*Spelling H2, vwo 3

Spelling H2 
- Met of zonder -n
- Herhaling werkwoordspelling 
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Spelling H2 
- Met of zonder -n
- Herhaling werkwoordspelling 

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
Na deze lessenserie weet je: 
- wanneer je een meervouds-n moet gebruiken bij bijvoeglijke naamwoorden en zelfstandig gebruikte telwoorden
- hoe je werkwoorden in de tegenwoordige tijd die hetzelfde klinken moet schrijven 

Slide 2 - Slide

Welke zin is volgens jou juist?
A: allen hadden een zwemdiploma.
B: alle hadden een zwemdiploma?

Slide 3 - Open question

Slide 4 - Video

Samengevat 1/3
Je krijgt alleen een -e: 

- als het niet naar mensen verwijst --> Enkele van de tijgers waren erg onrustig tijdens het transport
- als het bijvoeglijk gebruikt wordt --> Dit jaar hebben vele toeristen het Rijksmuseum bezocht

Slide 5 - Slide

Samengevat 2/3
Je krijgt alleen een -n:  

- als het verwijst naar mensen EN het zelfstandig gebruikt wordt. --> Ik had allen uitgenodigd voor het feest, maar sommigen konden niet. 
Enkelen van de wandelaars hadden last van blaren. 

Slide 6 - Slide

Samengevat 3/3
Telwoorden als tientallen, honderden, duizenden enz. schrijf je altijd met een -n. 

Slide 7 - Slide

Let op: 
- Ik had alle mensen uitgenodigd, maar sommige (mensen) konden niet. 

- Ik had allen uitgenodigd, maar sommigen konden niet. 

Zelfstandig gebruikte woorden krijgen geen -n als ze op mensen slaan die in dezelfde zin wel eerder genoemd worden.

Slide 8 - Slide

Zijn Clemens en August de enige/enigen met verstand van kunst?
A
enige
B
enigen

Slide 9 - Quiz

Van de tientalle/tientallen Italiaanse gerechten lustte Janine er slechts enkele/enkelen
A
tientallen/enkele
B
tientallen/enkelen
C
Tientalle/enkele
D
tientalle/enkelen

Slide 10 - Quiz

Krijgen ook de laatste/laatsten die arriveren, dit aandenken aan de fietstocht?
A
laatste
B
laatsten

Slide 11 - Quiz

Vele/velen zijn geroepen, maar weinige/weinigen zijn uitverkoren, zegt de Bijbel.
A
vele/weinige
B
vele/weinigen
C
Velen/ weinige
D
velen/ weinigen

Slide 12 - Quiz

Toen het zo vreselijk sneeuwde, kwamen alleen de eerste/eersten leerlingen op tijd in de les, maar sommige/sommigen waren echt veel te laat.
A
eerste/sommige
B
eerste/sommigen
C
eersten/sommige
D
eersten/sommigen

Slide 13 - Quiz

De kroketten waren alle/allen te hard, maar de meeste/meesten waren wel eetbaar.
A
alle/meeste
B
alle/meesten
C
allen/meeste
D
allen/meesten

Slide 14 - Quiz

Opdracht
Blz. 68-69
Maak opdracht 2, 3 en 5 

Slide 15 - Slide