dire l'heure

1 / 19
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare school

This lesson contains 19 slides, with text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Waar denk je dat we het over gaan hebben vandaag? 

Slide 2 - Slide

Il est deux heures.

Slide 3 - Slide

Il est deux heures dix.

Slide 4 - Slide

Il est deux heures cinq.

Slide 5 - Slide

Il est deux heures et quart. 

Slide 6 - Slide

Il est deux heures vingt.

Slide 7 - Slide

Il est deux heures et demie. 

Slide 8 - Slide

Il est trois heures moins vingt-cinq.

Slide 9 - Slide

Il est deux heures vingt-cinq.

Slide 10 - Slide

Il est trois heures moins dix.

Slide 11 - Slide

Il est trois heures moins vingt-cinq. 

Slide 12 - Slide

Il est trois heures moins le quart. 

Slide 13 - Slide

Il est trois heures moins cinq. 

Slide 14 - Slide

Il est midi. 

Slide 15 - Slide

Il est minuit. 

Slide 16 - Slide

Il est midi et demi. 

Slide 17 - Slide

Meer info?
In je tekstboek bladzijde 143 kun je dit allemaal nalezen. 

Er volgt nu een korte aantekening die je in je schrift gaat overnemen. Ben je hiermee klaar ga je aan de slag met exercice 24b. 

Slide 18 - Slide

Aantekening kloktijden

In het Frans begin je bij de kloktijden met het uur en daarna zeg je hoeveel minuten erbij komen of eraf moeten.


Let op:
Il est une heure= Het is een uur.
Il est midi= Het is twaalf uur 's middags.
Il est minuit= Het is twaalf uur 's nachts.
Il est midi et demi= Het is half een.  
Il est deux heures= Het is twee uur
Il est deux heures cinq= Het is vijf over twee
Il est deux heures et quart= Het is kwart over twee
Il est deux heures et demie= Het is half drie
Il est trois heures moins vingt-cinq= Het is vijf over half drie
Il est trois heures moins le quart= Het is kwart voor drie
Il est trois heures moins dix= Het is tien voor drie

Slide 19 - Slide