorgvrager met astma kan de vernevelaar correct gebruiken'
A
Aanleren van vaardigheden
B
Verwerven van kennis
C
Stimuleren van de zorgvrager

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Meneer de Beer kan omgaan met diabetes mellitus type 2. Dit is een ....
A
Kortetermijndoel
B
Langetermijndoel

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Meneer de Boer weet op welke tijdstippen hij gedurende de dag zijn medicijnen moet innemen. Dit is een ....
A
Kortetermijndoel
B
Langetermijndoel

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent PES
A
Probleem Etnische Symptomen
B
Probleem Etiologie Symptomen
C
Probleem Etiologie Samengevat

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Slide 28 - Slide

This item has no instructions