4 Thema: Klimaat I (Het weer)

Thema Klimaat: Het weer
  • Je kent de klimaatfactoren.
  • Je kent de weerelementen.
  • Je kunt het weer beschrijven.
  • Je kunt weersverschijnselen verklaren. 
1 / 35
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMBOStudiejaar 2,3

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Thema Klimaat: Het weer
  • Je kent de klimaatfactoren.
  • Je kent de weerelementen.
  • Je kunt het weer beschrijven.
  • Je kunt weersverschijnselen verklaren. 

Slide 1 - Slide

Begrippen bij thema: Klimaat
Aanlandige wind
Loefzijde
Temperatuur
Hooggebergteklimaat
Aflandige wind
Mangrove
Tornado
Middellandse zeeklimaat
Boomgrens
Moeras
Vegetatie
Poolklimaat
Breedteligging
Moesson
Wadi
Savanneklimaat
Front
Neerslag
Wind
Steppeklimaat
Hoge drukgebied
Orkaan
Wind en zeestroom
Taiga
Hoogteligging
Passaat
Windrichting
Toendraklimaat
Klimaat
Reliëf
Windkracht
Tropisch regenwoud klimaat
Lage drukgebied
Sneeuwgrens
Wolk
Woestijnklimaat
Lijzijde
Stijgingsregen
Zomergroen loofwoud
Zeeklimaat

Slide 2 - Slide

Lelystad ligt ten.... van Almere
A
Noorden
B
Zuiden

Slide 3 - Quiz

Arnhem ligt ten ..... van Nijmegen
A
Noorden
B
Zuiden

Slide 4 - Quiz

Zutphen ligt ten ..... van Deventer
A
Noorden
B
Zuiden

Slide 5 - Quiz

Over welke stad kun je lezen in het boek: "Steden aan de IJssel
A
Arnhem
B
Kampen
C
Nijmegen
D
Wageningen

Slide 6 - Quiz

In welke stad hadden mensen hier last van: "Stroomstoring in Twente
A
Almelo
B
Arnhem
C
Deventer
D
Zwolle

Slide 7 - Quiz

Wageningen ligt aan de Neder-Rijn
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quiz

Arnhem ligt aan de rand van de Veluwe.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quiz

De IJsselstad Kampen ligt stroomopwaarts ten opzichte van Zwolle.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quiz

Meppel ligt in het noorden van Gelderland?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quiz

3.1 Het weer
3.1.1 De temperatuur op aarde
3.1.2 De neerslag op aarde
3.1.3De windsystemen op aarde
3.1.4 De weerkaart

Slide 12 - Slide

3.1.1 Het weer
Het klimaat wordt bepaald door:
  • Breedteligging
  • Ligging ten opzichte van de zee of een oceaan
  • Hoogteligging
  • Zee en windstromen
  • Ligging van gebergte

Slide 13 - Slide

Breedteligging

Slide 14 - Slide

Hoogteligging

Slide 15 - Slide

Ligging ten opzichte van de zee of een oceaan

Slide 16 - Slide

Zee en
windstromen

Slide 17 - Slide

Ligging van gebergten

Slide 18 - Slide

3.1.2 De neerslag op aarde
  • De kringloop van het water
  • Invloed van gebergte
  • De windrichting

Slide 19 - Slide

3 soorten neerslag
  1. Stijgingsregen
  2. Stuwingsregen
  3. Frontale regen 

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

De kringloop van het water

Slide 22 - Slide

Invloed van gebergten

Slide 23 - Slide

De windrichting

Slide 24 - Slide

3.1.3 De windsystemen op aarde
  • De hoofdwindsystemen
  • De seizoenswinden

Slide 25 - Slide

Windsystemen op aarde

Slide 26 - Slide

De seizoenswinden

Slide 27 - Slide

3.1.4 De weerkaart
  • Drukgebieden
  • Windrichting
  • Windkracht
  • Neerslag bij fronten
  • Voorspellen

Slide 28 - Slide

Drukgebieden

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Windrichting

Slide 32 - Slide

Windkracht

Slide 33 - Slide

Opdracht
Je krijgt in tweetallen een weerkaart.
Bij deze weerkaart ga je met de informatie die je hebt een weerbericht in elkaar zetten. 
Je mag zelf bedenken hoe je het gaat uitvoeren.

Slide 34 - Slide

Volgende week
  • Lezen H3.2, 3.3, 3.4 en 3.5
  • Leren Topografie van Nederland
  • Maken opdracht "Weerbericht"

Slide 35 - Slide