BB/KB 3 Taalverzorging Perron 2

WOORDSOORTEN
Voorzetsels
Persoonlijk
voornaamwoord
Bezittelijk voornaamwoord
Vragend voornaamwoord
Aanwijzend voornaamwoord
Aanwijzend voornaamwoord
Betrekkelijk voornaamwoord
Bijwoorden
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

WOORDSOORTEN
Voorzetsels
Persoonlijk
voornaamwoord
Bezittelijk voornaamwoord
Vragend voornaamwoord
Aanwijzend voornaamwoord
Aanwijzend voornaamwoord
Betrekkelijk voornaamwoord
Bijwoorden

Slide 1 - Slide

Taalverzorging Perron 2
- We starten met 7 min zelfstandig lezen.
- Uitleg en opdrachten maken
LESDOELEN
- Je kunt in een zin de woordsoorten: lidwoord, werkwoord, zelfstandig naamwoord, bijvoegelijk naamwoord, voorzetsel, vragend voornaamwoord, persoonlijk voornaamwoord, bezittelijk voornaamwoord, aanwijzend voornaamwoord, in een zin herkennen en benoemen. 

Slide 2 - Slide

Voorzetsels
Voorzetsels
voor, achter, naast, in, op, door, over, uit, boven, onder, om, tegen, aan, binnen, buiten, langs, tijdens, sinds, bij, tot, zonder, met, behalve, naar, na, via, per, te, tegen, volgens…

Vaak kun je een voorzetsel herkennen door er …de kast of …het feest
achter te zetten.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Link

Vragen voornaamwoorden
Deze vier moet je uit je hoofd leren!!

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Ga naar "Emma Eisma"
Maak van Perron 2
-De zelftest ?/+
-Voornaamwoorden - Persoonlijk/bezittelijk
-"zelftest"

Slide 7 - Slide

Aanwijzend voornaamwoorden
De naam zegt het al: je kunt er iets mee aanwijzen!!!


Die!
Deze!
Dat!

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Link

Slide 10 - Link

Welke ken je?
(En kun je  uitleggen!)
WOORDSOORTEN

Slide 11 - Mind map

Welke woordsoorten vind je nog lastig?

Slide 12 - Open question

Taalverzorging Perron 2
- We starten met 7 min zelfstandig lezen.
- Uitleg en opdrachten maken
LESDOELEN
- Je kunt in een zin de woordsoorten: lidwoord, werkwoord, zelfstandig naamwoord, bijvoegelijk naamwoord, voorzetsel, vragend voornaamwoord, persoonlijk voornaamwoord, bezittelijk voornaamwoord, aanwijzend voornaamwoord, in een zin herkennen en benoemen. 

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Link

EXTRA
Je kunt natuurlijk altijd alle test jezelf oefeningen maken van Perron 2. Zo weet je zeker dat je goed voorbereid bent. 

Slide 15 - Slide