3.3 Monohybride kruisingen

Thema 3 Genetica en 
Thema 4 Evolutie
1 / 17
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 17 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Thema 3 Genetica en 
Thema 4 Evolutie

Slide 1 - Slide

Voorkennis
We gaan kort terugblikken naar de stof die we hebben behandeld in paragraaf 2

Slide 2 - Slide

Homologe chromosomen
  • Locus: 

  • Homozygoot: 
  • Heterozygoot: 

  • Dominante allel: 
  • Recessieve allel: 

Personen die heterozygoot zijn, zijn drager van de recessieve eigenschap

Slide 3 - Slide

Homologe chromosomen
  • Locus: de plaats van een gen in een chromosoom 

  • Homozygoot: twee allelen voor een eigenschap zijn gelijk
  • Heterozygoot: twee allelen voor een eigenschap zijn ongelijk

  • Dominante allel: allel waarvan eigenschap tot uiting komt in fenotype bij heterozygoot genotype
  • Recessieve allel: dit allel komt alleen tot uiting in het fenotype als er geen dominant allel aanwezig is

Personen die heterozygoot zijn, zijn drager van de recessieve eigenschap

Slide 4 - Slide

Leerdoelen 3.3 Monohybride kruisingen
  • Je kunt van een monohybride kruising een kruisingsschema opstellen.
  • Je kunt de frequentie van genotypen en fenotypen van nakomelingen bij een monohybride kruising afleiden uit een kruisingsschema of stamboom.

Slide 5 - Slide

Drosophila melanogaster (fruitvliegjes)
  • Snelle voortplanting
  • Krijgen zeer veel nakomelingen
  • Gemakkelijk te kweken
  • M en V makkelijk van elkaar te onderscheiden
  • Grote verscheidenheid in fenotype voor erfelijke eigenschappen
  • Slechts vier chromosomenparen 

Slide 6 - Slide

Monohybride kruising: overerving van één erfelijke eigenschap, waarbij één genenpaar is betrokken
  • P = ouders 
  • F1 = kinderen van de eerste generatie
  • F2 = kinderen van de tweede generatie

Slide 7 - Slide

Johann Mendel

Slide 8 - Slide

Labrador retrievers
  • B = zwarte haarkleur (dominant)
  • b = bruine haarkleur (recessief) 

Beide honden zijn homozygoot voor de haarkleur. De dieren in de F1 planten zich onderling voort. 
  1. Welke haarkleur kunnen de puppy's in de F2 hebben?
  2. Hoe groot is de kans voor elke haarkleur?

Hoe lossen we dit vraagstuk op?

Slide 9 - Slide

Stap 1: wat zijn de genotypen van de ouders? Geef deze genotypen in een kruising weer.

Slide 10 - Slide

Stap 2: welke allelen kunnen de geslachtscellen van beide ouders bevatten?

Slide 11 - Slide

Stap 3: welke mogelijkheden bestaan er voor de versmelting van een eicelkern en een zaadcelkern?

Slide 12 - Slide

Stap 4: welke haarkleur kunnen de puppy's in de F2 hebben?

Slide 13 - Slide

Testkruising

Slide 14 - Slide

Stambomen

Slide 15 - Slide

Leerdoelen 3.3 behaald????
  • Je kunt van een monohybride kruising een kruisingsschema opstellen.
  • Je kunt de frequentie van genotypen en fenotypen van nakomelingen bij een monohybride kruising afleiden uit een kruisingsschema of stamboom.

Slide 16 - Slide

De opdrachten:
Lees blz. 140 t/m 147
Maak opdrachten 19 t/m 36 + ook nakijken

Slide 17 - Slide