Les 7: duurzaamheid

Les 7: duurzaamheid
1 / 43
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 2

This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Les 7: duurzaamheid

Slide 1 - Slide

Inhoud
- Leerdoelen
- Uitleg
- Opdrachten duurzaamheid
- filmpjes

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt de ecologische voetafdruk van Nederland vergelijken met die van andere landen.
  • Je kunt uitleggen wat duurzaamheid is.
  • Je kunt aangeven wat duurzame oplossingen voor milieuproblemen in Nederland kunnen zijn.

Slide 3 - Slide

De bevolkingstoename is een gevolg/oorzaak van milieuproblemen.
A
gevolg
B
oorzaak

Slide 4 - Quiz

Wat gebeurt er met de voorraden van de aarde door energiegebruik?

Slide 5 - Open question

Hoe noem je de luchtlaag rond de aarde?

Slide 6 - Open question

Hoe noem je de werking van gassen die warmtestraling tegenhouden?
A
de dampkring
B
het broeikaseffect
C
opwarming van de aarde
D
warmte-uitstraling

Slide 7 - Quiz

In de afgelopen jaren is de temperatuur op aarde...
A
gedaald
B
gelijk gebleven
C
gestegen

Slide 8 - Quiz

In de afbeelding zie je een oorzaak/gevolg van een milieuprobleem.
A
oorzaak
B
gevolg

Slide 9 - Quiz

Duurzaamheid
Mensen maken gebruik van de aarde voor voedsel, grondstoffen en energie. Met z’n allen gebruiken we meer dan de aarde kan geven. Er zijn duurzame oplossingen.

Slide 10 - Slide

Ecologische voetafdruk
Ieder mens gebruikt een stukje aarde, want ieder mens gebruikt voedsel, energie en grondstoffen, en ieder mens produceert afval. Je ecologische voetafdruk is het land- en wateroppervlak dat nodig is voor jouw consumptie en jouw afval. Hoe meer je consumeert, hoe meer ‘aarde’ daarvoor nodig is. De ecologische voetafdruk wordt uitgedrukt in hectare (ha). Eén hectare is honderd bij honderd meter (100 × 100 m), ongeveer twee voetbalvelden. In de afbeelding zie je de grootte van de ecologische voetafdruk per persoon voor verschillende landen.

Slide 11 - Slide

De ecologische voetafdruk van Nederlanders
Als we de aarde eerlijk ‘verdelen’, is er voor ieder mens 1,7 ha aarde beschikbaar. De gemiddelde voetafdruk van mensen op aarde is nu 2,6 ha. Dat betekent dat er eigenlijk ruim anderhalve aardbol nodig is om alle mensen te voorzien van voedsel, energie en grondstoffen. We hebben maar één aarde, dus we gebruiken nu meer dan er is. Daardoor raakt de aarde uitgeput.
De gemiddelde voetafdruk van mensen in Nederland is 6,3 ha. Als iedereen op aarde zou leven zoals wij, waren er meer dan drie aardbollen nodig.

Slide 12 - Slide

Duurzaamheid
Duurzaam omgaan met het milieu betekent: ervoor zorgen dat het milieu geen schade ondervindt van jouw activiteiten. Duurzaamheid betekent dus:
• niet meer stoffen uit het milieu halen dan het milieu kan aanvullen
• niet meer stoffen toevoegen aan het milieu dan het milieu kan verwerken
Er is bijvoorbeeld duurzame energie, duurzame landbouw, duurzame huizenbouw en duurzaam ondernemen. Hierna staan voorbeelden van duurzame oplossingen voor milieuproblemen in Nederland.

Slide 13 - Slide

Oplossing 1: duurzame energie
Duurzame energie veroorzaakt geen milieuvervuiling en raakt niet op. Voorbeelden van duurzame energie zijn biomassa, windenergie en zonne-energie (zie afbeelding). Door duurzame energie te gebruiken, zijn minder fossiele brandstoffen nodig. Er komen dan minder koolstofdioxide en andere schadelijke stoffen in het milieu.

Biomassa bestaat uit afval van planten en dieren, zoals hout, groente-, fruit- en tuinafval (gft), mest en plantaardige olie. Biomassa wordt gebruikt als brandstof in elektriciteitscentrales. Het wordt dus gebruikt om elektriciteit op te wekken. Biomassa kan ook worden gebruikt als grondstof voor brandstoffen, zoals biodiesel en biogas.
Biomassa heeft ook nadelen. Als gewassen speciaal worden geteeld 
voor gebruik als biomassa, is hiervoor landbouwgrond nodig. Die 
grond is dan niet meer beschikbaar om er voedsel op te verbouwen. 
Bij de teelt van biomassa wordt bovendien vaak kunstmest gebruikt. 
Ook is er veel water voor nodig.

Slide 14 - Slide

Oplossing 2: duurzame grondstoffen
Een manier om minder grondstoffen te gebruiken, is oude grondstoffen opnieuw gebruiken. Dat kan door hergebruik of door recycling.
Bij hergebruik wordt een voorwerp opnieuw gebruikt, bijvoorbeeld statiegeldflessen en tweedehands kleding. Bij recycling wordt afval gebruikt als grondstof voor nieuwe producten, zoals afval van papier, glas, metalen en kleding (zie afbeelding). Ook auto’s en elektrische apparaten, zoals tv’s en computers, worden gerecycled.
Naast duurzame grondstoffen kun je natuurlijk ook minder grondstoffen gebruiken. Want hoe minder nieuwe spullen mensen kopen, hoe minder grondstoffen er nodig zijn. Je kunt bijvoorbeeld:
• een apparaat laten repareren als het kapot is, in plaats van een nieuw apparaat te kopen;
• minder kleding kopen en vaker tweedehands kleding kopen;
• spullen langer gebruiken voor je ze weggooit of vervangt.

Slide 15 - Slide

Oplossing 3: duurzame landbouw
In de toekomst zal heel veel voedsel nodig zijn voor alle mensen op aarde. Daarom zijn manieren van landbouw nodig die wel veel voedsel opleveren, maar niet de aarde vervuilen of uitputten. Twee manieren zijn precisielandbouw en kringlooplandbouw.

Precisielandbouw gebruikt technologie om planten heel precies te geven wat ze nodig hebben, zoals voedingsstoffen, licht en water. Een boer gebruikt dan bijvoorbeeld gps, robots, sensoren, drones en computers (zie afbeelding). Zo zijn minder energie en grondstoffen nodig.
Kringlooplandbouw betekent duurzaam omgaan met natuurlijke hulpbronnen, zoals de bodem, de lucht en het water. Afval van planten en dieren wordt zo veel mogelijk hergebruikt. Bijvoorbeeld: voedsel dat wij niet meer eten, wordt gebruikt als voer voor dieren. Bij kringlooplandbouw maken boeren slim gebruik van de natuur. Ze gaan zuinig om met grondstoffen en ze zorgen voor zo min mogelijk vervuiling en uitputting.

Slide 16 - Slide

Oplossing 4: minder vervuiling
Allerlei maatregelen helpen tegen milieuvervuiling. Zo mogen schepen en fabrieken schadelijke stoffen niet lozen in het milieu. Ze moeten het afval opvangen en op een goede manier verwerken. In Nederland wordt afvalwater gezuiverd voordat het op het oppervlaktewater wordt geloosd. Auto’s hebben een katalysator gekregen, waardoor de uitlaatgassen minder vervuilend zijn. Fabrieken hebben filters in hun schoorstenen aangebracht, en boeren filteren de lucht uit de stallen.

Je kunt zelf ook helpen om de vervuiling van het milieu te verminderen. Tegen luchtvervuiling helpen bijvoorbeeld:
• minder scooter- en autorijden, vaker met het openbaar vervoer of de fiets gaan
• geen vuurwerk afsteken met oud en nieuw
• geen hout stoken in houtkachel, vuurkorf of open haard

Slide 17 - Slide

Oplossing 5: minder broeikasgassen
Koolstofdioxide is een belangrijk broeikasgas. Vooral ons gebruik van fossiele brandstoffen zorgt voor uitstoot van koolstofdioxide. Door minder fossiele brandstoffen te gebruiken, kunnen we de uitstoot terugdringen. Dit kan bijvoorbeeld door zuinige apparaten te gebruiken. Apparaten werken op elektriciteit, maar die elektriciteit wordt vaak opgewekt met fossiele brandstoffen. Door energielabels kun je zien hoe zuinig een huis, apparaat of auto is (zie afbeelding).

Slide 18 - Slide

Zelf duurzame keuzen maken
Hoe help jij mee om minder energie te verbruiken? Doe jij bijvoorbeeld het licht uit als je niet op je kamer bent? En koop je weleens iets bij de kringloopwinkel?
Dingen die je zelf kunt doen, zijn:
• minder nieuwe kleding kopen, kleding langer dragen
• de verwarming een graadje lager zetten
• vaker de fiets nemen in plaats van de auto of de scooter
• reizen met de trein in plaats van met het vliegtuig
• korter douchen (scheelt water en gas of elektriciteit)
• letten op keurmerken op producten (zie afbeelding)
• geen of minder plastic tasjes en plastic verpakkingen gebruiken
• afval in een afvalbak gooien en niet op straat

Slide 19 - Slide

Wat wordt bedoeld met je ecologische voetafdruk?

Slide 20 - Open question

Hoeveel vierkante meter aarde is er voor iedere mens beschikbaar?

Slide 21 - Open question

Hoeveel vierkante meter wordt nu gemiddeld gebruikt door iedere Nederlander?

Slide 22 - Open question

De gemiddelde voetafdruk van een inwoner van Qatar is 11,8 ha.
Hoeveel aardbollen zouden er nodig zijn om alle mensen te voorzien van voedsel, energie en spullen als alle mensen op aarde net zo zouden leven als de inwoners van Qatar? Rond je uitkomst af op één cijfer achter de komma.

Slide 23 - Open question

Wat betekent duurzaamheid?

Slide 24 - Open question

Welke vormen van energie zijn duurzaam?

aardgas, benzine, biomassa, steenkool, windenergie, zonne-energie

Slide 25 - Open question

Bij het gebruik van je mobiele telefoon kun je ook kiezen voor duurzaamheid.
Wat is een duurzame manier om een telefoon op te laden?
A
Een adapter en een stopcontact gebruiken.
B
Een powerbank gebruiken die is opgeladen door zonne-energie.
C
Een powerbank gebruiken die is opgeladen via een adapter.

Slide 26 - Quiz

Leg uit waarom het duurzaam is om te kiezen voor een refurbished toestel.

Slide 27 - Open question

Zet de auto’s in volgorde van duurzaamheid. Begin met de meest duurzame auto.
Een elektrische auto die is opgeladen met stroom van zonnepanelen.

Een oude auto zonder katalysator.
Een bezine auto met katalysator.
Een elektrische auto die is opgeladen met stroom uit een elektriciteitscentrale.

Slide 28 - Drag question

Graan dat geschikt is als voedsel voor mensen, wordt soms gebruikt als veevoer.
Is dat een voorbeeld van kringlooplandbouw? Leg je antwoord uit.

Slide 29 - Open question

Is dit een voorbeeld van hergebruik of recycling: petflessen verwerken tot een fleecetrui.
A
hergebruik
B
recycling

Slide 30 - Quiz

Is dit een voorbeeld van hergebruik of recycling: gebruikte meubelen kopen.
A
hergebruik
B
recycling

Slide 31 - Quiz

Is dit een voorbeeld van hergebruik of recycling: een plastic waterflesje opnieuw vullen met water.
A
hergebruik
B
recycling

Slide 32 - Quiz

Is dit een voorbeeld van hergebruik of recycling: van oud papier koffiebekers en papieren handdoekjes maken.
A
hergebruik
B
recycling

Slide 33 - Quiz

In de afbeelding zie je welke groenten je in november kunt kopen. Achter elke groente staat het land van herkomst en de manier waarop de groente wordt verbouwd en vervoerd.

Wat is duurzamer in november: snijbonen uit Spanje of snijbonen uit Marokko? Leg je antwoord uit.

Slide 34 - Open question

In de afbeelding zie je welke groenten je in november kunt kopen. Achter elke groente staat het land van herkomst en de manier waarop de groente wordt verbouwd en vervoerd.

Wat is duurzamer in november: boerenkool of witlof eten? Leg je antwoord uit.

Slide 35 - Open question

Palmolie wordt gebruikt als plantaardige olie in voedingsmiddelen en andere producten. Palmolie is ook zeer geschikt om er biodiesel van te maken. Om meer palmolie te kunnen produceren, wordt op Borneo regenwoud gekapt om oliepalmplantages aan te leggen. In de periode 2000–2010 nam het bosoppervlak af met gemiddeld 498 000 ha per jaar.
Hoeveel voetbalvelden aan bosoppervlak gingen in deze periode op Borneo per uur verloren om plaats te maken voor olieplantages? Ga voor een voetbalveld uit van 100 × 50 m.

Slide 36 - Open question

In het beschermde natuurgebied Sebangau op Borneo leefden in 1995 nog 12 000 orang-oetans. Nu zijn dat er tussen de 7000 en 9000.

Leg uit hoe de afname van het aantal orang-oetans een gevolg kan zijn van de aanleg van palmolieplantages.

Slide 37 - Open question

Biomassa wordt gebruikt om elektriciteit op te wekken.
Waarom is het gebruik van biomassa duurzamer dan het gebruik van fossiele brandstoffen

Slide 38 - Open question

Koolzaad is een product dat wordt verbouwd om olie te winnen. Die olie kan worden gebruikt als biomassa. Een ander product dat als biomassa kan worden gebruikt, is mais.
Leg uit waarom het gebruik van koolzaad en mais als biomassa minder duurzaam is dan het gebruik van afval van planten en dieren.

Slide 39 - Open question

Snoeiafval uit tuinen, parken en plantsoenen kan ook worden gebruikt voor het maken van biobrandstof.
Wat is het voordeel van het gebruik van snoeiafval?

Slide 40 - Open question

Slide 41 - Video

Slide 42 - Link

Slide 43 - Video