Les 25 mei: woorden Pugna, oefenen imperfectum & uitleg perfectum

2V1, 25 mei
1 / 41
next
Slide 1: Slide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

2V1, 25 mei

Slide 1 - Slide

Vandaag
  • Woorden overhoren
  • Huiswerk nakijken 
  • Oefenen verleden tijd
    & uitleg perfectum
  • Aan het werk

Slide 2 - Slide

Woorden overhoren: Pugna

Slide 3 - Slide

Nakijken mandatum 19

Slide 4 - Slide

woorden Pugna:
victor
A
vechter
B
overwinnaar
C
reden
D
honderd

Slide 5 - Quiz

terrēre
A
bang maken
B
bang zijn
C
schrikken
D
vermijden

Slide 6 - Quiz

terrēre is een e-stam
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quiz

quidem ... sed
A
niet alleen ... maar ook
B
enerzijds ... anderzijds
C
wel(iswaar) ... maar
D
toen ... vervolgens

Slide 8 - Quiz

1. nondum
2. consistere
3. tunc
timer
1:00

Slide 9 - Open question

timer
1:00
1. sine
2. ire
3. antea

Slide 10 - Mind map

ut valetis, discipuli..?

Slide 11 - Mind map

werkwoorden
twee sleepvragen!

Slide 12 - Slide

Uitgangen praesens
ev
mv
1e = ik
1e = wij
2e = jij
2e =
jullie
3e = hij/zij
3e = zij
geb. w.
geb. w.
inf.
tis
mus
nt
o
t
s
te
re
x of (e)

Slide 13 - Drag question

Uitgangen imperfectum
ev
mv
1e
1e
2e
2e
3e
3e
tis
mus
nt
m
t
s

Slide 14 - Drag question

Overzicht uitgangen
prae
impf
perf
1e ev
ik
-o
-m
2e ev
jij
-s
-s
3e ev
hij/zij/het
-t
-t
1e mv
wij
-mus
-mus
2e mv
jullie
-tis
-tis
3e mv
zij
-nt
-nt

Slide 15 - Slide

vitas
A
jij vermijdt
B
jij vermeed
C
vermijd!
D
geen van deze antwoorden

Slide 16 - Quiz

appropinquabatis
A
wij naderen
B
wij naderden
C
jullie naderen
D
jullie naderden

Slide 17 - Quiz

terrebam
A
ik maak bang
B
ik maakte bang
C
jij maakt bang
D
jij maakte bang

Slide 18 - Quiz

Hoe maak je de werkwoordsvormen?
imperfectum
praesens
perfectum
stam + uitgang
perf.stam + perf. uitgang
stam + ba + uitgang

Slide 19 - Drag question

Welke vorm hoort bij welke tijd?
praesens
imperfectum
perfectum
audit
audiebat
audivit
petis
petebas
petivisti
tenebamus
salutaverunt
vulneravit

Slide 20 - Drag question

zij keerden
hij/zij maakte bang
zij weigeren
zij hebben gegroet
negant
terrebat
salutaverunt
vertebant

Slide 21 - Drag question

salutaverunt = zij hebben gegroet.
wat betekent dan: salutaverant?
A
zij groetten
B
zij hebben gegroet
C
zij groeten
D
zij hadden gegroet

Slide 22 - Quiz

Overzicht tijden
  1. praesens           stam + uitgang                        salutat                hij groet
  2. imperfectum   stam + ba + uitgang              salutabat           hij groette   
  3. perfectum         perf.stam + perf.uitgang    salutavit             hij groette / 
                                                                                                                          hij heeft gegroet
  4. plusquam-        perf.stam + era + uitgang   salutaverat        hij had gegroet
    perfectum

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Video

Latijn
werkwoord - verleden tijden - herhaling

Slide 25 - Slide

Opzet
  • herhalen kenmerken tijden
  • oefenen vormen
  • herhalen uitgangen van de verleden tijden
  • oefenen vormen

Slide 26 - Slide

Welke vertaling hoort bij welke tijd?
praesens
imperfectum
perfectum
ik doe
hij deed
1. wij kwamen
2. wij zijn gekomen
1. jij deed
2. jij hebt gedaan
jullie komen
zij kwamen
zij mocht
jullie konden

Slide 27 - Drag question

Vertaling van de tijden
praesens
imperfectum
perfectum
tijd
tegenwoordig
verleden
1. verleden
2. voltooid teg.
voorbeeld
vertaling
ik zie
ik zag
1. ik zag
2. ik heb gezien

Slide 28 - Slide

Welke vorming hoort bij welke tijd?
praesens
imperfectum
perfectum
stam + uitgang
stam + ba + uitgang
pf-stam + pf-uitgang

Slide 29 - Drag question

Vorming van de tijden
praesens
imperfectum
perfectum
vorming
stam + uitgang
stam + ba + uitgang
pf-stam + pf-uitgang
voorbeeld
vide-t
(hij ziet)
vide-ba-t
(hij zag)
vid-it
(1. hij zag 2. hij heeft gezien)
N.B. pf-stam is (1) stam + v of (2) andere stam

Slide 30 - Slide

Uitgangen
herhalen personen
herhalen praesens

Slide 31 - Slide

Overzicht uitgangen
prae
impf
perf
1e ev
ik
-o
2e ev
jij
-s
3e ev
hij/zij/het
-t
1e mv
wij
-mus
2e mv
jullie
-tis
3e mv
zij
-nt

Slide 32 - Slide

Uitgangen - perf.
ev
mv
1e
1e
2e
2e
3e
3e
istis
imus
erunt
i
it
isti

Slide 33 - Drag question

Overzicht uitgangen
prae
impf
perf
1e ev
ik
-o
-m
-i
2e ev
jij
-s
-s
-isti
3e ev
hij/zij/het
-t
-t
-it
1e mv
wij
-mus
-mus
-imus
2e mv
jullie
-tis
-tis
-istis
3e mv
zij
-nt
-nt
-erunt

Slide 34 - Slide

superavimus
A
wij overwinnen
B
wij overwonnen
C
wij hebben overwonnen
D
geen van deze antwoorden

Slide 35 - Quiz

gaudetis
A
jij bent blij
B
jij was blij
C
jij bent blij geweest
D
geen van deze antwoorden

Slide 36 - Quiz

Wat betekent 'gaudetis' dan wel?

Slide 37 - Open question

Welke tijd is 'spectavimus'?
A
praesens
B
imperfectum
C
perfectum
D
geen van deze antwoorden

Slide 38 - Quiz

respondi
A
wij antwoorden
B
wij antwoordden
C
wij hebben geantwoord
D
geen van deze antwoorden

Slide 39 - Quiz

Wat betekent 'respondi' dan wel?

Slide 40 - Open question

Welke vorm hoort bij welke tijd?
praesens
imperfectum
perfectum
venis
vocavi
vidisti
timuistis
iacebam
iubet
tollebant
portavimus
ponit

Slide 41 - Drag question