Opfrisser inleiding financiën H1 t/m H4

• Bedrijfseconomie
• MBO
• Studiejaar 2

Opfrisser inleiding financiën H1 t/m H4

Wat is het belangrijkste verschil tussen vaste en vlottende activa?

1. Tijdsduur bezit
2. vaste activa staan op de debetzijde van de balans. vlottende activa op de creditzijde.
3. Waardevastheid
4. vaste activa hebben een grotere liquiditeit dan vlottende activa

Vaste activa langer dan een jaar in het bedrijf. 

Vlottende activa korter als een jaar.

Lease is een vorm van:

1. Kort vreemd vermogen
2. Lang vreemd vermogen
3. Eigen vermogen

Solvabiliteit zegt iets over:

1. In hoeverre je in staat bent om op korte termijn je schuldeisers te betalen
2. De verhouding tussen constante en variabele kosten
3. Hoe hoog je winst is voor de belastingen.
4. Hoe waarschijnlijk het is dat het bedrijf op lange termijn zijn schulden kan betalen.

Eigen vermogen/ totaal vermogen x 100%

ideaal: tussen de 25 en 40%

Een achtergestelde lening staat in de balans aan de .........

1. debet zijde
2. creditzijde
3. eigenvermogen zijde

achtergestelde lening valt onder eigen vermogen en staat aan de credit(passiva)zijde (het is een schuld)

De Quick ratio houdt geen rekening met de voorraden terwijl de Current ratio deze wel gebruikt bij het meten van de liquiditeit van een bedrijf. Dit is:

1. Juist
2. Onjuist

Als je als zzp-er geld aan jezelf uitbetaald is dat:

1. Loon
2. Een opname
3. Een onttrekking

Wat is juist?
1: Benzinekosten voor jouw bestelbus zijn een voorbeeld van constante kosten.
2: Kosten voor jouw boekhoudpakket zijn constante kosten.

1. stelling 1 en 2 zijn juist
2. stelling 1 is juist en stelling 2 is onjuist
3. Stelling 1 is onjuist en stelling 2 is juist
4. stelling 1 en 2 zijn onjuist.

Wat staat er in de exploitatiebegroting?

1. De totale activa van een bedrijf gedurende een bepaalde periode
2. De inkomsten en uitgaven van een bedrijf gedurende een bepaalde periode
3. De financieringsbronnen van een bedrijf

Bij afschrijven op basis van een vast percentage van de boekwaarde:

1. Komt het eindbedrag nooit op 0 euro.
2. Schrijf je elk jaar hetzelfde bedrag af
3. Schrijf je altijd het maximaal mogelijke bedrag af volgens de belastingregels.