SPQR les 9

Les 9 - Gladiatores
1 / 53
next
Slide 1: Slide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 53 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Les 9 - Gladiatores

Slide 1 - Slide

Programma deze les
  • Opdr. 15-16 (HB blz. 44) + M. 8-9 (HB blz. 87) bespreken
  • Korte uitleg esse/posse (HB blz. 86)
  • Korte check
  • Opfriscursusje persoonsvormen
  • Uitleg imperativus/vocativus (HB blz. 88)
  • Korte check
  • Aan de slag!

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Werkwoord
ev
mv
1e
1e
2e
2e
3e
3e
estis
sumus
sunt
sum
est
es

Slide 10 - Drag question

sumus =
A
ik ben
B
wij zijn
C
jij bent
D
jullie zijn

Slide 11 - Quiz

est =
A
Ik ben
B
Jij bent
C
Zij is
D
Zij zijn

Slide 12 - Quiz

ik ben =
A
sumus
B
es
C
sum
D
estis

Slide 13 - Quiz

Werkwoord
ev
mv
1e
1e
2e
2e
3e
3e
potestis
possumus
possunt
possum
potest
potes

Slide 14 - Drag question

potes =
A
ik kan
B
jij kunt
C
wij kunnen
D
geen van deze antwoorden

Slide 15 - Quiz

possunt =
A
ik kan
B
wij kunnen
C
zij kunnen
D
geen van deze antwoorden

Slide 16 - Quiz

wij kunnen =
A
sum
B
possumus
C
potes
D
possunt

Slide 17 - Quiz

Het Latijnse werkwoord


Wat weet je nog van de werkwoordstammen en de persoonsuitgangen?

Slide 18 - Slide

a-stam
e-stam
i-stam
mk-stam
habēre
rogare
manēre
audire
gerere
incipere

Slide 19 - Drag question

Wat is de stam van 'exspectare'?
A
exspect
B
exspe
C
exspecta
D
exspectar

Slide 20 - Quiz

Wat is de stam van 'debēre'?
A
deb
B
deber
C
debe
D
debere

Slide 21 - Quiz

Noteer de stam van orare.

Slide 22 - Open question

Noteer de stam van ludere.

Slide 23 - Open question

narratis =
A
jullie vertellen
B
wij vertellen
C
vertellen
D
zij vertellen

Slide 24 - Quiz

vendunt =
A
ik verkoop
B
zij verkopen
C
wij verkopen
D
jullie verkopen

Slide 25 - Quiz

1e ev
2e ev
3e ev
1e mv
2e mv
3e mv
audio
terrent
vocamus
vincis
luditis
venit

Slide 26 - Drag question

Vertaal ludimus.

Slide 27 - Open question

Vertaal fugio.

Slide 28 - Open question

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide


Even oefenen!

Slide 37 - Slide

De vocativus = gelijk aan de ...... (naamval)

Slide 38 - Open question

Geef de vocativus ev van Augustus.

Slide 39 - Open question

Geef de vocativus ev van femina.

Slide 40 - Open question

Geef de vocativus mv servus.

Slide 41 - Open question

Geef de vocativus mv van rex.

Slide 42 - Open question

Geef de vocativus ev van Lucius.

Slide 43 - Open question

Geef de imperativus ev van venire.

Slide 44 - Open question

Geef de imperativus mv van tacēre.

Slide 45 - Open question

Geef de imperativus mv van clamare.

Slide 46 - Open question

Geef de imperativus ev van vivere.

Slide 47 - Open question

Geef de imperativus ev van dicere.

Slide 48 - Open question

Aan de slag!
  • Maak M. 11 (HB 89) 
  • Maak M. 12 no. 1, 2,  4, 5 als volgt: 
      a. noteer de vocativus/       
      imperativus (als ze in de zin staan)
      b. vertaal de zin
  • Maak M. 13 (HB blz. 89)
  • Priegel en vertaal T9

Slide 49 - Slide

Programma deze les
  • M. 11-12 (HB blz. 89) bespreken
  • Proefwerk bespreken
  • Aan de slag!

Slide 50 - Slide

Slide 51 - Slide

Slide 52 - Slide

Aan de slag!
  • Maak M. 13 (HB blz. 89)
  • Priegel en vertaal T9

Slide 53 - Slide