Paragraaf 10.3 - Opgroeien

Startopdracht
  1. Vaste plekken
  2. Mobiel in je tas of in de telefoontas
  3. Boek, schrift en pen op tafel
Startopdracht


  • Mobiel in je kluis
  • Jas aan de kapstok
  • Boek, schrift en pen op tafel
1 / 13
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 13 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Startopdracht
  1. Vaste plekken
  2. Mobiel in je tas of in de telefoontas
  3. Boek, schrift en pen op tafel
Startopdracht


  • Mobiel in je kluis
  • Jas aan de kapstok
  • Boek, schrift en pen op tafel

Slide 1 - Slide

wat gaan we vandaag doen? 
-10.3 uitleg deel 1
-aan het werk 
-Afsluiten

Slide 2 - Slide

10.3 Opgroeien
Leerdoel(en) van deze les:

  • Je kunt de levensfasen en voorbeelden van lichamelijke en geestelijke ontwikkeling kunnen noemen
  • Je kunt beschrijven door welke hormonen jongens en meisjes veranderen in de puberteit en hoe dit in zijn werk gaat

Slide 3 - Slide

10.3 Opgroeien
Welke levensfasen zijn er?

  • Levensfasen (blz. 40/bron 1)
    - Een mensenleven bestaat uit acht levensfasen
    - Baby > peuter > kleuter > (school)kind > puber > adolescent > volwassene > oudere

  • Ontwikkeling
    - Je verandert in elke levensfase
    - Lichamelijk ontwikkeling: groeien, zwaarder worden, leren kruipen/lopen/fietsen
    - Geestelijke verandering: leren praten, manier van denken verandert, je denkt na over wie je bent en wie je wilt worden.



Slide 4 - Slide

10.3 Opgroeien
Door welke hormonen verander je in de puberteit?

  • Hormoonklieren
    - geven hormonen af aan het bloed
    - hormonen zorgen voor lichamelijke veranderingen
    - hormonen noem je ook wel regelstoffen
    - sommige organen reageren op een bepaald hormoon, anderen niet
  • Hypofyse
    - belangrijke hormoonklier, klein orgaantje onder de hersenen
    - gaat in de puberteit meer groeihormoon maken > groeispurt
    - zet de geslachtsorganen aan tot het maken van geslachtshormonen
    - zaadballen (teelballen) maken testosteron
    - eierstokken maken oestrogeen
    - door geslachtshormonen ontstaan secundaire geslachtkenmerken

Slide 5 - Slide

10.3 Opgroeien
  • Wat? Maken 10.3 – Opdracht 1 t/m 9
  • Hoe? Blz. 39 t/m 44
  • Hulp? Eerst overleggen met buur, daarna docent vragen.
  • Tijd? 20 minuten
  • Uitkomst? Opdracht 1 t/m 9 is af. Niet af? Rest is huiswerk.
  • Klaar? Samenvatting dikgedrukte woorden maken (lijst)

Slide 6 - Slide

Startopdracht
  1. Vaste plekken
  2. Mobiel in je tas of in de telefoontas
  3. Boek, schrift en pen op tafel
Startopdracht


  • Mobiel in je kluis
  • Jas aan de kapstok
  • Boek, schrift en pen op tafel

Slide 7 - Slide

wat gaan we vandaag doen? 
-10.3 uitleg deel 2
-aan het werk 
-Afsluiten

Slide 8 - Slide

10.3 Opgroeien
Leerdoel(en) van deze les:

  • Je kunt verschillende soorten liefdesrelaties beschrijven
  • Je kunt uitleggen wat seksueel grensoverschrijdend gedrag is en voorbeelden hiervan geven

Slide 9 - Slide

10.3 Opgroeien
Denkt iedereen hetzelfde over relaties?

  • Heteroseksueel
    - verliefd zijn op iemand van het andere geslacht
    - jongens ↔ meisjes
  • Homoseksueel
    - verliefd zijn op iemand van hetzelfde geslacht
    - jongens ↔ jongens > homo
    - meisjes ↔ meisjes > lesbisch
  • Biseksueel
    - verliefd op zowel jongens als meisjes

Slide 10 - Slide

10.3 Opgroeien

Slide 11 - Slide

10.3 Opgroeien
Wat is seksueel overschrijdend gedrag?

  • Seksueel grensoverschrijdend gedrag
    - als iemand tot seksuele handelingen wordt gedwongen > aanranding
    - als iemand het lichaam van een ander binnendringt > verkrachting
    - als iemand wordt aangeraakt op intieme plaatsen > seksuele intimidatie
  • Pedofilie
    - een volwassene met seksuele gevoelens voor kinderen > pedofiel
    - een volwassene die geslachtsgemeenschap heeft met kinderen > pedoseksueel
  • Incest
    - een volwassene geslachtsgemeenschap heeft met kind uit zelfde gezin of familie

Slide 12 - Slide

10.3 Opgroeien
  • Wat? Maken 10.3 – Opdracht 1 t/m 17
  • Hoe? Blz. 45 t/m 48
  • Hulp? Eerst overleggen met buur, daarna docent vragen.
  • Tijd? 20 minuten
  • Uitkomst? Opdracht 1 t/m 17 is af. Niet af? Rest is huiswerk.
  • Klaar? Samenvatting dikgedrukte woorden maken (lijst)

Slide 13 - Slide