Literatuur & poëzie 1

Literatuur & poëzie 1
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Literatuur & poëzie 1

Slide 1 - Slide

Liefde is...
anoniem reageren mag

Slide 2 - Open question

Fragment 1
Zie je ik hou van je,
ik vin je zo lief en zo licht -
je ogen zijn zo vol licht,
ik hou van je, ik hou van je.

Slide 3 - Slide

In fragment 1 is sprake van:
A
omarmend rijm
B
beginrijm
C
halfrijm
D
slagrijm

Slide 4 - Quiz

Fragment 1
Zie je ik hou van je,
ik vin je zo lief en zo licht -
je ogen zijn zo vol licht,
ik hou van je, ik hou van je.

Slide 5 - Slide

In fragment 1 is in de laatste regel van de eerste strofe sprake van:
A
enumeratie
B
understatement
C
repetitio
D
hyperbool

Slide 6 - Quiz

Fragment 2
Die neus, dat hoofd, die paardenbek,
die ogen en die gierennek
dat kraagje en dat bloemkooloor
met al je slierten haar er voor.

Slide 7 - Slide

In fragment 2 is sprake van:
A
enumeratie
B
understatement
C
personificatie
D
eufemisme

Slide 8 - Quiz

Fragment 3

Hoor eens ik wou graag zijn
jou, maar het kon niet zijn,
het licht is uit, ik zie je alsnog
zoals je werkelijk bent.

Slide 9 - Slide

In fragment 3 is sprake van:
A
eufemisme
B
paradox
C
synesthesie
D
antithese

Slide 10 - Quiz

Fragment 4
En je neus en je mond en je haar
en je ogen en je hals waar
je kraagje zit en je oor
met je haar er voor.

Slide 11 - Slide

In fragment 4 is sprake van:
A
gekruist rijm
B
gepaard rijm
C
omarmd rijm
D
glijdend rijm

Slide 12 - Quiz

Fragment 6
Zie je ik wou graag zijn
jou, maar het kan niet zijn,
het licht is om je, je bent
nu toch wat je eenmaal bent.

Slide 13 - Slide

In fragment 6 is sprake van een bijzondere afbreking van een regel. Hoe noem je dat?
Om welke regel gaat het?

Slide 14 - Open question

Fragment 7
De kop was eraf. Ik liep terug naar de deur die
ik met een doffe klap weer opendeed en hield
je (tranen, tranen) vast, we schreeuwden van
jij ook altijd en ja, maar jij ... je duwde een brief
onder mijn neus en ik fietste achteruit naar
het café dat net weer openging.

Slide 15 - Slide

In fragment 7 is sprake van zeker 3 vormen die de dichter heeft gebruikt om zijn gedicht te versterken. Welke zijn dit?

Slide 16 - Open question

Fragment 8
tot die avond in de galerie, ik kreeg je nummer
en we praatten en we praatten en ik sprak je aan,
je draaide je van mij vandaan, ik zag je staan
in silhouet en was verliefd en wist niet hoe je heette.



Slide 17 - Slide

In fragment 8 is sprake van zeker 2 vormen die de dichter heeft gebruikt om zijn gedicht te versterken. Welke zijn dit?

Slide 18 - Open question

Slide 19 - Slide

Opdracht Galathea nu
  1. Het gedicht bestaat uit 6 strofen.
  2. Er zijn 7 groepen i.vm. klassengrootte.
  3. Ik deel briefjes uit met het nummer van de strofe.
  4. Ieder groepje vertaalt een strofe in hedendaagse moderne. taal, alsof het een rap is.

Slide 20 - Slide

Opdracht Galathea nu
Wees creatief,  de 'vertaling' is anoniem.
  1. Er is geen censuur, dus leef je uit.
  2. Meld je alleen aan met het nummer van je groep.
4. Ik lees het voor in de juiste volgorde

Voorwaarde: je probeert hetzelfde rijmschema aan te houden. 

Slide 21 - Slide

Galathea nu
7 groepen-anoniem

Slide 22 - Open question