3.1 Water op Aarde (BP2-les)

Welkom! Pak alvast je spullen en beantwoord de vragen.
1. Is het water uit deze rivier zoet of zout?
2. Waar komt het water uit deze rivier vandaan?
3. Hoelang denk je dat dit water al onderweg is naar zee?
1 / 16
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

Welkom! Pak alvast je spullen en beantwoord de vragen.
1. Is het water uit deze rivier zoet of zout?
2. Waar komt het water uit deze rivier vandaan?
3. Hoelang denk je dat dit water al onderweg is naar zee?

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
1. Je kan, aan de hand van de termen verdamping, condensatie en neerslag, op een bondige manier uitleggen hoe er zoet water op Aarde komt (begrijpen);

2. Je kan, aan de hand van de termen verdamping, condensatie, neerslag, gletsjer, meer, rivier, berg en zee en het begrip grondwaterstroom, op een schematische manier de korte en lange waterkringloop tekenen (toepassen) en;

3. Je kan, aan de hand van een kaart die delta’s en stroomgebieden op Aarde weergeeft, concluderen waarom de lengtes van lange waterkringlopen op Aarde verschillen (analyse).

Slide 2 - Slide

Waar komt water in verschillende vormen voor?

Slide 3 - Slide

Waar komt water in verschillende vormen voor?

Slide 4 - Slide

Waar komt water in verschillende vormen voor?

Slide 5 - Slide

De waterkringloop

Slide 6 - Mind map

Een beetje scheikunde...

Slide 7 - Slide

We gaan de waterkringloop tekenen!
Pak je schrift en een pen!

Slide 8 - Slide

Waar is de waterkringloop het kortst? En waar het langst? Kies uit de nummers 1, 2 en 3.

Slide 9 - Open question

Slide 10 - Video

Wat is niet waar over de verdeling van water over de Aarde?
A
Het meeste water is zout zeewater
B
Het meeste zoete water zit in ijskappen en gletsjers
C
Maar één procent van het zoete water is toegankelijk
D
Het meeste toegankelijke zoete water zit in rivieren

Slide 11 - Quiz

Leg in je eigen woorden uit hoe er zoet water op Aarde komt.

Slide 12 - Open question

Wat is waar over de waterkringloop?
A
Water verdampt als het warmer dan 100 graden celcius is
B
Water condenseert en vormt wolken als het afkoelt
C
Neerslag valt alleen in de vorm van regen
D
Water dat in de bodem gezakt is, komt niet uit in zee

Slide 13 - Quiz

Stelling: water in de korte kringloop is korter onderweg dan water in de lange kringloop.
A
Waar
B
Niet waar
C
Dat ligt eraan waar de neerslag precies valt
D
Dat kun je niet zeggen

Slide 14 - Quiz

Aan de slag!
Wat?
Werkblad
Memory
Hoe?
Alleen en in stilte
In duo's op fluistertoon
Hulp?
Ik loop rond om vragen te beantwoorden
Ik loop rond om vragen te beantwoorden
Uitkomst?
Wordt getoetst in het proefwerk
Wordt getoetst in het proefwerk
Klaar?
Speel memory
Maak het werkblad

Slide 15 - Slide

Aan het einde van de les kan je:
1. Aan de hand van de termen verdamping, condensatie en neerslag, op een bondige manier uitleggen hoe er zoet water op Aarde komt (begrijpen);

2. Aan de hand van de termen verdamping, condensatie, neerslag, gletsjer, meer, rivier, berg en zee en het begrip grondwaterstroom, op een schematische manier de korte en lange waterkringloop tekenen (toepassen) en;

3. Aan de hand van een kaart die delta’s en stroomgebieden op Aarde weergeeft, concluderen van welke twee factoren de lengte van de lange waterkringloop afhankelijk is (analyse).

Slide 16 - Slide