Hoofdstuk 10 - 10.2 Sinus, cosinus en tangens

Sinus, cosinus en tangens
Bladzijde 239
1 / 47
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 47 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Sinus, cosinus en tangens
Bladzijde 239

Slide 1 - Slide

Verhoudingen bij rechthoekige driehoeken

Slide 2 - Slide

Wat is een rechthoekige driehoek?

Slide 3 - Open question

Hoeveel graden is een rechte hoek?
A
45 graden
B
90 graden
C
180 graden
D
360 graden

Slide 4 - Quiz

De schuine zijde grenst .....
aan een rechte hoek.
A
Nooit
B
Altijd

Slide 5 - Quiz

Uitleg verhoudingen in een rechthoekige driehoek

Slide 6 - Slide

Bij een verhouding kan je een maat of het aantal graden berekenen omdat alles in verhouding is.

Slide 7 - Slide

Er zijn drie verhoudingen bij een rechthoekige driehoek

De drie verhoudingen staan op de volgende dia
Schrijf ze onder elkaar over in je schrift.

Slide 8 - Slide

Schrijf over




Schrijf alles hieronder netjes over.
Metdeze aantekening kan je alles berekenen in dit hoofdstuk

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Schets driehoek ABC in je eigen schrift en  beantwoord de vraag op de volgende dia.

Slide 11 - Slide

Welke zijde is de overstaande zijde van hoek C?
A
Zijde AB
B
Zijde BC
C
Zijde AC

Slide 12 - Quiz

Schrijf een O bij de overstaande zijde in je schets.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Welke zijde is de aanliggende rechthoekszijde?

Slide 15 - Open question

Zet een A bij de aanliggende rechthoekszijde in je schets.

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Zet een S op de juiste plek in je schets.

Slide 18 - Slide

Hoe heet zijde BC?
A
Simpele zijde
B
Schuine zijde
C
Suikerriet-zijde
D
Sonnige-zijde

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Slide

Klopt je schets? Heb je letters en getallen goed overgeschreven?
Zie vorige dia.
A
Ja
B
Nee

Slide 21 - Quiz

Nog een voorbeeld.

Slide 22 - Slide

Je moet dus de sinus van hoek C uitrekenen.
Sinus is dus een verhouding (net als cosinus en tangens)


Teken de schets over in je schrift.

Slide 23 - Slide

Welk ezelsbruggetje hoort bij sinus?
A
SOS
B
CAS
C
TOA

Slide 24 - Quiz

Sinus hoek C = ...
A
Aanliggende Rechthoekszijde : Overstaande rechthoekszijde
B
Schuine zijde : Overstaande rechthoekszijde
C
Schuine zijde : Schuine zijde
D
Overstaande rechthoekszijde : Schuine zijde

Slide 25 - Quiz

Zet een vraagteken in de hoek waar je de sinus van wilt weten.

Slide 26 - Slide

S hoek C =
O
S

Slide 27 - Slide

Welke zijde is de overstaande rechthoekszijde?

Slide 28 - Open question

Zet een O bij de overstaande rechthoekszijde in je schrift

Slide 29 - Slide

S hoek C =
O
S

Slide 30 - Slide

Zet een A in je schrift bij de aanliggende rechthoekszijde.

Slide 31 - Slide

S hoek C =
O
S

Slide 32 - Slide

Zet een S bij de schuine zetten.

Slide 33 - Slide

O
S
S hoek C =

Slide 34 - Slide

Vul de maten in die je weet

Slide 35 - Slide

S hoek C = 
O
S

Slide 36 - Slide

Wat is de sinus van hoek C? Rond af op drie decimalen.

Slide 37 - Open question

Maak opdracht 9 t/m 12.
Kijk daarna de opdrachten na.

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

Kijk de volgende filmpjes over
- sinus berekenen
- cosinus berekenen
- tangens berekenen

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Link

Slide 42 - Link

Slide 43 - Video

Slide 44 - Slide

Slide 45 - Slide

Slide 46 - Slide

Slide 47 - Slide