Week 51 Mediawijsheid - Verslaving

Verslavingen
1 / 42
next
Slide 1: Slide
BurgerschapMBOStudiejaar 2

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes, text slides and 6 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Verslavingen

Slide 1 - Slide

Waar denk je aan bij verslavingen?

Slide 2 - Mind map

Slide 3 - Video

Welke kenmerken van verslaving heb je in dit filmpje gezien?

Slide 4 - Mind map

verslavingsproblematiek

Slide 5 - Slide

Wat zegt onze vakliteratuur?






Inleiding medische kennis door E. A. F. Wentink (2017)

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Wat viel jullie op aan dit filmpje?

Slide 9 - Open question

Ben jij verslavingsgevoelig? 
Doe de test

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Wat valt jou op aan het artikel? Wat vind jij ervan?

Slide 12 - Open question

Hoeveel procent van de jongeren heeft een telefoonverslaving denk je?
0100

Slide 13 - Poll

Uit Europees onderzoek blijkt dat bijna één op de vier jongeren kenmerken van smartphoneverslaving vertoont. In Nederland zei vorig jaar 34 procent van de mensen verslaafd te zijn aan hun telefoon. Van de jongeren tussen de 18 en 24 zegt 62 procent verslaafd te zijn, meldt onderzoeksbureau Motivaction.

Slide 14 - Slide

Zou jij jezelf telefoonverslaafd noemen?
Ja
Nee

Slide 15 - Poll

Stellingen
We gaan een aantal stellingen behandelen. Je vult zelf in wat jij ervan vindt. 

Let op: jouw mening moet een argument hebben. 

Slide 16 - Slide

Stelling 1: Een beetje experimenteren moet kunnen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 17 - Poll

Stelling 2: Verslaafd raken, dat gebeurt mij niet.
😒🙁😐🙂😃

Slide 18 - Poll

Slide 19 - Video

Quiz
We gaan een quiz spelen over verschillende soorten verslavingen. 
Na elke vraag bespreken we kort het antwoord. 

Slide 20 - Slide

Er gaan meer mensen dood aan alcoholverslaving dan aan drugsverslaving.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quiz

Als je elke maand een staatslot koopt, ben je gokverslaafd.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quiz

Het aantal mensen met een koopverslaving stijgt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 23 - Quiz

Door opkomst van internetporno kampen steeds meer Nederlanders met een seksverslaving.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 24 - Quiz

Hoeveel procent van de 18-24 jarigen heeft ooit last gehad van alcoholmisbruik?
A
7%
B
11%
C
18%
D
26%

Slide 25 - Quiz

Wat is alcoholmisbruik?
Er is sprake van alcoholmisbruik als je negatieve gevolgen van alcohol merkt. Alcoholmisbruik blijkt uit minstens 1 van de volgende 4 criteria:

  • Herhaaldelijk alcohol drinken met als gevolg dat het niet meer lukt om te voldoen aan verplichtingen op het werk, school of thuis.
  • Herhaaldelijk alcohol drinken in situaties waarin dit fysiek gevaarlijk is (bijvoorbeeld autorijden).
  • Door het gebruik van alcohol in aanraking komen met justitie.
  • Alcohol blijven drinken, ondanks dat daardoor een probleem ontstaat (sociaal, beroepsmatig, psychisch of lichamelijk). 

Slide 26 - Slide

Gameverslaving is schadelijk voor je gezondheid.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 27 - Quiz

Tijdens het afkicken van blowen kun je somber en angstig worden.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 28 - Quiz

Als je vaak veel drinkt, kun je steeds beter tegen alcohol.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 29 - Quiz

Hoe lang doet je lever gemiddeld over de afbraak van 1 standaardglas alcohol?
A
30 minuten
B
1 à 1,5 uur
C
2 uur

Slide 30 - Quiz

In Nederland maakt alcohol meer slachtoffers dan roken.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 31 - Quiz

Hoeveel mensen zijn er aan de harddrugs in Nederland?
A
5.000 tot 10.000
B
10.000 tot 20.000
C
20.000 tot 30.000
D
30.000 tot 40.000

Slide 32 - Quiz

XTC-pillen worden steeds sterker en heftiger qua uitwerking.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 33 - Quiz

De meest gebruikte drug onder jongeren is XTC.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 34 - Quiz

Slide 35 - Slide


Bron: https://www.rtlnieuws.nl/nieuws/artikel/5161419/lachgas-veroorzaakte-al-64-dwarslaesies-sommigen-nemen-100-ballonnen

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Video

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Video

Slide 40 - Video

Verslaafd? 
De 11 criteria aan de hand waarvan de ernst van “stoornis in middelengebruik” vastgesteld kan worden zijn:

1. Vaker en in grotere hoeveelheden gebruiken dan het plan was.
2. Mislukte pogingen om te minderen of te stoppen.
3. Gebruik en herstel van gebruik kosten veel tijd.
4. Sterk verlangen om te gebruiken.
5.Door gebruik tekortschieten op het werk, school of thuis.
6. Blijven gebruiken ondanks dat het problemen meebrengt in het relationele vlak.
7. Door gebruik opgeven van hobby’s, sociale activiteiten of werk.
8. Voortdurend gebruik, zelfs wanneer je daardoor in gevaar komt.
9.Voortdurend gebruik ondanks dat je weet dat het gebruik lichamelijke of psychische problemen met zich mee brengt of verergert.
10. Grotere hoeveelheden nodig hebben om het effect nog te voelen oftewel tolerantie.
11. Het optreden van onthoudingsverschijnselen, die die minder hevig door meer van de stof te gebruiken.

Slide 41 - Slide

Opdracht
Bij welke instanties kun je terecht als je een verslaving hebt? 
Zoek er 1 uit en beschrijf kort wat die instantie doet 

Slide 42 - Slide