pensioen introductie

pensioen introductie
1 / 34
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

pensioen introductie

Slide 1 - Slide

Als ik later werk ga ik extra sparen voor mijn pensioen
Ja zeker
misschien
nee
YOLO!

Slide 2 - Poll

Ik wil tussen .. met pensioen
50- 60
61 - 64
pensioenleeftijd

Slide 3 - Poll

Wat weet jij allemaal al over pensioenen?

Slide 4 - Open question

Een voordeel van het omslagstelsel is.....
A
Je kunt een dergelijk systeem pas na jaren invoeren, omdat er eerst gespaard moet worden.
B
Je kunt dit systeem meteen toepassen en hoeft niet eerst een tijd te sparen.
C
Je kunt de premies niet aanpassen als er meer geld nodig is.
D
Er zijn geen voordelen aan dit systeem.

Slide 5 - Quiz

het bedrijfspensioen wordt gefinancierd met het omslagstelsel.
A
juist
B
onjuist

Slide 6 - Quiz

Bij het omslagstelsel ...
A
betaalt iedereen voor zichzelf
B
zijn uitkeringen waardevast
C
zijn uitkeringen welvaartsvast
D
is er sprake van verplichte solidariteit

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Link

Slide 10 - Video

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

3 Pijlers pensioen
Pijler 3: Zelf gespaard


Pijler 2: Bedrijfspensioen

Pijler 1: AOW uitkering

Slide 14 - Slide

Opgave 
Druk, druk en nog eens druk!

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Benaderingsvraag
1. Hoeveel procent van de Nederlandse bevolking is jonger als 25 jaar? (max 3 punten) iedere 100.000 er naast is min 1
2 Hoe oud is de gemiddelde Nederlander in 2023? (max 3 punten) ieder jaar ernaast is min 1

Slide 18 - Slide

antwoorden
1: 4,9miljoen (28%)
2: 42,4 jaar oud

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Opgave Omslagstelsel
timer
5:00

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Video

Slide 26 - Slide

Pensioen (in tweetallen)
1. Bedenk in tweetallen hoeveel AOW een alleenstaande krijgt
2. Bedenk hoeveel AOW een koppel krijgt.
3. Hoeveel pensioen wil jij zelf later ongeveer hebben inclusief AOW?
4. Bedenk zelf hoe jij jouw pensioen (sneller) kan aanvullen?
5. Bekijk in de klas; wie heeft ongeveer hetzelfde en wie totaal niet? Schrijf van minimaal 3 studenten op wat zij anders of gelijk hebben.

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Opgave Spanje en Nederland
Klaar? PAUZE dan maar...

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Hoe vragen ze dit op het CE?

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide