Fictie Blok 2 (1/2)

Welkom!

1 / 20
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 20 slides, with text slides.

Items in this lesson

Welkom!

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?

- Terugblik (5')

- Lesdoelen doornemen (2')

- Uitleg leesboek kiezen + opdracht recensie schrijven (15')

- Instructie: literaire begrippen (5 min.)  

- Zelf aan de slag (20')

- Evaluatie (3')

Slide 2 - Slide

Terugblik
Wat hebben we vorige keer besproken?

Wie heeft er al een leesboek uitgekozen?

Slide 3 - Slide

Lesdoelen
Aan het eind van deze les...

  • ... weet je welke genres er zijn
  • ... kun je jouw leeservaring beschrijven m.b.v. emotieve, realistische en morele argumenten

Slide 4 - Slide

Wie kan een voorbeeld noemen van een genre?

Slide 5 - Slide

Genres

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

1. Thriller
Een spannend verhaal waarin de hoofdpersoon in een levensbedreigende situatie terechtkomt. 


Slide 10 - Slide

2. Fantasy
Een verhaal met fantasiewezens in een fantasiewereld.

Slide 11 - Slide

3. Dystopische roman
Een verhaal over een wereld die door rampen of dictatuur bijna niet meer leefbaar is.

- toekomst

- dystopie vs. utopie

Slide 12 - Slide

Ontwikkelingsroman
Een verhaal over het volwassen worden van een (jonge) hoofdpersoon.

- coming of age

Slide 13 - Slide

Psychologische roman
Een verhaal waarin de nadruk ligt op de gedachten en gevoelens van de hoofdpersoon (meer dan op de gebeurtenissen).

Slide 14 - Slide

Reisverhaal
Een verhaal waarin een verslag wordt gegeven van een reis.
- vaak non-fictie

Slide 15 - Slide

Leeservaring omschrijven
Je hebt al diverse malen je leeservaring moeten omschrijven (= mening over een boek of verhaal). 

Vandaag gaan we dieper in op:

1. Emotieve argumenten
2. Realistische argumenten
3. Morele argumenten

Slide 16 - Slide

  Emotieve argumenten
Je gebruikt beoordelingswoorden die aangeven wat een verhaal met je doet (emotie).

maakt me vrolijk - spannend - vol vaart - ontroerend - beklemmend

Slide 17 - Slide

Realistische argumenten
Je gebruikt beoordelingswoorden die aangeven in hoeverre jij een verhaal realistisch vindt .

geloofwaardig - herkenbaar - bedacht - origineel 

Slide 18 - Slide

 Morele argumenten
Je gebruikt beoordelingswoorden die iets zeggen over de keuzes die de personages maken of over de boodschap die de schrijver wil uitdragen.

keur ik af - belangrijk - rechtvaardig - lomp

Slide 19 - Slide

Zelf aan de slag
  • Lezen fictiefragment op (blz. 51- 55)
  • Maken: opdr. 1 (blz. 55)
  • Keuzeopdracht 3 of 4 (t/m vraag c)
timer
20:00

Slide 20 - Slide