h2 Chapitre 6 EFGH

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Chapitre 6 EFGH

Oefentoets

Traduis le mot.

Vertaal het woord.

Je vais acheter deux croissants à (de bakkerij).

(Ik ken) le restaurant, il est très bon.

J'ai (een afspraak) avec le docteur à 15 heures.

Je vais à (de viswinkel). Tu viens ?

Je vais à (de viswinkel). Tu viens ?

Je voudrais (een plattegrond) de la ville, s'il vous plait.

(De wijk) de Montmartre est très populaire.

Pendant mon voyage, je loge à (de jeugdherberg).

La montagne au Canada est (prachtig)!

C'est la (tweede) à gauche.

(De sfeer) au camping est géniale !

Traduis la phrase.

Vertaal de zin in het Frans.

Hoe laat gaat de slagerij dicht?

Sorry. Kunt u het herhalen?

Kunt u mij helpen?

Waar is de apotheek?

Neem de eerste straat links.

Heeft u een plattegrond van de stad?

Combine les verbes.

Combineer de werkwoorden met de juiste vertaling.

ik neem

wij nemen

jullie leren

jij begrijpt

zij leren

zij begrijpt

je prends

nous prenons

vous apprenez

tu comprends

ils apprennent

elle comprend

Als "ik heb genomen" is "j'ai pris", wat is "ik heb geleerd"?

Als "jij hebt genomen" is "tu as pris", wat is "jij hebt begrepen"?

Als "wij hebben genomen" is "on a pris", wat is "wij hebben geleerd"?

Als "jullie hebben genomen" is "vous avez pris", wat is "jullie hebben begrepen"?

Vertaal "ik neem een selfie."

Vertaal "jij neemt een koffie."

Vertaal "jij hebt een koffie genomen."

Vertaal "zij leert Frans."

Vertaal "zij hebt Frans geleerd."

Ik ben klaar voor de SO over CH6 EFGH.

😒🙁😐🙂😃