au marché/au café

Tâche: au marché/café/resto
1 / 23
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Tâche: au marché/café/resto

Slide 1 - Slide

Tekst

Slide 2 - Slide

Tekst
De kaart a.u.b.
Ik ben dol op cola.
Wat is dat? 
Eet smakelijk. 

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

.....
.....
.....
.....
.....

Slide 5 - Slide

Un dialogue au restaurant
Vous avez réservé une table?
Vous avez choisi?
Vous voulez boire quelque chose?
Oui, j'ai réservé au nom de Debbouze.
Comme entrée, je voudrais du jambon
Pour moi, un verre d'eau, s'il vous plaît.

Slide 6 - Drag question

Un dialogue au restaurant
Où sont les toilettes?
L'addition s'il vous plait.
Monsieur, la carte s'il vous plait.
Elles sont au fond du restaurant.
Ça fait trente euros cinquante.
Voilà.

Slide 7 - Drag question

Slide 8 - Slide

La boulangerie
La boucherie
Le café
Fruits et légumes
Une crêperie
Une pizzeria
Un supermarché

Slide 9 - Drag question

Au marché/café/resto
Zeven verschillende stands/kraampjes (bedenk goede naam)
Bereid beide rollen voor: verkoper en klant 
  • Boodschappenlijstje: minimaal 5 producten voor de vier winkeltjes (boulangerie, boucherie, fruits&légumes, supermarché)
  • Spiekbriefje voor beide rollen: welke zinnen gebruik je? 
  • Winkeltje/café/restaurant inrichten: maak afspraken

Slide 10 - Slide

Quoi faire?
1) Café: drankenkaart + prijzen
2) Crêperie: menukaart + prijzen (5 soorten crêpes)
3) Fruits & légumes: reclamefoldertje (5 producten + prijzen)
4) Boulangerie: reclamefoldertje (5 producten + prijzen)
5) Boucherie: reclamefoldertje (5 producten + prijzen)
6) Pizzeria: menukaart + prijzen (5 soorten pizza's)
7) Supermarché: reclamefoldertje (5 producten + prijzen

Slide 11 - Slide

Sources

  • Chapitre 2 (classe 1): phrases, vocabulaire, grammaire
  • Mijnwoordenboek alléen voor losse woordjes, geen zinnen
  • Je werkgroepleden

Slide 12 - Slide

Planning: cette semaine
  • Maken (faire)
  1. boodschappenlijstje (liste de courses)
  2. steunzinnen (phrases-clés)
  3. reclamefolder/menukaart/ drankenkaart (prospectus/carte de menu/carte des boissons)
  • Voorbereiden (préparer)
  1. rol klant (rôle client)
  2. rol verkoper (rôle vendeur)

Slide 13 - Slide

Planning: semaine prochaîne
  • Eerste uur: verder voorbereiden en oefenen
  • Laatste twee uren van de week: 
  1. Inrichten winkel
  2. Ronde oefenen, daarna doorwisselen tot iedereen is beoordeeld
  3. Beoordeling van elkaar en beoordeling van medewerker

Slide 14 - Slide

7

Slide 15 - Video

00:33
Qu'est-ce que vous allez faire?
A
Prijs vragen - onderhandelen - betalen
B
Prijs vragen - kiezen - betalen
C
Informeren - onderhanelen - weglopen
D
Prijs vragen - kiezen - weglopen

Slide 16 - Quiz

00:44
Je peux vous aider?

Slide 17 - Open question

01:09
Vous voulez autre chose?

Slide 18 - Open question

01:16
Ça coute combien?

Slide 19 - Open question

01:49
Ça fait combien en tout?

Slide 20 - Open question

02:03
Au revoir et bonne journée.

Slide 21 - Open question

02:06
Welke groenten en fruit heeft monsieur gekocht?
A
Bananen, sla, tomaten, en sinaasappels
B
Bananen, tomaten, wortels en sla
C
Bananen, sinaasappels, wortels en sla
D
Bananen, uien, wortels en sinaasappels

Slide 22 - Quiz

Au travail!

Slide 23 - Slide