Dichtheid

Dichtheid

ρ=Vm
Massa(m)(kg)
Volume(V)(m3)
Dichtheid(ρ)(kg.m3)
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Dichtheid

ρ=Vm
Massa(m)(kg)
Volume(V)(m3)
Dichtheid(ρ)(kg.m3)

Slide 1 - Slide

Wat heeft meer massa (in normale toestand)?
1kgverenof1kglood
A
De veren hebben de grootste massa.
B
Het lood heeft de grootste massa.
C
Beiden hebben een even grote massa.
D
Weet ik niet.

Slide 2 - Quiz

Wat heeft meer volume (in normale toestand)

1m3verenof1m3lood
A
De veren hebben meer volume.
B
Het lood heeft meer volume.
C
Ze hebben evenveel volume.
D
Weet ik niet.

Slide 3 - Quiz

Wat heeft meer massa (in normale toestand)?
1m3verenof1m3lood
A
De veren hebben de grootste massa.
B
Het lood heeft de grootste massa.
C
Beiden hebben een even grote massa.
D
Weet ik niet.

Slide 4 - Quiz

Wat heeft meer volume (in normale toestand)

1kgverenof1kglood
A
De veren hebben meer volume.
B
Het lood heeft meer volume.
C
Ze hebben evenveel volume.
D
Weet ik niet.

Slide 5 - Quiz

Dichtheid
Met de dichtheid van de stof (ook wel soortelijke massa genoemd) wordt bedoeld de hoeveelheid massa die precies 1 m³ van die betreffende heeft.

Dichtheid is een stofeigenschap en is dus afhankelijk van de soort stof, en niet van de massa of het volume van een bepaalde hoeveelheid stof.

De verhouding tussen de massa en het volume bepaalt de dichtheid van een stof.

Slide 6 - Slide

Dichtheid (formule)
ρ=VmρV=mm=ρVV=ρm
ρ=dichtheid(kg.m3ofm3kg)
m=massa(kg)
V=volume(m3)

Slide 7 - Slide

Je hebt een blokje van 2,5 cm bij 1,3 cm bij 8 mm.
De massa is 15 gram.
Bereken de dichtheid van het blokje in kg m^-3.

Slide 8 - Open question

Uitwerking

Slide 9 - Slide

PROEF: Bepaal / bereken van minimaal één voorwerp de dichtheid. Geef in je antwoord een omschrijving van je voorwerp, en laat duidelijk je rekenstappen zien! Als je deze opdracht in de les doet, heeft de docent wat voorwerpen en apparatuur beschikbaar.

Slide 10 - Open question

Q & A
Q: staat er volgens een fout in de antwoorden want daar stond dat het antwoord 5869 is maar ik kwam uit op 5769 en ik heb alles goed gedaan
A: Goed gezien en het is inmiddels verbeterd!

Q: Er stond bij de eerste som: geef je antwoord in kg m^-3, mag je dat gewoon zo opschrijven of is kg/m^-3 beter voor bv tijdens de toets? 
A: In de BINAS vind je altijd de notatie zonder / -streep. Het is daarom verstandig dat je deze notatie goed beheerst. Je mag natuurlijk gewoon de andere notatie gebruiken, als je het maar wel juist doet! In je vraag gaat het niet goed, je doet EN een deelstreep EN het min-teken. Dat is dubbelop. Enkele juiste voorbeelden:


kg.m3=m3kg
km.h1=hkm
J.kg1.K1=kg.KJ
Wm2=m2W

Slide 11 - Slide

Als je nog iets niet begreep, geef dat dan zo duidelijk mogelijk aan.

Slide 12 - Open question

Hieronder kun je je opmerkingen en vragen kwijt over deze les. Vind je fouten of heb je een geniale aanvulling: dan verdien je natuurlijk bonuspunten!

Slide 13 - Open question

Met dank aan...
Deze les ontwikkeld, mede met dank aan...
2017/2018:  Fleur Oosterlee, Kim Schwenke, Amber Cuijpers, ... en jouw bijdrage?!
Staat jouw naam er niet bij terwijl dat wel zou moeten? Mail naar mvaken@lentiz.nl

Slide 14 - Slide