woordraadstrategieën

Ondersteuningsuur Nederlands
Woordraadstrategieën les 1
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Ondersteuningsuur Nederlands
Woordraadstrategieën les 1

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Welk onbekend woord ben je recent tegengekomen? Hoe kwam je achter de betekenis?

Slide 2 - Open question

This item has no instructions

Normaal houd ik niet van snelle auto’s, maar deze bolide is prachtig!
Wat is een bolide en hoe raad je dat?
A
Een hele snelle brommer. Dat weet ik via de context.
B
Auto, een brommer is namelijk niet snel
C
Auto, het synoniem staat er namelijk
D
Een auto, dat maak ik op uit de context

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Mijn tante onderzoekt waar mensen aan sterven. Ze is patholoog-anatoom.

Slide 4 - Open question

This item has no instructions

Woordraadstrategieèn
via de context  of de volgende zin 

De paus werd beschuldigd van nepotisme. Hij zou vrienden en familie bevoordeeld hebben.



Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Video

This item has no instructions

Woordraadstrategieèn
synoniem
Het wetsvoorstel had weinig draagvlak. Het kreeg nauwelijks steun in de Tweede Kamer. 

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

woordraadstrategieen
tegenstelling
Mijn vader is erg conservatief, maar mijn moeder is juist heel vooruitstrevend

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

woordraadstrategieen
samenstelling
Het begrotingstekort is de afgelopen jaren afgenomen.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Ellen Gelok (56) kijkt op van haar notitieblok en zet zuchtend een bril met bruin montuur op haar neus. “Ik ben niet heel optimistisch”, zegt ze. Het is maandagmiddag half drie. Ondanks corona houdt de advocaat, specialist vreemdelingenrecht, gesprekken met nieuwe cliënten.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Wat betekent optimistisch?
A
overdreven
B
uitgaande van het positieve
C
overwerkt
D
chagrijnig

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent pessimistisch?
A
te enthousiast
B
nieuwsgierig
C
neiging om te denken dan alles slecht afloopt
D
slecht tegen verandering kunnen

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Tegenover haar zit een Surinamer van in de vijftig. Jas met camouflagepatroon, zwarte pet. Een half jaar geleden vloog hij van Suriname naar Nederland om bij zijn vader te zijn, “zolang hij er nog is”. Die ligt ernstig ziek in een verzorgingshuis. De zoon kon door corona zijn vader slechts een paar keer bezoeken. Sinds kort mag hij er weer heen. Alleen: zijn visum is verlopen. Daarom wil hij een verblijfsvergunning aanvragen.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Wat betekent slechts?

Slide 14 - Open question

This item has no instructions

Het is lastig communiceren met de man. Hij is afwachtend, geeft summiere of vage antwoorden. Naast hem zit een maatschappelijk werker die hem begeleidt. Ze springt vaak bij, maar weet ook niet alles. De vader, zoveel wordt duidelijk, vertrok naar Nederland toen de Surinaamse man nog maar zeven was. Sindsdien heeft hij hem nooit meer gezien – tot een half jaar geleden.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Wat betekent summiere?

Slide 16 - Open question

This item has no instructions

Wat is een antoniem (tegenstelling) van summier?
A
Krachtig
B
Minimaal
C
Uitgebreid
D
Onduidelijk

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Telefonisch contact was er jarenlang ook niet, en toen het er rond 2000 opeens was, hield het al even abrupt weer op. Waarom blijft onduidelijk. Via een familielid bereikte de zoon vorig jaar het bericht dat zijn vader een herseninfarct had.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Wat betekent abrupt?

Slide 19 - Mind map

1) Afgebroken 2) Bruusk 3) Eensklaps
4) Heel plotseling
Wat ga je nu lezen?

Slide 20 - Mind map

This item has no instructions

aan de slag
mk. Nieuw Nederlands 
cursus woordenschat online (ook blz. 12 erbij nemen) > opdr. 1,2

Door meer woorden te leren word jij beter in het begrijpen van Nederlandse teksten!

Slide 21 - Slide

This item has no instructions