Sterke werkwoorden met een ij/ei-klank in het woord worden meestal geschreven met de lange ij. Zwakke werkwoorden met de korte ei.
Ik rij - ik reed (sterk werkwoord met ij)
Ik zeil - ik zeilde (zwak werkwoord met ei)
Maar er zijn ook uitzonderingen op deze regel, bijvoorbeeld:
vijlen - vijlde (zwak werkwoord met ij)