This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes and text slide.
Items in this lesson
Oefentoets Arm en Rijk
V5 Aardrijkskunde
Slide 1 - Slide
De commerciële landbouw is vooral exportlandbouw. Groenten, bloemen en koffiebonen is belangrijke exportproducten
A
juist
B
onjuist
Slide 2 - Quiz
NGO's promoten een beeld van armoedig Afrika om geld in te zamelen voor gebieden die hulp nodig hebben. Is dit iets goeds?
A
Ja
B
Nee
Slide 3 - Quiz
Wat betekent de afkorting ngo?
A
Noordpool Gemeenschappelijk Organisatie, bijvoorbeeld de Poolraad
B
Niet-gemeenschappelijke organisatie, bijvoorbeeld het Arctic Council
C
Niet-gouvernementele organisatie, bijvoorbeeld Greenpeace
D
Nieuwe gouvernementele organisatie, bijvoorbeeld het Earth Charter
Slide 4 - Quiz
Kwalitatieve honger
Kwantitatieve honger
Voedselzekerheid
Dumping
situatie waarbij mensen te weinig calorieën binnenkrijgen
wanneer in een land altijd voor iedereen voldoende voedsel van voldoende kwaliteit beschikbaar is
situatie waarbij mensen een tekort aan vitaminen en mineralen hebben.
het verkopen van gesubsidieerde voedseloverschotten onder de kostprijs
Slide 5 - Drag question
Kwantitatieve honger
Hongersnood
Kwalitatieve honger
Ondervoeding
(Acuut) gebrek aan voedsel
langere tijd mindere energie dan 1690 kilocalorieën per dag
te weinig eiwitten en/of vitaminen
voortdurend te weinig of te eenzijdig eten
Slide 6 - Drag question
Een juiste omschrijving van het begrip neerslagregiem is:
A
Schommelingen in de neerslag door het jaar
B
Verschil tussen natste en droogste maand
C
Neerslagvariabiliteit + neerslagintensiteit
D
Neerslag - verdamping door het jaar heen.
Slide 7 - Quiz
(K) Beoordeel onderstaande stellingen.
I Er is een verband tussen het energiegebruik van een land en de voedselzekerheid in dat land. II De ecologische voetafdruk van veel mensen laat zien dat de draagkracht van de aarde onder druk staat.
A
I en II zijn juist.
B
I is juist, II niet.
C
II is juist, I niet.
D
I en II zijn onjuist.
Slide 8 - Quiz
voedselzekerheid is
A
>75% van de bevolking heeft geen honger
B
omgekeerde van kwalitatieve honder
C
bestaat alleen als de hoeveelheid voedsel gewaarborgd is
D
bestaat vooral in ontwikkelde landen
Slide 9 - Quiz
Welke begrippen passen hier bij?
A
Monocultuur en voedingsgewas
B
Monocultuur en handelsgewas
C
Voedselzekerheid en extensieve landbouw
D
Voedselzekerheid en intensieve landbouw
Slide 10 - Quiz
In welk land verwacht je minste voedselzekerheid
A
Verenigde Staten
B
Nederland
C
Nigeria
D
Rusland
Slide 11 - Quiz
Bij voedselzekerheid moet aan welke voorwaarden voldaan zijn:
A
het voedsel moet genoeg energie leveren
B
het moet aansluiten bij de cultuur
C
het moet veilig zijn
D
het moet voldoende voedingsstoffen bevatten
Slide 12 - Quiz
Oplossingen in de landbouw (groene revolutie)
Oplossingen door de mensen zelf (Duurzame voedselvoorziening)
betere irrigatietechnieken
elektrisch rijden
meer streekproducten eten
gebruik kunstmest
Slide 13 - Drag question
2 oogsten per jaar
Zelfverzorgend
3 oogsten per jaar
snelgroeiende zaden
Groene revolutie
commercieel
Slide 14 - Drag question
de FAO is de vluchtelingenhulp- organisatie van de VN
A
ja
B
nee
Slide 15 - Quiz
Volgens deskundigen heeft Ethiopie de meeste land en tuinbouw mogelijkheden?Waar gaat het mis?
A
verkeerde landbouwgewassen
B
grondbezit
verhoudingen
C
te weinig kennis
D
deskundigen hebben het mis
Slide 16 - Quiz
In Ethiopië sterven er meer mensen dan dat er geboren worden. In Ethiopië is een...
A
sterfteoverschot
B
geboorteoverschot
Slide 17 - Quiz
Is er nu voedsel tekort/ hongersnood in Ethiopië?
A
Ja maar niet super erg
B
Nee totaal niet
C
Klein beetje
D
Ja, Het is best wel een probleem
Slide 18 - Quiz
Het noordwesten van Ethiopie ligt in de
A
lijzijde van de bergen
B
loefzijde van de bergen
Slide 19 - Quiz
Ethiopie heeft een
A
positieve handelsbalans
B
negatieve handelsbalans
Slide 20 - Quiz
De dam in Ethiopië is megagroot. Kenia houdt veel water voor zichzelf. Ethiopië kan dit inzetten als
A
economische politiek
B
afpersing
C
bevolkingspolitiek
D
geopolitiek
Slide 21 - Quiz
In Ethiopie komen de volgende landschappen van nature voor
A
woestijnen, steppes, savannes en tropische bossen
B
woestijnen en steppes
C
steppes en savannes
D
tropische bossen en savannes
Slide 22 - Quiz
Sleep de bevolkings grafiek naar het juiste land
Ethiopië
Japan
timer
1:30
Slide 23 - Drag question
Neerslagzones in Ethiopië
Aride zone
Semi-aride zone
Subhumide zone
Humide zone
Slide 24 - Drag question
Voedselhulp is een vorm van …
A
Programmahulp
B
Projecthulp
C
Noodhulp
D
Structurele hulp
Slide 25 - Quiz
Een nadeel van dumping is:
A
De bevolking kan de voorraden bijna nooit bereiken
B
De eigen boeren komen hun producten niet meer kwijt en hebben geen inkomsten meer
C
Dat de bevolking te veel voedsel krijgt
D
Dat de boeren goed kunnen concurreren en meer geld verdienen
Slide 26 - Quiz
Hoe noem je overschotten verkopen voor een lage prijs?
A
Uitverkoop
B
Bonus
C
Dumping
D
Goedkoop
Slide 27 - Quiz
Er zijn twee aquifers in Israël: de berg- en de kust-aquifer.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 28 - Quiz
Wat is een aquifer?
A
Een waterhoudende grondlaag
B
Een ontziltingsinstallatie
C
Een drinkwaterinstallatie
D
Een periode waarin bijzonder veel neerslag valt
Slide 29 - Quiz
Is een aquifer:
A
Vernieuwbaar
B
Niet vernieuwbaar
Slide 30 - Quiz
Wat betekent HDI
A
Human Disease Index
B
Hungry Dry Index
C
Human Development Index
D
Hoogte Droogte Index
Slide 31 - Quiz
Neerslag
Verdamping
Condensatie
Oppervlaktewater
Infiltratie
Aquifer
Afstroming
Slide 32 - Drag question
Boom- en struikcultuur
Irrigatielandbouw
Droge akkerbouw
Slide 33 - Drag question
Teerzanden zijn een voorbeeld van:
A
Conventionele reserve
B
Niet-conventionele reserve
Slide 34 - Quiz
Voorraden en reserves.
A
Conventionele reserve = oppompbaar tegen huiden kosten.
B
Niet conventionele reserve = voorraden die met veel geld, moeite en energie kosten om te winnen.